2M par 1.2 economie en geld

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom  

Vandaag

1. Bespreken  nieuwe regels

2. Uitleg  

3. maken opdrachten

4. les afsluiting 

Wat heb je de vorige les geleerd?

Welk bedrag is juist geschreven?

1. €1,25,00
2. €73249185620
3. €3,65
4. 5946.32.7

Hoofdstuk 1:

Economie is meer dan geld

1.1 Wat is economie?

1.2 Economie en geld

1.3 weet wat je nodig hebt!

1.4 Weet wat je koopt!

DIRECTE RUIL

Directe ruil en 

indirecte ruil

Goederen tegen goederen ruilen = directe ruil.

Geld tegen een product  'ruilen' = indirecte ruil.

Directe ruil

Twee soorten geld

Chartaal geld

Giraal geld

Soorten Geld

Chartaal geld

Contant geld

Munten en biljetten

Het is tastbaar, je kunt het vastpakken

Giraal geld saldo

Geld op je bankrekening

Je kunt het niet vastpakken

Soorten geld

Afronden

Geldbedragen ronden we altijd af op 2 getallen na de komma. Dit wil zeggen dat je naar het 3de getal na de komma kijkt. 

Afronden

Geldbedragen ronden we altijd af op 2 getallen na de komma. Dit wil zeggen dat je naar het 3de getal na de komma kijkt. 

< 5 dan rond je naar beneden af
vb. € 5,4323 --> € 5,43

Afronden

Geldbedragen ronden we altijd af op 2 getallen na de komma. Dit wil zeggen dat je naar het 3de getal na de komma kijkt. 

< 5 dan rond je naar beneden af
vb. € 5,4323 --> € 5,43

= of > 5 dan rond je naar boven af

vb. € 5,436 --> € 5,44

NIEUW SALDO BEREKENEN

oud saldo

ontvangsten +

betalingen      -

----------------

nieuw saldo

Nieuw saldo berekenen

oud saldo

+ Ontvangsten

- Uitgaven
-----------------

nieuw saldo

1. Maak vanaf blz. 16 opdr. 3-4-8-9-10-11-13-15
2. Maak op blz. 38 opdr. 1 t/m 9

Wat vond jij van de lesstof?

<- lastig 

 of 

makkelijk ->

1. Maak vanaf blz. 16 opdr. 3-4-7-8-9-11-12-13-15
   
2. Maak op blz. 38 opdr. 1 t/m 9

Werkkwartier

Iedereen: Maken samenvattende vragen par 1.2 --> opdracht 10 t/m 14

1. Maak vanaf blz. 16 opdr. 3-4-8-9-10-11-13-15
2. Maak op blz. 38 opdr. 1 t/m 9

Wat vond jij van de lesstof?

<- lastig 

 of 

makkelijk ->

1. Maak vanaf blz. 16 opdr. 3-4-7-8-9-11-12-13-15
   
2. Maak op blz. 38 opdr. 1 t/m 9

Werkkwartier

Iedereen: Maken samenvattende vragen par 1.2 --> opdracht 10 t/m 14