Dinsdag 17 juni zelfstandige naamwoorden maken van werkwoorden

Dinsdag 17 juni zelfstandige naamwoorden maken van werkwoorden
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dinsdag 17 juni zelfstandige naamwoorden maken van werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Je kunt van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maken

Dromen = ww
De droom = znw

Slide 2 - Tekstslide

Bedenk zelf drie werkwoorden met een zelfstandig naamwoord erbij
Bijvoorbeeld : Spreken de spraak

Slide 3 - Open vraag

Van WW naar ZNW
Fietsen             De fiets
Werpen           De worp
Zingen            Het zingen
Zoeken           Het zoeken

Slide 4 - Tekstslide

Ww naar znw
Bij een werkwoord hoort altijd een znw.

dromen - de droom
spelen - het spel
vervelen - de verveling

Slide 5 - Tekstslide

Van ww een znw maken
Bij grammatica heb je geleerd wat werkwoorden en zelfstandig naamwoorden zijn. 
Wat zijn werkwoorden?
Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

Van veel werkwoorden kun je een zelfstandig naamwoord maken.
Voorbeeld: 
van het werkwoord DROMEN maak je het zelfstandig naamwoord DE DROOM

Slide 6 - Tekstslide

Sleep de woorden naar het juiste vak:
ZNW
BNW
LW
VZ
WW
De
grappige
zingt
een
liedje.
clown

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep de woordsoorten naar de juiste woorden. Je kunt niet alles gebruiken
Hij
had
prachtige,
langharige
honden
gekocht
voor 
in
zijn
dierentuin.
psv
ww
ww
btw
btw
znw
znw
bzv
vz
vz
rtw
htw

Slide 8 - Sleepvraag

De sporter eet een lekker broodje met pindakaas.
lw
lw
znw
znw
znw
bnw
ww
vz

Slide 9 - Sleepvraag

Huiswerk voor maandag 21 juni
Blok 5 en 6 leren :
Fictie,  Grammatica
Spelling en Over taal




Slide 10 - Tekstslide