Herhaling dieren in de winter

Dieren in de winter.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dieren in de winter.

Slide 1 - Tekstslide

Dieren in de winter
Wat weet jij nog?

Slide 2 - Woordweb

Hoe noem je de dikke haren die sommige dieren krijgen als het kouder wordt?
A
Winterdeken
B
Wintervacht
C
Winterharen
D
Winterwol

Slide 3 - Quizvraag

De wintervacht begint meestal in de.....
A
Lente
B
Zomer
C
Herfst
D
Winter

Slide 4 - Quizvraag

Welk dier géén wintervacht?
A
Cavia
B
Paard
C
Koe
D
Schaap

Slide 5 - Quizvraag

Een wintervacht is opgebouwd uit:
Stevige lange en dikke wollige haren met daartussen lekker veel lucht. Dit houdt de warmte vast.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Kunnen vogels ook een 'wintervacht' krijgen?
A
Nee
B
Ja, ze krijgen meer donsveertjes
C
Ja, ze krijgen meer dikkere veren

Slide 7 - Quizvraag

Hoe houden dieren in het koude water zich warm?
A
Wintervacht
B
Vetlaagje
C
Gaan het water niet in
D
Kunnen gewoon tegen de kou

Slide 8 - Quizvraag

Hoe dik is de vetlaag van een zeehond?
A
1 millimeter
B
1 centimeter
C
5 millimeter
D
5 centimeter

Slide 9 - Quizvraag

Hoe overleven insecten de winter?
Je mag meerdere antwoorden geven

Slide 10 - Open vraag

Hoe oud kunnen lieveheersbeestjes worden?
A
1 dag tot 1,5 dag
B
1 tot 1,5 week
C
1 tot 1,5 maand
D
1 tot 1,5 jaar

Slide 11 - Quizvraag

Hoe noem je de vlinders die de Nederlandse winters te koud vinden en naar het zuiden vliegen?

Slide 12 - Open vraag

Welke blijvende vlinder kan het zelfs overleven als het vriest in Nederland?
A
Koolwitje
B
Citroenvlinder
C
Dagpauwoog
D
Gehakkelde Aurelia

Slide 13 - Quizvraag

Hoe kan het dat de Citroenvlinder de vrieskou kan overleven?

Slide 14 - Open vraag

Een zomergast is in Nederland een vogel die....
A
In de zomer van Nederland naar een ander, warmer land trekt.
B
In de zomer vanuit het zuiden Nederland trekt.
C
In de winter van Nederland naar een ander, warmer land trekt.
D
In de zomer vanuit het noorden naar Nederland trekt.

Slide 15 - Quizvraag

Een wintergast is in Nederland een vogel die....
A
In de zomer van Nederland naar een ander, warmer land trekt.
B
In de zomer vanuit het zuiden Nederland trekt.
C
In de winter van Nederland naar een ander, warmer land trekt.
D
In de winter vanuit het noorden naar Nederland trekt.

Slide 16 - Quizvraag

Hoe noemen we vogels die het hele jaar door in Nederland blijven?

Slide 17 - Open vraag

Even snel herhalen
Katten kunnen best goed tegen de kou. Ze krijgen een dikke wintervacht die hen goed beschermt. Een kat die gewend is naar buiten te gaan, kan dus rustig naar buiten. Hij moet wel weer naar binnen kunnen als hij dat wil. Te lang in de kou is voor katten natuurlijk ook niet fijn. 

Hoewel katten goed tegen lage temperaturen kunnen, zitten ze het liefst op een warme plek. Ze liggen graag tegen de kachel aan, zitten bij de open haard of kruipen onder de dekens thuis. 

Slide 18 - Tekstslide

Honden
Sommige rassen kunnen goed tegen kou en andere juist helemaal niet. Husky’s en Sint Bernard-honden vinden het helemaal niet erg om naar buiten te gaan met koud weer. Deze honden hebben een dikke vacht. Kleine honden met een dunne vacht hebben buiten soms een speciaal jasje of dekje nodig om warm te blijven.
Honden kunnen last krijgen van hun voetzolen als er sneeuw ligt. Ook zout is niet goed voor de poten. Belangrijk is dan de poten na het wandelen goed schoon te maken.

Het is natuurlijk hartstikke leuk, zo’n sneeuwballengevecht met de hond. Maar echt goed is het niet. Als een hond teveel sneeuw binnenkrijgt, krijgt hi namelijkj buikpijn. 

Slide 19 - Tekstslide

Katten
Katten kunnen best goed tegen de kou. Ze krijgen een dikke wintervacht die hen goed beschermt. Een kat die gewend is naar buiten te gaan, kan dus rustig naar buiten. Hij moet wel weer naar binnen kunnen als hij dat wil. Te lang in de kou is voor katten natuurlijk ook niet fijn. 

Hoewel katten goed tegen lage temperaturen kunnen, zitten ze het liefst op een warme plek. Ze liggen graag tegen de kachel aan, zitten bij de open haard of kruipen onder de dekens thuis. 

Slide 20 - Tekstslide

Konijnen / haasachtigen
Konijnen verharen over het algemeen twee tot vier keer per jaar. Tweejaarlijks is de rui hevig. Het konijn maakt zich klaar voor de zomer of winter. Het duurt zes weken om een zomer- of winterpels aan te maken. De andere twee seizoenen, ruift het konijn minder erg. 
Wanneer je konijn binnen woont, zal zijn winterpels minder dik zijn dan die van een buiten huiskonijn. Het konijn heeft alleen wel een warm nachthok met veel stro nodig.
Het hok mag niet op de tocht staan. Mocht het echt heel erg gaan vriezen, dan kan het hok beter even in de schuur staan.
Een konijn is een gevoelig dier en heeft moeite met grote temperatuurschommelingen. Daarom is het ook geen goed idee om je buitenhuiskonijnen in de winter ineens naar de warme binnentemperaturen te verhuizen (of omgekeerd).


Slide 21 - Tekstslide

Knaagdieren
Knaagdieren zoals cavia’s, ratten en muizen kunnen het best binnen staan. Zij krijgen geen dikke wintervacht om zich warm te houden. De dieren mogen niet op de tocht staan, daar kunnen ze heel ziek van worden. In de winter kan een beetje extra stro natuurlijk geen kwaad, want ook in huis kan het kouder zijn in de winter.

Let er goed op bij het hanteren dat je handen niet heel koud zijn. Als je ze met koude handen oppakt kunnen ze erg schrikken.

Slide 22 - Tekstslide

Vijver vissen
De meeste vijvervissen kunnen in de winter gewoon buiten blijven. Alleen de kleine jonge vissen overleven de kou misschien niet en kunnen beter binnen staan. (weinig vetten)

Vissen voeren kan tot 5 graden. Bij lagere temperaturen schakelen vissen over op een soort ruststand. Ze hebben dan weinig energie nodig en eten dan niet.

Als er ijs op de vijver ligt, is het slim een wak  te maken. 

Koikarpers kunnen niet zo goed tegen temperatuurswisselingen. De vijver kan dan het beste afgedekt met bubbeltjesplastic. Zo blijft de temperatuur constant.

Slide 23 - Tekstslide

Paarden
Paarden krijgen in de winter een dikke vacht. Hierdoor kunnen ze goed tegen kou en zelfs sneeuw vinden ze niet erg. Ze kunnen dus gewoon in de wei staan. Vooral IJslanders en Shetlandpony’s krijgen een dik winterpak. Het is wel fijn voor ze als ze ergens kunnen schuilen, als het bijvoorbeeld hard gaat stormen. Paarden die geschoren worden hebben een deken nodig om warm te blijven.

Het is belangrijk dat paarden genoeg te drinken hebben. Ze hebben daarom altijd vers water nodig. En dat water moet dan niet bevroren zijn natuurlijk. 

Slide 24 - Tekstslide

Schapen, koeien en geiten
Schapen, koeien en geiten kunnen prima buiten blijven in de winter. Ze hebben wel beschutting nodig om te kunnen schuilen. Ook hebben ze extra voer nodig. Daarmee houden ze zich warm. 

Meestal gaan ze wel op stal. Koeien worden geschoren als ze op stal staan. Anders krijgen ze het te warm.

Slide 25 - Tekstslide

Kippen
Kippen houden niet zo van kou. Hun lellen kunnen zelfs bevriezen! Daarom moeten ze zich kunnen verschuilen in een lekker warm hok met stro.

Slide 26 - Tekstslide

Egels en eekhoorns
Egels houden een winterslaap. In de herfst eten ze zich helemaal vol en zoeken dan een warm plekje. Ze kruipen graag onder hopen bladeren. Mensen met een tuin kunnen daarom hopen bladeren beter laten liggen. 

Eekhoorns houden geen winterslaap, maar een winterrust. Van tevoren slaan ze een hoop voedsel op en verstoppen het. Zo kunnen ze in de winter rustiger aandoen en veel in een warm holletje zitten. 

Slide 27 - Tekstslide

Ga opzoek: 
  • Zoek drie dieren op die een winterrust houden
  • Zoek drie dieren op die een winterslaap houden
  • Wat is het verschil tussen een winterrust en een winterslaap?
  • Wanneer en hoelang doen ze dit
  • Waarom doen dieren dit? 





Slide 28 - Tekstslide