mens en activiteit blok 7

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• Praktijkonderwijs
• vmbo k
• Leerjaar 2-4

Mens en Activiteit: Blok 7 Verstandelijke gehandicaptenzorg

Lesdoelen

Je weet na afloop welke soorten handicaps er zijn.

Je weet welke beroepen er zijn in de gehandicaptenzorg en of je er zelf voor geschikt bent.

Je leert wat dagbesteding inhoudt en je kunt na afloop verschillende activiteiten benoemen bij de dagbesteding.

Soorten handicaps

• Lichamelijk beperking o.a
• Visuele beperking 
• Auditieve beperking
• ××××××××××××××××
  
• Verstandelijke bewerking 
  
• Sociale beperking

Lichamelijke beperking

Meervoudig

Motorisch

Zintuigelijke - Auditief- visueel

(iets aan de organen hebben)- diabetes-nieren-hart

Verstandelijke beperking

Licht = ongeveer 12 jaar

Matig = ongeveer 7 jaar

Ernistig  = ongeveer 3 jaar

Verstandelijke beperking

Iemand met een verstandelijke handicap heeft moeite met het begrijpen van bepaalde zaken.  Dit komt door een ontwikkelingsstoornis: De ontwikkeling van de hersenen gaan langzamer dan bij leeftijdsgenoten.

•  Kan vaak niet goed leren rekenen en lezen.
  
•  Ondersteuning nodig bij het wonen, op school en het contact met andere mensen, omdat hij of zij geen verantwoordelijkheden kan gaan dragen. 

Oorzaken verstandelijke beperking: Aangeboren, zuurstof te kort tijdens een bevalling of kan later optreden door een ongeluk

Sociale beperking

Autisme

Autisme verwante stoornis.

blz 186 opdracht 5

Iemand die verlamd is heeft de volgende handicap

1. Motorisch
2. Ernstige handicap
3. Zintuigelijk
4. Autisme

Iemand met een niveau van een 12 jarige is

1. Ernstig gehandicapt
2. Matig gehandicapt
3. Licht gehandicapt
4. Motorisch gehandicapt

Over wat voor soort handicap gaat het? "Iemand kan moeilijk contact maken met andere"

1. Zintuigelijk
2. Autisme (sociaal)
3. Verstandelijke beperking
4. Functionele bewerking

Wat houdt meervoudig gehandicapt in?

Beroepen in de gehandicaptenzorg

Helpende niveau 2

Medewerker maatschappelijke zorg niveau 3

Persoonlijk gebeleider niveau 4

Woonbegeleider. 

Verpleegkundige. 

Ambulante begeleider. 

Jobcoach. 

Logopedist. 

Diëtist. 

Gedragsdeskundigen.

Blok 8

Het woonzorgcentrum

blz. 199

Activiteiten begeleiden

Activiteiten begeleiden

Activiteit begeleiden 

Individuele activiteit: met 1 pers

Groepsactiviteit: met meerdere personen 

Doel: wat wil je bereiken met de activiteit.

Soorten Activiteiten (1/2)

Lezen theorie ‘activiteiten begeleiden’ blz. 229​ /

​

Wat is het doel van een sociale activiteit?​

Mensen ontmoeten en leren van elkaar. Het sociale contact wordt bevorderd.​

Wat is het doel van een recreatieve activiteit?​

Ontspanning. Mensen doen dit voor hun plezier zoals wandelen.​

Wat is het doel van een sportieve activiteit?​

Langer gezond blijven en je fit voelen.​

Wat is het doel van een educatieve activiteit?​

Een activiteit waar je iets van kan leren. geheugen trainen, gedrag veranderen. 

Activiteiten begeleiden

• individuele activiteit = met 1 klant = aandacht voor 1
• groepsactiviteit = met meerdere = aandacht verdelen

Activiteiten begeleiden

In de zorg onderneem je vaak activiteiten met je doelgroep 

Doelgroep kan zijn:

- Ouderen

- Tieners

- Verstandelijk gehandicapte 

Dagbesteding

1. bieden van structuur en dagritme

2. het gevoel dat je erbij hoort

3. opdoen sociale ervaring

4. goed voor de psychische en lichamelijke stabiliteit

5. motiveren voor het leveren van kwaliteit

6. je nuttig voelen 

7. complimenten krijgen (goed voor eigenwaarde)

8. feedback krijgen waar je van kunt leren en groeien

 

Dagbesteding

Arbeidsmatig werk:

• groenvoorziening
• ambachtelijk werk
• diensverlende werkzaameden

Belevingsgerichte dagbesteding

prikkelen van zintuigen (snoezelen)

Mensen met een ernstige verstandelijke beperking hebben geen dagbesteding nodig

1. Waar
2. Niet waar

Dagbesteding heeft o.a. de volgende doelen:

1. Prikkelen van zintuigen en geven van een ritme
2. Motiveren en inkomsten krijgen
3. Zintuiglijke beleving en gevoel erbij te horen
4. Structuur en ritme geven

Opdracht werkboek

Lezen dagbesteding  blz. 233 

lezen blz. 177/178 / 179 opdracht 1.1  1.2 1.3  1.4  1.5

Blz. 180 2.1 t/m 2.4    

Lezen soorten handicaps 244 

Blz. 186 5.1/5.2 

5 blz 187

let op, lees ook de werkkaart Uitserveermethode

maak een stappenplan, gebruik pictogrammen.

Wat heb je geleerd?

Schrijf  3 dingen op in je werkboek op blz. 176

Volgende week PTA draaiboek en e-mail.

Tip: lees blz. 234/ 235 nog een keer goed door!