Les Nederlands vaste tekststructuren 8 januari 2021

Programma
  • Verder met cursus leesvaardigheid
  • Boekverslag, toetsweek?
  •  Samenwerken in groepjes
  • Doelen: aan het eind van de les kan verschillende vaste tekststructuren in een tekst herkennen, en weet je welke vaste tekststructuren bij welke tekstsoorten horen. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Verder met cursus leesvaardigheid
  • Boekverslag, toetsweek?
  •  Samenwerken in groepjes
  • Doelen: aan het eind van de les kan verschillende vaste tekststructuren in een tekst herkennen, en weet je welke vaste tekststructuren bij welke tekstsoorten horen. 

Slide 1 - Tekstslide

Vaste tekststructuren
Een tekst kan verschillende structuren hebben. De tekst begint bijvoorbeeld met een vraag en beantwoordt die in de rest van de tekst. Welke structuurparen horen bij elkaar?

Slide 2 - Tekstslide

antwoord
argument
aspecten
situatie nu
oplossing
verklaring(en)
voor- en nadelen
vraag
standpunt
samengesteld geheel

situatie vroeger
verschijnsel
vraag/stelling
probleem

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Link

Wat zijn de kenmerken van een betoog?

Slide 5 - Woordweb

Welke structuren passen het beste bij een betoog denk je?
A
Verklaringsstructuur en argumentatiestructuur
B
argumentatiestructuur en voordelen- nadelenstructuur
C
aspectenstructuur en voordelen- en nadelenstructuur
D
probleem-oplossingsstructuur en verklaringsstructuur

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van een beschouwing?

Slide 7 - Woordweb

Welke tekststructuren passen het beste bij een beschouwing?
A
probleem-oplossingsstructuur, de vraag-antwoordstructuur en de verklaringsstructuur
B
de verklaringsstructuur, de argumentatiestructuur en de probleem- oplossingsstructuur
C
de aspectenstructuur, de vraag-antwoordstructuur en de verklaringsstructuur
D
de aspectenstructuur, de verleden-heden toekomststructuur, en de vraag-antwoordstructuur

Slide 8 - Quizvraag

Wat zijn de kenmerken van een uiteenzetting?

Slide 9 - Woordweb

Welke tekststructuren passen het beste bij een uiteenzetting?
A
verleden/heden-structuur, voor- en nadelenstructuur, vraag-antwoordstructuur
B
verklaringsstructuur probleem- oplossingsstructuur verleden-heden (toekomst)structuur
C
aspectenstructuur, de verklaringsstructuur, een vroeger/ heden (toekomst)- structuur
D
argumentatiestructuur voor- en nadelenstructuur, vraag-antwoordstructuur

Slide 10 - Quizvraag

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
argumentatie-
structuur
aspecten-
structuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
voor- en
nadelen-
structuur
inleiding:
stelling,
standpunt
inleiding:
samenvatting van de verschillende aspecten
inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel
inleiding:
vraag
of 
stelling

Slide 11 - Sleepvraag

Tekstsoort
Uiteenzetting



Betoog

beschouwing
Tekststructuur
aspectenstructuur, de verklaringsstructuur,
een vroeger/ heden (toekomst)- structuur

aspectenstructuur 
voordelen- en nadelenstructuur

probleem-oplossingsstructuur, de vraag-antwoordstructuur en de verklaringsstructuur

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk voor vrijdag 15 januari
Maak opdracht 2 pagina 30 NN

Slide 13 - Tekstslide