Werkwoorden Lowan Eten en Drinken

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Werkwoorden

Lowan Eten en Drinken

zetten

drinken

zetten

ik zet

jij /hij / zij zet

wij / jullie /zij zetten

drinken

ik drink

jij / hij / zij drinkt

wij / jullie / zij drinken

geven

doen

geven

ik geef

jij / hij / zij geeft

wij / jullie/ zij geven

doen

ik doe

jij / hij / zij doet

wij / jullie / zij doen

leggen

roeren

leggen

ik leg

jij / hij / zij legt

wij / jullie / zij leggen

roeren

ik roer

jij / hij / zij roert

wij / jullie / zij roeren

eten

snijden

eten

ik eet

jij / hij / zij eet

wij / jullie zij eten

snijden

ik snijd

jij / hij / zij snijdt

wij / jullie / zij snijden

koken

schenken

koken

ik kook

jij / hij / zij kookt

wij / jullie /zij koken

schenken

ik schenk

jij / hij / zij schenkt

wij / jullie / zij schenken

Dobbelsteen 1:

1 = ik

2 = jij

3 - hij

4 = zij

5 = wij

6 = jullie

Dobbelsteen 2:

1 = zetten

2 = drinken

3= geven

4 = doen

5 = leggen

6 = eten

Kies de goede woorden.

ik

1. zet
2. zetten

ik

1. doen
2. doe

ik

1. legt
2. leg

ik

1. roer
2. roert

jij

1. drinkt
2. drinken

jij

1. geven
2. geeft

jij

1. snijdt
2. snijd

jij

1. doet
2. doe

hij

1. eten
2. eet

hij

1. koken
2. kookt

wij

1. roeren
2. roer

wij

1. drink
2. drinken

jullie

1. zetten
2. zet

Boomnt2