Straat 2.3 Grammatica

Zo starten wij de les:

Groene tijd: 
Rustig gaan zitten, telefoon op stil en in je tas. 
Pak je Chromebook en ga naar LessonUp. Login met je eigen naam, ingelogd? Draai je scherm naar mij toe.
               
Oranje tijd: 
Klassikaal uitleg en zelfstandig werken.
         
Blauwe tijd: 
Opdrachten afronden, exit ticket en rustig spullen pakken.

Vandaag
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Zo starten wij de les:

Groene tijd: 
Rustig gaan zitten, telefoon op stil en in je tas. 
Pak je Chromebook en ga naar LessonUp. Login met je eigen naam, ingelogd? Draai je scherm naar mij toe.
               
Oranje tijd: 
Klassikaal uitleg en zelfstandig werken.
         
Blauwe tijd: 
Opdrachten afronden, exit ticket en rustig spullen pakken.

Vandaag

Slide 1 - Tekstslide

Wat zie je op het plaatje?

Slide 2 - Tekstslide

Heb je al eens gehoord van de lijdende en bedrijvende vorm van een zin?
Ja
Ooit, maar weet het niet meer.
Nog noooooit van gehoord.

Slide 3 - Poll

✅ Lesdoel  
Aan het einde van de les kun je:

vertellen wat een bedrijvende zin is;
vertellen wat een lijdende zin is;

een zin veranderen van lijdend naar bedrijvend, en andersom.

Slide 4 - Tekstslide

💡 Waarom leren we dit?
Omdat je dan:
zinnen beter snapt;

duidelijker leert schrijven;
teksten makkelijker kunt begrijpen en verbeteren;

handiger wordt met taaltoetsen en begrijpend lezen.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld:

 De kok bakt de pannenkoeken.

                     De pannenkoeken worden gebakken door de kok.          

Wat is het verschil?
Gebruik de "wie/wat+gez." vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Het verschil
  • Bedrijvend = actief: je (het onderwerp) doet iets
  • Lijdend = passief: je (het onderwerp) ondergaat iets

Slide 7 - Tekstslide

Bedrijvende vorm= actief

De jongen schiet de bal. 
Lijdende vorm= passief

De bal wordt door de jongen geschoten.

Slide 8 - Tekstslide

Ezelsbruggetje(s)
In een lijdende (passieve) zin bestaat de persoonsvorm altijd uit een vorm van 'worden' of 'zijn'.
Er staat altijd een voltooid deelwoord in een lijdende zin

Mijn mobieltje werd door de docent ingenomen.

De docent heeft mijn mobieltje ingenomen.
De docent nam mijn mobieltje in.

Slide 9 - Tekstslide

Bedrijvend / actief
Lijdend / passief
Het team legde in ruim drie maanden tijd alle puzzelstukjes bij elkaar.
De man aan de kant van de weg heeft de politieagent zijn verhaal verteld.         
De ramptoeristen werden naar een andere baan geleid door de verkeersbegeleiders.
Gedurende het gehele onderzoek wordt de politie door de forensisch arts bijgestaan.
De oplossing is op tijd meegedeeld door het hoofd van de recherche.

Slide 10 - Sleepvraag

De ouders van het vermiste meisje hadden een krant gekocht bij de plaatselijke supermarkt.

Is deze zin bedrijvend of lijdend?
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 11 - Quizvraag

Maak van de zin een lijdende vorm.

De ouders van het vermiste meisje hadden een krant gekocht.

Slide 12 - Open vraag

Nu maken
Learnbeat 
Straat 2.3 Grammatica en formuleren
B Deel 1: Grammatica: Zinsdeel: Bedrijvende en lijdende vorm
Opdracht 2 t/m 12

Bij 70% goed beantwoord mag je nakijken.

Klaar: Ga verder met lezen of pak een woordzoeker.
Niet af? Huiswerk!

Alles in stilte, heb je een vraag steek je vinger op.
timer
30:00

Slide 13 - Tekstslide

Blauwe tijd: afronden en evalueren.
Ik weet het verschil tussen een bedrijvende en lijdende vorm van een zin en kan deze ook omzetten van vorm.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter? Hoe ga je dat verbeteren? Denk ook aan gedrag, inzet etc.

Slide 15 - Open vraag

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 16 - Open vraag

Dank jullie wel en tot de volgende les!

Slide 17 - Tekstslide