Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
aiToolsTab
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Week 46 Grammatica
Pak je spullen en je leesboek en ga lezen.
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Pak je spullen en je leesboek en ga lezen.
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Grammatica, zinsontleding
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent zinsontleding?
A
Je knipt de zin in stukjes. Deze stukjes heten zinsdelen.
B
Alle soorten woorden die er bestaan.
C
Je gaat kijken uit hoeveel letters de zin bestaat.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de eerste stap bij zinsontleding?
A
verdelen in zinsdelen
B
persoonsvorm zoeken
C
onderwerp zoeken
D
gezegde zoeken
Slide 4 - Quizvraag
De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord
Slide 5 - Quizvraag
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
werkwoordelijk gezegde
Fatma
moet
hard
lachen
Slide 7 - Sleepvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Het werkwoordelijk gezegde
Janneke
heeft
haar werk
goed
gedaan
Slide 8 - Sleepvraag
Welke zinsontleding is goed?
A
Wij /gaan/ niet / naar school fietsen.
B
Wij /gaan/ niet / naar school/ fietsen.
C
Wij /gaan/ niet naar school fietsen.
D
Wij /gaan niet / naar school fietsen.
Slide 9 - Quizvraag
Wat gaan we doen?
Grammatica, zinsontleding
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
De persoonsvorm heeft drie kenmerken.
Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
heeft
C
drie
D
kenmerken
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het Werkwoordelijk gezegde?
A
het eerste werkwoord van een zin.
B
alle werkwoorden samen in een zin.
C
het laatste werkwoord van een zin.
Slide 20 - Quizvraag
Welke zinsontleding is goed?
A
Wij /gaan/ niet / naar school fietsen.
B
Wij /gaan/ niet / naar school/ fietsen.
C
Wij /gaan/ niet naar school fietsen.
D
Wij /gaan niet / naar school fietsen.
Slide 21 - Quizvraag
Lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Jij kan het lijdend voorwerp in die zin vinden.
A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in die zin
D
kan vinden
Slide 22 - Quizvraag
Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Ik
heb
deze lockdown
zeven series
gezien.
Slide 23 - Sleepvraag
Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Gisteren
bracht
ik
mijn broertje
naar de ijsbaan.
Slide 24 - Sleepvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
toetsstof hoofdstuk 1 Talent
October 2025
-
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
-
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
1.7 Persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde en onderwerp
October 2025
-
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
herhaling grammatica Kapitel 5
July 2025
-
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
-
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2 HV Grammatica (zinsdelen)
June 2024
-
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Zinsdelen en zinsopbouw
January 2022
-
25 slides
Taal
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
Quizje zinsdelen herhaling brugklas
September 2024
-
10 slides
Quiz!