In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Kies één SO/PO cijfer. Maakt niet uit uit welke periode. Wat wil(de) je hiermee bereiken?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Wiskunde kwikscan
Bij wiskunde leer je om problemen aan te pakken. Een probleem is niet zomaar een opgave, maar een vraag waarvoor de werker nog geen kant-en-klare oplosmethode ter beschikking heeft. Om dit aan te leren krijgen de werkers handvaten aangereikt, gereedschappen om hier hun eigen weg in te vinden. Het is namelijk net als in een bouwbedrijf, iedereen heeft z’n eigen specialismes en pakt een klus / probleem op zijn manier aan. Gelukkig zijn er binnen die verschillende manieren van aanpak ook overeenkomsten te vinden.
Slide 24 - Tekstslide
De principes van de kwikscan:
- gevraagde kennis is eerder verkregen
- 5 minuutjes
- werkers ervaren ongemak
- werkers geven feedback
- werkers krijgen feedback
- medewerker geeft feedback
- werkers verwerken feedback
Slide 25 - Tekstslide
Even zelf proberen?
Pak pen/ potlood en papier en geef uitleg en antwoord op deze vraag:
timer
5:00
Slide 26 - Tekstslide
lever je uitleg en antwoord in
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
INTRO TICKET Je gaat een uur met je vakgroep aan de slag met de opdracht. Noteer:
1. Wanneer ben je tevreden? 2. Wat is er gebeurd als je aan het einde van dit uur baalt?
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Om 12.40: Noteer hier per vakgroep wat jullie bedacht hebben als alternatief voor een vertroebelt/motivatie cijfer.
Slide 31 - Open vraag
EXIT TICKET Noteer: 1. Een ding dat je meeneemt uit de bijeenkomst van vandaag. 2. Een onderdeel uit je lesprogramma waar je trots op bent. 3. Een (hulp)vraag die voor jou is overgebleven.