NT2 HORECA periode 3

NT2 HORECA periode 3
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

NT2 HORECA periode 3

Slide 1 - Tekstslide



  1. Kritisch
  2. Garde Manger
  3. Gereed melden
  4. Portfolio
  5. HACCP
  6. Inkoop
  7. Reflectie
  8. Julienne
  9. Annonceur
  10. Interpreteren
  11. Transportbord
  12. Plateservice














Welke woorden ken je al?

Slide 2 - Tekstslide

Kritisch

Kritisch zijn betekent:
👉 goed nadenken over wat je hoort of ziet
👉 niet alles zomaar geloven
👉 vragen stellen en kijken of iets echt klopt


Slide 3 - Tekstslide

Kritisch = goed nadenken + durven vragen stellen
Welke kritische vragen kan je stellen aan iemand?

1.
2.
3.
4.

Slide 4 - Tekstslide

👨‍🍳 Wat is Garde Manger?

Garde Manger is een Frans woord.
Het betekent letterlijk: “koude keuken” of “bewaker van de etenswaren”.

Slide 5 - Tekstslide

Wat doet een Garde Manger?
Een kok die werkt in de koude keuken, maakt bijvoorbeeld:

🥗 Salades
🧀 Koude voorgerechten
🐟 Gerookte of gemarineerde vis
🍖 Charcuterie (zoals paté, ham, worst)
🧈 Smeersels, sauzen en dressings
🧊 Gerechten die niet gekookt worden op vuur

Slide 6 - Tekstslide

Gereed melden

👉 zeggen dat je taak klaar is

👉 je laat weten: "Ik ben klaar met mijn werk."

Slide 7 - Tekstslide

In veel beroepen is het belangrijk om te melden dat iets klaar is, bijvoorbeeld:

In de schoonmaak:
“De kamer is schoon. Ik meld het gereed bij mijn leidinggevende.”

In de horeca:
“De bestelling is klaar. De kok meldt het gereed aan de bediening.”

In de zorg:
“De cliënt is gewassen en aangekleed. Ik meld de zorgtaak gereed.

Slide 8 - Tekstslide

Portfolio

👉 een verzameling van je werk en wat je geleerd hebt
👉 het laat zien wat je kan, weet en hebt gedaan
👉 vaak gebruik je het op school of bij een stage

Slide 9 - Tekstslide

🧠 Wat zit er in een portfolio?

In een portfolio zitten bijvoorbeeld:
✍️ opdrachten die je goed hebt gedaan
📸 foto’s van je werk of stage
🎓 diploma’s of certificaten
🗣️ feedback van een docent of stagebegeleider
🧾 verslagen of reflecties (wat heb je geleerd?)

Slide 10 - Tekstslide

HACCP

HACCP is een Engelse afkorting:
Hazard Analysis and Critical Control Points
In het Nederlands:
👉 Gevarenanalyse en Kritische Beheerspunten

📌 Het is een systeem om voedsel veilig te maken en te houden.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom is HACCP belangrijk?

👉Om ziekte door eten te voorkomen

👉Om hygiënisch te werken

👉Om regels voor voedselveiligheid te volgen

Slide 12 - Tekstslide

🧽 Wat moet je doen volgens HACCP?


👉Handen goed wassen.

👉Voedsel op de juiste temperatuur bewaren.

👉Rauwe en gare producten gescheiden houden.

👉Voldoende schoonmaken.

👉Controleren op houdbaarheidsdatum.

Slide 13 - Tekstslide

Kort gezegd:
HACCP = regels om veilig en schoon met eten te werken

Slide 14 - Tekstslide

Inkoop

👉 het kopen van spullen die je nodig hebt voor je werk.

👉 bijvoorbeeld voedsel, schoonmaakspullen of materialen

Slide 15 - Tekstslide

Waar gaat inkoop over?

👉Kiezen wat je nodig hebt

👉Bestellen of kopen bij de winkel of leverancier

👉Letten op prijs en kwaliteit

👉Goed opslaan en bewaren

Slide 16 - Tekstslide

Reflectie

👉 nadenken over jezelf
👉 wat ging goed, wat ging niet goed
👉 wat kun je leren of beter doen?

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf een korte reflectie over een schooldag of stage.

✏️ Wat ging goed?
 ______________________________________
✏️ Wat ging minder goed?
 ______________________________________
✏️ Wat wil je volgende keer beter doen?
 ______________________________________

Slide 18 - Tekstslide

Julliene snijden

👉 groenten of andere ingrediënten in heel dunne, lange reepjes snijden
👉 het lijkt op dunne stokjes of lucifers

Slide 19 - Tekstslide

Hoe julienne snijden?

👉Eerst snijd je de groente in plakken.

👉Daarna snijd je die plakken in dunne reepjes.

👉De reepjes zijn ongeveer zo dik als een lucifer (2-3 mm).

Slide 20 - Tekstslide

Annonceur

👉Deze is verantwoordelijk voor de opmaak en garnituur van de gerechten.
👉coördineert de bestellingen 
👉het klaarzetten voor het bedienend personeel. 
👉Hij is een belangrijke schakel tussen de keuken en de bediening. 

Slide 21 - Tekstslide

Annonceur

👉Wie is bij jullie de annonceur op je stage/werk?

👉En wat doet diegene precies?

Slide 22 - Tekstslide

Interpreteren

👉 nadenken over wat iets betekent
👉 je kijkt of luistert goed en probeert het goed te begrijpen
👉 soms is het niet meteen duidelijk, dus je moet nadenken en uitleggen

Slide 23 - Tekstslide

Interpreteren

 

Wie heeft er gelijk in het filmpje?

Slide 24 - Tekstslide

Transportbord 


👉 een bord waarop je eten of spullen vervoert
👉 vaak met een handvat of op een karretje
👉 je gebruikt het om gerechten makkelijk te verplaatsen

Slide 25 - Tekstslide

Waar gebruik je een transportbord?

👉Van de keuken naar de zaal brengen.

👉Meerdere borden tegelijk vervoeren.

👉Voorkomen dat je iets laat vallen.

Slide 26 - Tekstslide

Plateservice

👉 eten op een bord klaarmaken en aan de gast serveren.

👉 de kok of de bediening zorgt dat het bord mooi en compleet is.

👉 het bord wordt direct aan de gast gegeven.

Slide 27 - Tekstslide

Hoe werkt plateservice?

👉De kok maakt het eten klaar en legt het op een bord

👉De bediening brengt het bord naar de gast

👉Alles komt tegelijk op het bord: vlees, groente, aardappelen, saus, enz.

👉De gast eet van zijn eigen bord

Slide 28 - Tekstslide

Wat hoort bij plateservice

 ☐ Eten op een bord klaar maken.

☐ Zelf eten halen van een buffet.

☐ De ober brengt het bord naar de gast.

☐ Eten uitpakken uit een doos.

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de functie van een Garde Manger?
A
Bereiden van koude gerechten
B
Opslaan van voedingsmiddelen
C
Koken van warme maaltijden
D
Bakken van desserts

Slide 30 - Quizvraag

Wat betekent HACC in de voedselveiligheid?
A
Hygiëne en Controle van Aardappelen
B
Beheersing van voedselveiligheid
C
Hazard Analysis Critical Control
D
Hulp bij Alcoholische Consumptie

Slide 31 - Quizvraag

  1. Kritisch
  2. Garde Manger
  3. Gereed melden
  4. Portfolio
  5. HACCP
  6. Inkoop
  7. Reflectie
  8. Julienne
  9. Annonceur
  10. Interpreteren
  11. Transportbord
  12. Plateservice
Welke woorden kan je nu goed uitleggen en welke noteer je in jouw woordenlijst?

Slide 32 - Tekstslide