Verleden tijd van werkwoorden
1 / 33
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Vul in schudden.
Ik ..... zijn hand gisteren
Ik ..... zijn hand gisteren
A
schudde
B
schudden
C
schudte
D
schudten
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de stam van Antwoorden?
Slide 16 - Open vraag
vul in antwoorden.
Hij ..... gisteren pas heel laat.
Hij ..... gisteren pas heel laat.
A
antwoordte
B
antwoordde
C
anwoorde
D
antwoordten
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de stam van Voeden?
Slide 18 - Open vraag
vul in voeden.
Wij ..... gisteren de paarden.
Wij ..... gisteren de paarden.
A
voedte
B
voedten
C
voedden
D
voedde
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de stam van Landen?
Slide 20 - Open vraag
vul in bloeden.
De wonden ..... heel erg
De wonden ..... heel erg
A
bloedde
B
bloedt
C
bloedden
D
bloedte
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de stam van Landen?
Slide 22 - Open vraag
vul in antwoorden.
Het vliegtuig ..... gisteren pas heel laat.
Het vliegtuig ..... gisteren pas heel laat.
A
landt
B
landden
C
landten
D
landde
Slide 23 - Quizvraag
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Ik ben ..........(schrikken)
Slide 26 - Open vraag
Ik .......(drinken, verleden tijd) mijn cola op.
Slide 27 - Open vraag
Mijn moeder ......(dwingen verleden tijd) mij om mijn eten op te eten.
Slide 28 - Open vraag
Slide 29 - Tekstslide
Waar woon jij over 10 jaar?
Slide 30 - Woordweb
Wat wil je later worden?
Slide 31 - Woordweb
Wil je later kinderen?
