Fictie blok 3: het vertelperspectief

H2 + A2
10 februari 2021
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

H2 + A2
10 februari 2021

Slide 1 - Tekstslide

Na vandaag kan je...
  • De verschillende vertelperspectieven benoemen 
  • Bij teksten en films benoemen vanuit welk perspectief het wordt verteld 
  • Het verschil tussen de vertelperspectieven benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vertelperspectief
Vertelperspectief
Het standpunt van waaruit een verhaal wordt verteld.

1. Ik-vertelperspectief
De gebeurtenissen worden verteld door een personage in de ik-vorm.

2. Hij/zij-vertelperspectief
De gebeurtenissen worden in de hij- of zij-vorm verteld.

Slide 4 - Tekstslide

Vertelperspectief
3. Alwetende verteller 
De alwetende verteller speelt zelf geen rol in het verhaal, maar hij weet alles van alle personages en gebeurtenissen.

4. Wisselend perspectief 
Soms laat een schrijver het perspectief verspringen van de ene naar de andere persoon. Meestal gebruikt hij hiervoor het personaal perspectief (hij/zij-perspectief). Heel soms gebruikt hij hiervoor verschillende ik-figuren, dan wordt bijvoorbeeld elk hoofdstuk vanuit een ander ik-figuur verteld.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Opdracht vertelperspectief
Op de volgende slides volgt een aantal vragen over het vertelperspectief. 

Lees de fragmenten en beantwoord de vragen.

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Welk perspectief heb je net gehoord in 'Koning van Katoren'?
A
ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
alwetende verteller
D
wisselend perspectief

Slide 9 - Quizvraag

Opdracht vertelperspectief

De zin: 'Later zou hij nog vaak aan deze dag terugdenken', kom je tegen bij . . .
A
ik-perspectief
B
alwetende verteller
C
Hij/zij-perspectief

Slide 10 - Quizvraag

"Ze stapte uit de auto, maar bleef met haar jas aan de gordel hangen. Ze viel recht vooruit met haar kin op de stoep. Dat gaat er niet mooi uitzien, dacht ze, terwijl ze probeerde weer overeind te krabbelen."
Welk perspectief heeft dit?
A
Ik-perspectief
B
Hij/zij-perspectief
C
Alwetende verteller

Slide 11 - Quizvraag

Opdracht vertelperspectief

Als je graag meeleeft met de hoofdpersoon, lees je het liefst boeken met een . . .
A
alwetende verteller
B
Hij/zij-perspectief
C
ik-perspectief

Slide 12 - Quizvraag

Vlog maken 
o Minimaal 5 minuten, maximaal 10 minuten
o Het moet goed verstaanbaar zijn
o Het moet een introductie hebben (dus: “goedemorgen en welkom” of een andere introductie)
o Het moet een slot hebben (dus: “tot de volgende video” of een andere afsluiting)
o Je moet minimaal 3 verschillende plaatsen/kamers in je vlog laten zien (bijvoorbeeld slaapkamer, woonkamer, keuken)
o Denk aan je intonatie: probeer het vrolijk en enthousiast te brengen

De opdracht staat ook in It's Learning 

Slide 13 - Tekstslide