Verkeersborden FLEX

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Thema Vervoer
Verkeersborden
Er zijn vijf verschillende soorten verkeersborden:

  1. Je mag hier niet … borden (rond met een rode rand)
  2. Je moet hier … borden (rond en blauw)
  3. Pas op … borden (driehoekig met een rode rand)
  4. Kijk, hier is … borden (vierkant óf rechthoekig en blauw)
  5. Voorrangsborden (geen vaste kleur of vorm)







Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Dus....
(korte quiz)

Slide 9 - Tekstslide


A
Je mag hier niet...
B
Je moet hier...
C
Pas op...
D
Kijk hier is...

Slide 10 - Quizvraag

Hoe ziet een 'Kijk hier is... bord' eruit?
A
Rond met een rode rand
B
Rond en blauw
C
Driehoekig met een rode rand
D
Vierkant of rechthoekig en blauw

Slide 11 - Quizvraag


A
Je mag hier niet...
B
Je moet hier...
C
Pas op...
D
Kijk hier is...

Slide 12 - Quizvraag

Hoe ziet een 'Je moet hier bord' eruit?
A
Rond met een rode rand
B
Rond en blauw
C
Driehoekig met een rode rand
D
Vierkant of rechthoekig en blauw

Slide 13 - Quizvraag

Hoe ziet een 'Pas op bord' eruit?
A
Rond met een rode rand
B
Rond en blauw
C
Driehoekig met een rode rand
D
Vierkant of rechthoekig en blauw

Slide 14 - Quizvraag


A
Huppelen is niet toegestaan
B
Je mag hier niet alleen over straat
C
Kijk uit voor gevaarlijke mannen
D
Je mag hier niet lopen

Slide 15 - Quizvraag

Hoe ziet een 'Je mag hier niet bord' eruit?
A
Rond met een rode rand
B
Rond en blauw
C
Driehoekig met een rode rand
D
Vierkant of rechthoekig en blauw

Slide 16 - Quizvraag


A
Je mag hier niet...
B
Je moet hier...
C
Pas op...
D
Kijk hier is...

Slide 17 - Quizvraag


A
Je mag hier niet...
B
Je moet hier...
C
Pas op...
D
Kijk hier is...

Slide 18 - Quizvraag

Quiz over de borden
Nu gaan we testen of we het begrijpen.
Wat zeggen de verkeersborden ons?

Slide 19 - Tekstslide

1/29
A
Je mag hier niet op een paard zitten.
B
Het ruiterpad houdt hier op.
C
Hier is geen ruiterpad.

Slide 20 - Quizvraag

2/29
A
Je moet hier de richting van de pijlen volgen.
B
Je moet hier draaien
C
Je moet hier omkeren
D
Dit is een rotonde. Je mag zelf kiezen in welke richting je rijd.

Slide 21 - Quizvraag

3/29
A
Je mag hier niet parkeren
B
Je mag hier niet stil staan.
C
Je mag hier niet autorijden

Slide 22 - Quizvraag

4/29
A
Je moet hier lopen (voetpad)
B
Je mag hier lopen (voetpad)
C
Je moet hier hand in hand lopen
D
Kinderen mogen hier alleen komen met een volwassenen.

Slide 23 - Quizvraag

5/29
A
Let op douane
B
Je mag de straat niet van deze kant inrijden
C
Verboden in te rijden
D
Stop

Slide 24 - Quizvraag

6/29
A
Je moet hier links of rechtsaf.
B
Je moet hier links afslaan.
C
Je moet hier rechts afslaan.
D
Je moet hier rechtdoor.

Slide 25 - Quizvraag

7/29
A
Je kan hier je fiets parkeren
B
Hier mag je niet brommen/ fietsen
C
Je mag hier je fiets of brommer plaatsen
D
Je moet hier fietsen

Slide 26 - Quizvraag

8/29
A
Je bent de rode pijl. Je mag eerst gaan.
B
Je bent de zwarte pijl. Je mag eerst gaan.
C
Je bent de rode pijl. Je moet de andere voor laten gaan.
D
Je bent de zwarte pijl. Je moet de ander voor laten gaan.

Slide 27 - Quizvraag

9/29
A
Deze voertuigen mogen hier niet rijden
B
Kijk uit voor tractoren, brommers en fietsen
C
Hier moet je fietsen
D
Hier mag je niet inrijden

Slide 28 - Quizvraag

10/29
A
Let op! verkeer van rechts.
B
Verplichte rijrichting naar rechts.

Slide 29 - Quizvraag

11/29
A
Einde voorrangsweg
B
Nu moet ik oppassen. Rechts heeft voorrang
C
Voorrangsweg
D
Spoorweg overgang

Slide 30 - Quizvraag

12/29
A
Let op het overige verkeer
B
Je nadert een voorrangsweg.
C
Het verkeer van links en rechts heeft voorrang
D
Hier mag je niet verder rijden

Slide 31 - Quizvraag

13/29
Bij dit bord zie ik altijd iets op de
grond staan. Namelijk...
A
Een stopstreep
B
Haaientanden

Slide 32 - Quizvraag

14/29

wat betekent dit onderbord
A
Hier mogen alleen herenfietsen
B
Hier mag je je fiets neerzetten zonder trappers
C
Hier mag je de straat wel in fietsen
D
Alle fietsen mogen, uitgezonderd de herenfiets

Slide 33 - Quizvraag

15/29
A
Je komt in de buurt van een vliegveld
B
Hier kunnen raketten opstijgen
C
Jij rijdt op een voorrangsweg en moet voorrang krijgen
D
Kijk uit voor verkeer van rechts en links

Slide 34 - Quizvraag

16/29

wat vertelt dit onderbord mij
A
doorgaande bocht naar links met een zijstraat
B
Pas op! rechts heeft voorrang

Slide 35 - Quizvraag

17/29
A
Hier komt de wind altijd uit het westen.
B
Pas op..kans op harde winden
C
Pas op...zijwind

Slide 36 - Quizvraag

18/29
A
Kijk, hier is een doorgang waar jij eerst mag
B
Kijk, hier kan verkeer tegemoet komen rijden
C
Blijf hier rechts fietsen

Slide 37 - Quizvraag

19/29
A
Fiets rustig door en als er niets aankomt mag je door
B
Je MOET hier stoppen
C
Dit bord geldt niet voor fietsers

Slide 38 - Quizvraag

20/29
A
Hier is de bebouwde kom
B
Hier stopt Helmond met bouwen
C
Schrijffout
D
Hier is het einde van de bebouwde kom.

Slide 39 - Quizvraag

21/29
A
Je moet voorrang krijgen als je op deze weg fietst
B
Je rijdt op een voorrangsweg

Slide 40 - Quizvraag

22/29
A
Vanaf hier de straat in rijden
B
Kijk, hier is een eenrichtingsstraat
C
Je moet hier in rijden
D
Kijk, hier omhoog

Slide 41 - Quizvraag

23/29
A
Je moet hier voorrang krijgen
B
Kijk uit voor verkeer van links
C
Let op verkeer van rechts

Slide 42 - Quizvraag

24/29
A
Kijk eerst links en rechts
B
Hier mag je links en rechts
C
Hier moet je links of rechtsaf
D
geen idee

Slide 43 - Quizvraag

25/29
A
Pas op, de weg maakt een bocht naar links
B
Pas op, de weg maakt een bocht naar rechts
C
Pas op, je moet hier naar rechts

Slide 44 - Quizvraag

26/29
A
kijk, hier is een doorgang waar jij eerst mag
B
Kijk goed om je heen voordat je verder gaat
C
Kijk, hier mag je voor en achteruit.
D
kijk, hier kan verkeer tegemoet komen rijden

Slide 45 - Quizvraag

27/29
A
Pas op, kuilen in de weg.
B
Pas op, hier niet scheppen.
C
Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.

Slide 46 - Quizvraag

28/29
A
Pas op, een gevaarlijk kruispunt.
B
Pas op, de weg houdt hier op.
C
Pas op, ga niet op het kruis staan.

Slide 47 - Quizvraag

29/29
A
Pas op, hier is een fietsenstalling
B
Pas op, oplaadpunt voor elektrische auto's
C
Pas op, de weg wordt smaller.

Slide 48 - Quizvraag