Keuzevak WVO herhaling hfdst 1 en 2, hfdst 3

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Welzijn volwassenen en ouderen

Hoofdstuk 1-2- 3 - 4. 

Welke norm past bij hygiëne?

1. Handen wassen voor het eten
2. Bidden voor het eten
3. Elke zondag naar de kerk.
4. U zeggen tegen oudere mensen

In welke twee groepen worden volwassenen ingedeeld?

1. Jongvolwassenen en volwassenen
2. Jongeren en volwassenen
3. Volwassenen en ouderen
4. Tieners en jongeren

Wat is een midlife crisis?

1. Dit betekent dat je jezelf nog moet ontwikkelen
2. Dit betekent dat je ongeveer op de helft bent en nadenkt over wat je verder moet.
3. Dit betekent dat je alles al hebt ontwikkeld
4. Dit betekent dat je oud bent en dat je niet meer kan leren

Welke ziekte heeft mevrouw van der laan in het voorbeeld?
Mevrouw van der Laan vergeet steeds vaker dingen. Ze laat regelmatig het gasfornuis aanstaan.

1. Midlife crisis
2. Overgang
3. Dementie
4. Hart zieke

Bij welke ontwikkeling hoort het achteruit gaan van zintuigen.

1. Lichamelijke ontwikkeling
2. geestelijke ontwikkeling
3. geestelijke ontwikkeling
4. Sociale ontwikkeling

Geef 5 voorbeelden van zintuigen

Welke activiteit hoort bij de cognitieve ontwikkeling?

1. Kruiswoordpuzzels
2. Hardlopen
3. Knutselen
4. Muziek maken

Hoofdstuk 3 Zelfregie en Zelfredzaamheid

Zelfregie= mensen zoeken zelf naar oplossingen voor problemen

Zelfredzaamheid= Vermogen om voor jezelf te zorgen. Je weet jezelf te
                                                                                                                                   redden.

Zorg op maat = niet meer zorg geven dan nodig is.

Rol zorgverlener bij zelfregie= ondersteunen niet oplossen

Zelf dingen doen = goed voor eigenwaarde.

Eigenwaarde= je vindt jezelf waardevol, los van wat andere daarvan denken.

Wat betekent zelfregie?

Wat is zelfredzaamheid?

Zojuist heb je een filmpje gezien. Leg uit waarom de verpleegkundige de zelfredzaamheid van de client wel of niet ondersteunt.

Leg uit hoe de verpleegkundige de zelfredzaamheid van de client zou kunnen verbeteren.

Zelfregie gaat over 4 zaken

1. Ieder mens is eigenaar van zijn leven en mag zelf keuzes maken.

2. Ieder mens heeft de kracht om zelf beslissingen te nemen en die uit te voeren. 

3. Ieder mens moet gemotiveerd zijn om in actie te komen. Je motivatie wordt bepaald door je eigen waarden.

4. Voor ieder mens zijn contacten belangrijk. 

Je ziet een aantal begrippen. Sleep de juiste betekenis naar het begrip toe. 

Zelfregie

Eigenwaarde

Zelfredzaamheid

Iemand zoek t zelf naar oplossingen voor zijn/haar problemen.

Het vermogen van iemand om voor zichzelf te zorgen.

Jezelf waardevol vinden.

Zoek in je boek op wat er wordt bedoeld met eigenaar van het leven. Schrijft het antwoord hieronder.

Zoek in je boek op wat motivatie is. Schrijf het antwoord hieronder op.

Stelling: je kunt iemand motiveren door te vragen wat iemand blij maakt.

1. Juist
2. Onjuist

Stelling: Je vergroot de zelfredzaamheid van een client door hem/haar zoveel mogelijk zelf te laten doen

1. Juist
2. Onjuist

Stelling: je stimuleert de zelfregie van een client door zoveel mogelijk keuzes voor hem/haar te maken

1. Juist
2. Onjuist

Maken

1. Opdrachten: 3.01, 3.03, 3.07, 3.08 en 3.09

2. High Tea: Thema

    Lever een korte omschrijving in van: het thema waarin jullie uitleggen waarom je hiervoor
    gekozen hebt en hoe het thema terugkomt in decoratie, hapjes, kleding en uitnodiging.

3. Zorg voor een recept en pas deze eventueel aan.

4. Maak een uitnodiging.

Hoe zorg je voor een goede lichaamsverzorging?

Wat is hygiëne?

Hoe zorg jij voor goede hygiëne?

Hoe wordt structuur van een dag ook wel genoemd?

1. Dagbesteding
2. Zelfhulp
3. Dagritme
4. Dagbesteding

Wat zijn de 4 grootse godsdiensten

Op welke dag hebben de Joden rustdag?

1. Maandag
2. Woensdag
3. Vrijdag
4. Zaterdag

Wat is een leefstijl?

1. persoonlijke manier van leven
2. Een gezamenlijke manier van leven
3. Een dagbesteding
4. Een structuur in de dag