5.5 Logaritmen theorie A, B, C

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk vraag 66
g(x)=62x10
62x10=2x
52x=10
2x=2
x=1

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven:
Translatie (3,7) en vermenigvuldiging met b ten opzichte van y-as geeft:
f(x)=3x+25
A
g(x)=b(3x+5+2)
B
g(x)=b(3x1+2)
C
g(x)=3b1x1+2
D
g(x)=3b1x+5+2

Slide 3 - Quizvraag

A: '+3' in plaats van '-3' gedaan en vermenigvuldiging tov x-as met b
B: 'vermenigvuldiging tov x-as met b
C: goed
D: '+3' in plaats van '-3'
Gegeven:
Punt A (-16, 83) ligt op de grafiek van g. Bereken b exact.
g(x)=3b1x1+2

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking
3b116+2=83
3b116=81
3b116=34
b116=4
b1=164
4b=16
b=4

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.5 Logaritmen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven:
Wat is x?

2x=8

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven:
Gevraagd: x
4x=64
A
x=3
B
x=16
C
464

Slide 8 - Quizvraag

A: goed
B: 64/4 in plaats van 4 log 64
C: deze oplossing past bij x^4=64
Gegeven:
Gevraagd: x?
2x=12

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Logaritmen als 'tegenovergestelde van machtsverheffen' zoals kwadrateren het 'tegenovergestelde is van worteltrekken'
2x=8
2log(2x)=2log(8)
x=3
x=3
(x)2=32
x=9

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logaritmen; de theorie
                   is een exponent. Het grondtal van de
macht is 2 en de uitkomst is 8.
2x=8
x=2log(8)=2log(23)=3
2log(8)
2log(8)
Het grondtal van de logaritme is bij dit voorbeeld 2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logaritmen, twee voorbeelden
2x=8
2log(2x)=2log(8)
x=3
2log(2x)=2log(23)
3x=81
3log(3x)=3log(81)
3log(3x)=3log(34)
x=4

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logaritmen uit het hoofd berekenen
2x=8
2log(2x)=2log(8)
x=3
2log(2x)=2log(23)
3log(81)=3log(34)=4
2log(8)=2log(23)=3
5log(125)=5log(53)=3
5log(5)=5log(521)=21
4log(41)=4log(41)=1

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen 69 abe, zelf 69 afmaken
69a:
We zoeken de exponent van de macht met grondtal 5 die als uitkomst 125 heeft, dus schrijven we 125 als macht van 5
69b: 
We zoeken de exponent van de macht met grondtal 10 die als uitkomst 0,1 heeft, dus schrijven we 0,1 als macht van 10
69e
We zoeken de exponent van de macht met grondtal 2 die als uitkomst 
heeft, dus schrijven we           als macht van 2
5...=125?
10...=0,1?
0,1=101=101
2
2
2...=2?
2=221
qxp=xqp

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samen 70 ab, thuis 70 afmaken
70a:
We zoeken de exponent van de macht met grondtal 2 die als uitkomst 
heeft, dus schrijven we               als macht van 2

70b: 
We zoeken de exponent van de macht met grondtal 3 die als uitkomst 
 heeft, dus schrijven we            als macht van 3

2...=642?
3...=913?
642
642
642=26221=2621
913
913
913=321321=32321=3121

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

73 ab samen, zelf afmaken
Eerder klaar? verder met 74

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een logaritmische grafiek op de GR
Via: MATH-A- logbase
Het grondtal zet je in het kleine vakje rechtsonder na log. Tussen haakjes zet je het andere getal.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plot de grafieken van
en van
op je GR.
Welke stelling hieronder klopt?
f(x)=2log(x)
g(x)=21log(x)
A
De grafieken gaan door (1,0) en de asymptoot is de y-as
B
De grafieken gaan door (1,0) en de asymptoot is de x-as
C
De grafieken gaan door (0,1) en de asymptoot is de y-as
D
De grafieken gaan door (0,1) en de asymptoot is de x-as

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De verticale asymptoot bij een logaritmische standaardfunctie is de y-as (x=0). Welke transformatie heeft invloed op de formule van de asymptoot?
A
vermenigvuldiging tov x-as
B
vermenigvuldiging tov y-as
C
translatie (a,0)
D
translatie (0,a)

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de grafiek van
ontstaan uit de standaardgrafiek?
l(x)=3log(2x)+5
A
Translatie (0,5) verm tov x-as, 2
B
Translatie (0,5) verm tov y-as, 2
C
Translatie (0,5) verm tov x-as, 3 verm tov y-as, 1/2
D
Translatie (0,5) verm tov y-as, 1/2

Slide 20 - Quizvraag

A: Vermenigvuldiging tov x-as in plaats van y-as
B: Vermenigvuldiging tov y-as wel goed, maar moet 1/2 zijn
C: Het grondtal van de logaritme gezien als '3*'
D: Goed

De volgende transformaties worden toegepast op de grafiek van
Eerst 4 omhoog, dan vermenigvuldigen tov de y-as met 1/3 en ten slotte 2 naar links. Geef de formule van de beeldgrafiek
y=3log(x)
A
y=3log(3x+6)+4
B
y=3log(3x+10)
C
y=3log(3x+2)+4
D
y=3log(3x+6)

Slide 21 - Quizvraag

A: goed
B: antwoord van A, maar dan 6 en 4 nog bij elkaar opgeteld. 
C: 'x' moet vervangen worden door 'x+2', en nu is 3x vervangen door '3x+2'
D: zie C, maar dan 2 en 4 nog opgeteld
Uitwerking (lijkt op 79d)
y=3log(x)
y=3log(x)+4
y=3log(3x)+4
y=3log(3(x+2))+4
y=3log(3x+6)+4

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling grafieken bij een exponentiele functie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grafieken bij een logaritmische functie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Combinatie exponentieel en logaritmisch 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf: vraag 80 (zonder uitwerkingen)

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

80c en d

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 81a

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 81b

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 81c

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gegeven:
Welke stelling over het ontstaan van de grafiek van f uit de standaardgrafiek en de asymptoot klopt?
f(x)=2log(5x15)
A
verm. tov y-as met 1/5 translatie (15,0) asymptoot x=15
B
translatie (15,0) verm. tov y-as met 1/5 asymptoot x=15
C
verm. tov y-as met 1/5 translatie (3,0) asymptoot x=3
D
translatie (3,0) verm tov y-as met 1/5 asymptoot x=3

Slide 32 - Quizvraag

A: Deze translatie zou zorgen voor
5(x-15)=5x-75
B: translatie en vermenigvuldiging klopt, asymptoot niet
C: Goed
D: Dit zou geven '5x-3' in plaats van '5x-15'
Uitwerking
f(x)=2log(5x15)
y=2log(x)
y=2log(5x)
y=2log(5(x3))
verm tov y-as, 1/5


translatie (3,0) dus asymptoot x=3


haakjes wegwerken


2e manier
asymptoot:
5x-15=0
5x=15
x=3

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitwerking 82

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies