Basisstof 3 - Bevruchting

Basisstof 3 - Bevruchting
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Basisstof 3 - Bevruchting

Slide 1 - Tekstslide

Waar hebben we het al over gehad?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Nectar en stuifmeel
  • Veel bloemen maken nectar
  • Nectar trekt o.a. insecten aan
  • Insect raakt bedekt met stuifmeel 
  • Insect gaat naar de volgende bloem
  • Stuifmeel gaat mee en komt op de volgende bloem

Bestuiving

Slide 4 - Tekstslide

Geen bestuiving als:
  • stuifmeel op een andere bloemsoort terecht komt;
  • stuifmeel op de stempel terechtkomt i.p.v. op de stamper

Slide 5 - Tekstslide

Kruisbestuiving en zelfbestuiving

Slide 6 - Tekstslide

Kruisbestuiving en zelfbestuiving
Kruisbestuiving: 
stuifmeel komt terecht op stempels van bloemen van een andere plant (van dezelfde soort).
Zelfbestuiving: 
stuifmeel komt terecht op stempels van bloemen van dezelfde plant. 

Slide 7 - Tekstslide

Insectenbloem
Windbloem

Slide 8 - Tekstslide

Insectenbloemen en windbloemen
Verschillen in:
  • grootte van de bloem
  • kroonbladeren
  • geur
  • nectar
  • stuifmeelkorrels
  • helmknoppen en stempels

Slide 9 - Tekstslide

Geen bestuiving
Kruisbestuiving
Zelfbestuiving
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is bestuiving?
Het overbengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van dezelfde soort.
Wat is een insectenbloem?
Een insectenbloem heeft insecten nodig voor bestuiving.

Kenmerken:
- Grote, opvallende, gekleurde en geurende kroonbladeren
- Nectar
- Plakkerige stuifmeelkorrels
- Meeldraden en stamper in de bloem
Wat is een windbloem?
Een windbloem gebruikt de wind voor bestuiving.

Kenmerken:
- Vaak kleine en onopvallende bloemen
- Licht stuifmeelkorrels
- Maken veel stuifmeelkorrels
- Meeldraden en stamper hangen buiten de bloem

Slide 11 - Tekstslide

Bestuiving: Stuifmeelkorrels gaan van de ene bloem naar de stamper van een andere bloem van dezelfde soort.
Bevruchting: Het samensmelten van de kern van een stuifmeelkorrel en de kern van een eicel

  1. Stuifmeelkorrel komt op de stempel.
  2. Er wordt een stuifmeelbuis gevormd.
  3. De top van de stuifmeelbuis barst open.
  4. De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen en versmelt met de kern.
  5. Bevruchte eicel

Slide 12 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
Bestuiving
Bevruchting
Stuifmeelbuis

Slide 13 - Sleepvraag

1 vrucht met 6 zaden
 
1 stamper
1 vruchtbeginsel


6 stuifmeelkorrels
6 stuifmeelbuizen
6 zaadbeginsels
6 eicellen
6 kiemen

Kiem
Plantje in het zaad

Slide 14 - Tekstslide

In één vruchtbeginsel kan maar één bevruchting plaatsvinden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

In de afbeelding heeft er bestuiving plaatsgevonden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

In de afbeelding heeft er bevruchting plaats gevonden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
1
2
3
4
Een stuifmeelkorrel komt terecht op een stempel.
De kern van een stuifmeelkorrel versmelt met de eicelkern.
In een helmhokje ontstaan pollen.

Een stuifmeelkorrel vormt een stuifmeelbuis. 

Slide 18 - Sleepvraag

Kijk naar de afbeelding.
Hoeveel zaden kunnen er op dit moment maximaal gevormd worden?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 19 - Quizvraag

Basisstof 3 - Bevruchting
Leerdoelen
  1.  Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en windbestuiving;
  2.  Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen;
  3.  Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt;
  4.  Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

Vandaag
- Huiswerk bespreken/herhalen basisstof 2
- Uitleg basisstof 3
- Zelfstandig werken: Opdr 1 t/m 3 + 5 t/ m 7 blz 183


Slide 20 - Tekstslide