Klas 1, grammatica zinsdelen- PV
1 / 18
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Noem werkwoorden
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Link
Slide 9 - Tekstslide
Pas de tijdsproef toe in de volgende zin:
Op vrijdag ga ik altijd naar de bioscoop.
Op vrijdag ga ik altijd naar de bioscoop.
Slide 10 - Open vraag
De klas krijgt een les over pesten.
Persoonsvorm?
Persoonsvorm?
A
De
B
krijgt
C
de klas
D
les over pesten
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wij halen morgen een hond uit het asiel.
Wij halen morgen een hond uit het asiel.
A
hond
B
morgen
C
wij
D
halen
Slide 12 - Quizvraag
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een persoonsvorm altijd?
A
Lidwoord
B
onderwerp
C
voltooid deelwoord
D
werkwoord
Slide 14 - Quizvraag
wat is de persoonsvorm:
Jacob wil heel graag gamen.
Jacob wil heel graag gamen.
A
Jacob
B
gamen
C
wil
D
graag
Slide 15 - Quizvraag
Hoe kun je de persoonsvorm vinden in een zin?
Slide 16 - Open vraag
Pas de tijdsproef toe in de volgende zin:
De docent zal deze vraag uitleggen.
De docent zal deze vraag uitleggen.
