Taal les 5 vertelperspectieven

Taal les 5 vertelperspectieven
Leesboek
TBI schrift + pen 
Laptop 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taal les 5 vertelperspectieven
Leesboek
TBI schrift + pen 
Laptop 

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeeld Merel


                         Tiuri stond op en wierp nog eenmaal een blik op het rustige gezicht van de Zwarte Ridder met het Witte Schild. Toen draaide hij zich om en liep naar zijn paard. Nu moest hij de opdracht vervullen die de ridder hem gegeven had, de brief brengen naar koning Unauwen in het land ten westen van het Grote Gebergte.

Slide 2 - Tekstslide

Pak je leesboek op tafel. 
Kies een fragment van ongeveer 5 zinnen uit. 

Typ het fragment over. 
Zorg ervoor dat je dit fragment ook kopieert! 
(Zodat je straks makkelijk kunt plakken..) 

Slide 3 - Tekstslide

Typ jouw fragment uit je leesboek over - ongeveer 5 zinnen. (Selecteer en kopieer deze tekst voor straks!)

Slide 4 - Open vraag

Verander het perspectief van jouw fragment.

Slide 5 - Open vraag

Opdracht 1: schrijf een moedig fragment 
Bedenk een situatie wanneer je moedig was of moed hebt getoond. 
Van vroeger toen je nog klein was tot en met nu; dat maakt niet uit. 

Waar was je toen? Hoe oud was je toen? Met wie was je? Wat gebeurde er allemaal? Beschrijf je emoties, maar ook de feiten van de situatie. Waarom moest je moedig zijn? Hoe liep de situatie af? 

Maak er een verhaal van wat zo in een avonturenboek zou passen. Vertel je situatie verhalend, met korte vertelzinnen.

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht wel/niet af? 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2: 
Herschrijf jouw moedige fragment 
Vanuit welk perspectief heb jij jouw 1e fragment geschreven? 

Herschrijf je fragment. Gebruik een andere verteller, maar wel dezelfde hoofdpersoon. (Jij dus.) Let op, je moet al je zinnen nalopen.
Werkwoorden en voornaamwoorden veranderen ook mee! 

Maak er een verhaal van wat zo in een avonturenboek zou passen.
Vertel je situatie verhalend, met korte vertelzinnen.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht wel/niet af? 

Slide 9 - Tekstslide

Opdr. 3: personage wisseling
Maak van een ander personage die een onderdeel speelt in jouw verhaal en leven, de hoofdpersoon.  Hoe beleeft hij of zij de situatie die jij beschreven hebt? Als je een verhaal leest, wordt het verhaal aan jou gepresenteerd vanuit een bepaald standpunt. Dit noem je het vertelperspectief. 
Je gaat hetzelfde fragment herschrijven vanuit het standpunt van een ander persoon. 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht wel/niet af? 

Slide 11 - Tekstslide