Grammatica opdr 7 tm 10

H4 taalverzorging 2
Grammatica
opdr 7 tm 10
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H4 taalverzorging 2
Grammatica
opdr 7 tm 10

Slide 1 - Tekstslide

werkwoord

Slide 2 - Woordweb

Werkwoordsvormen
Een werkwoord kan verschillende vormen hebben. 
1. Ali belt zijn vriend. (belt = persoonsvorm)
2. Ali zal morgen zijn vriend bellen (bellen = hele werkwoord)
3. Ali heeft zijn vriend gebeld (gebeld = voltooid deelwoord)

Slide 3 - Tekstslide

Persoonsvorm
In iedere zin staat een persoonsvorm (pv). 
Het is het werkwoord wat verandert als je het in een andere tijd zet. 
Als er één werkwoord in de zin staat, is dát de persoonsvorm. 
bv:
Bram luistert naar muziek. 
luistert = pv.

Slide 4 - Tekstslide

De koe staat in de wei.
wat is de pv?
A
de koe
B
staat
C
in de wei

Slide 5 - Quizvraag

Wij hebben geluk.
wat is de pv?
A
wij
B
hebben
C
geluk

Slide 6 - Quizvraag

Ik ga naar school.
pv =

Slide 7 - Open vraag

Het Nederlands elftal voetbalt op het WK.
pv =

Slide 8 - Open vraag

Ik heb een kaartje voor het concert.
pv =

Slide 9 - Open vraag

Jan maakt het liefst géén huiswerk.
pv =

Slide 10 - Open vraag

Joop schreeuwt heel hard naar zijn zus.
pv =

Slide 11 - Open vraag

Tess knipt haar haar.
pv =

Slide 12 - Open vraag

Andere tijd
Soms staan er meerdere werkwoorden in een zin. 
Dan kun je de persoonsvorm vinden door de zin in een andere tijd te zetten.
Voorbeeld: 
Ik wil bij Janneke logeren.
Ik wilde bij Janneke logeren.
Het werkwoordje wat van tijd verandert, is de pv! 

Slide 13 - Tekstslide

Kevin gaat elke vrijdag voetballen.
pv =

Slide 14 - Open vraag

Sien heeft een mooie fiets gekregen
pv =

Slide 15 - Open vraag

Klas 2A houdt niet van huiswerk maken.
pv =

Slide 16 - Open vraag

Ga jij zaterdag ook boodschappen doen?
pv =

Slide 17 - Open vraag

Hij is vanmorgen naar de dokter geweest
pv =

Slide 18 - Open vraag

Mijn vader houdt van tennissen.
pv =

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk
maak opdracht 7 tm 10
blz 82-84

Slide 20 - Tekstslide