M3 chap 6 les 6

Videoles1 week 25 M3
1. Je oefent met leesvaardigheid, les 6 chap 6
2. We trainen de woorden van het examenidioom
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Videoles1 week 25 M3
1. Je oefent met leesvaardigheid, les 6 chap 6
2. We trainen de woorden van het examenidioom

Slide 1 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Chapitre 6 , les 6

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe ziet het landschap van Martinique eruit?

Slide 4 - Open vraag

Hoeveel seizoenen kent Martinique?
A
er zijn geen seizoenen
B
2 seizoenen
C
4 seizoenen
D
dat wisselt

Slide 5 - Quizvraag

Welke watersporten zijn het populairst?
A
zwemmen en duiken
B
zwemmen en waterskiën
C
zwemmen en surfen
D
zwemmen en zeilen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is er gebeurd met de plaats Saint Pierre?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Waarom wordt Martinique "het bloemeneiland" genoemd?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

La Mangrove (beschermt)....... la côte, le corail
A
protège
B
protègent
C
résiste
D
résistent

Slide 11 - Quizvraag

Il y a beaucoup de (vlinders) .... en Martinique
A
oiseaux
B
abeilles
C
papillons
D
guêpes

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Il est considéré parmi les meilleurs carnavals du monde=
A
beste carnavals ter wereld
B
beste carnavals in de regio

Slide 14 - Quizvraag

examenidioom 

Slide 15 - Tekstslide

Vertaal;
1. les adultes
2.les aînées
 3. les adolescents
4. ressembler à
5. rencontrer
6.. épouser
7.. consoler
8. ensemble

1. ................
2. ...............
3. .................
4. ..................
5. ..................
6. ..................
7. ..................
8. .................
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Nous allons faire des études à Amsterdam=

Slide 17 - Open vraag

Il est bilingue, son père est Français, sa mère est Italienne.
Bilingue=
A
halfbloed
B
tweetalig
C
buitenlands
D
emigrant

Slide 18 - Quizvraag

Le trois septembre c'est la rentrée.
La rentrée =
A
het begin van het nieuwe schooljaar
B
de opening
C
het vervolg
D
de binnenkomst

Slide 19 - Quizvraag

Tes profs sont sévères? =

Slide 20 - Open vraag

Je ne comprends pas l'explication du prof.
l'explication=

Slide 21 - Open vraag

Hoe vaak wordt carnaval gevierd?
A
elk jaar
B
om de twee jaar

Slide 22 - Quizvraag