hv1T 15-1

15-1-2020

Ga naar lessonup.app op je mobiel en login met de code.

gebruik je eigen naam, anders sta je afwezig gemeld.  
Welkom HV1T
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

15-1-2020

Ga naar lessonup.app op je mobiel en login met de code.

gebruik je eigen naam, anders sta je afwezig gemeld.  
Welkom HV1T

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk...?
A
Dat heb ik gemaakt en ik ben uit elke puzzel gekomen.
B
Dat heb ik gemaakt maar ben niet helemaal zeker van de uitkomsten
C
Dat heb ik geprobeerd maar ik vind het bewijs opschrijven nog lastig.
D
Dat heb ik niet geprobeerd omdat: ...

Slide 2 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag doen?
- We gaan verder met lijnsymmetrie, wat nodig is voor ons volgende bewijs. 

- We leren hoe we symmetrie kunnen herkennen en toepassen. 

Slide 3 - Tekstslide

Stel hoek E1 = 70 graden en E3 = 60 graden,
Hoe groot is E5 en E2?

Slide 4 - Open vraag

Uitwerking
Stel: Hoek E1 = 70 graden en E3 = 60 graden
Te bepalen: E5 en E2

Bewijs: 
E1 = E4 = 70 graden (overstaande hoeken)
E 1,5 = E4,5 = 180 graden (gestrekte hoek)
dus E5 = 180 - 70 = 110 graden
E2,3,4 = 180 graden (gestrekte hoek)
E2 = E2,3,4 - E3 - E4 = 180 - 60 - 70 = 50 graden (q.e.d.)

Slide 5 - Tekstslide

Welke 4 bewijzen kennen we?

We kennen 4 soorten bewijzen, namelijk:

         




bewijs:
notatie:
1. een rechte hoek is 90 graden. 
(rechte hoek)
2. een gestrekte hoek is 180 graden
(gestrekte hoek)
3. een volledige hoek is 360 graden
(volledige hoek) 
4. overstaande hoeken zijn gelijk
(overstaande hoek)

Slide 6 - Tekstslide

4.4 lijnsymmetrie 

We hebben dit onderwerp al eens gezien, namelijk in H3:

Slide 7 - Tekstslide

4.4 lijnsymmetrie
De rode lijn is een spiegel as ofwel een symmetrie as. 

De linker zijde is een spiegeling van de 
rechter zijde.

Het plaatje noemen we ook wel tweezijdig 
symmetrisch (twee zijden zijn hetzelfde).  

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden:





veelzijdig symmetrisch    tweezijdig symmetrie    asymmetrisch
( draai-symmetrisch) 

Slide 9 - Tekstslide

4.5 Draaisymmetrisch
iets is draaisymmetrisch als de symmetrie 
om een bepaald punt is. 
- dat punt heet een draaipunt. 
Als je dit figuur 60 graden draait, dan krijg je 
hetzelfde figuur. 
...en bij 120 graden...
...en 180 graden, 240 graden, 300 graden en 360 graden
De kleinste draaihoek is 60 graden. 
Kleinste draaihoek 360 graden? Dan is het figuur niet draaisymmetrisch. 

Slide 10 - Tekstslide

Stel we draaien het figuur 180 graden om punt E. Welke punten zijn dan elkaars gespiegelde?

Slide 11 - Open vraag

4.6 puntsymmetrie
Stel de draaihoek is 180 graden: 
We noemen dit puntsymmetrie

het punt (E) is het centrum van het figuur:

E = punt van symmetrie. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoe weet je welk punt het centrum is?
Stel we draaien het figuur 180 graden:

Dan komt K op L te liggen,
...M op H, I op N en J op O

Als je een lijn tussen de gespiegelde 
punten trekt, vind je het centrum als snijpunt.

Slide 13 - Tekstslide

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Tweezijdige symmetrie
B
Veelzijdige symmetrie (draaisymmetrie)
C
Punt symmetrie
D
Asymmetrisch

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Tweezijdige symmetrie
B
Veelzijdige symmetrie (draaisymmetrie)
C
Punt symmetrie
D
Asymmetrisch

Slide 15 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Tweezijdige symmetrie
B
Veelzijdige symmetrie (draaisymmetrie)
C
Punt symmetrie
D
Asymmetrisch

Slide 16 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Tweezijdige symmetrie
B
Veelzijdige symmetrie (draaisymmetrie)
C
Punt symmetrie
D
Asymmetrisch

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Tweezijdige symmetrie
B
Veelzijdige symmetrie (draaisymmetrie)
C
Punt symmetrie
D
Asymmetrisch

Slide 18 - Quizvraag

Aan de slag:


Wat: Lees theorie B blz 155 (vwo) of 158 (havo/vwo) en maak:
opdracht: 46, 47, 50, 62, 63, 64a, 66, 67 (havo/vwo)
opdracht: 47, 48, 50, 61, 62, 63, 65 en 67 (vwo)
Stencil op Teams over hoe je een bewijs moet opstellen. 
Hoe: schrijf al je uitwerkingen netjes in je schrift. (teken met potlood, geodriehoek en passer). controle antwoorden met een spiegel. 
Resultaat: Later gaan we hier een opdracht mee doen (live). 
Hulp: App elkaar of steek je vinger op.


Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je geleerd tijdens deze les?

Slide 20 - Woordweb