4.6 Reeël en Nominaal

Economie
Reeël en Nominaal inkomen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie
Reeël en Nominaal inkomen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel


Je kunt het reële en nominale inkomen bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

4.6 reëel en nominaal inkomen
nominaal inkomen
  • Het inkomen in geld van één persoon.

Bijvoorbeeld: mijn nominaal inkomen is €2800 per maand. 

Slide 3 - Tekstslide

Reëel inkomen
Als je rekening houdt met de gevolgen van inflatie voor je inkomen, spreek je van een reëel inkomen. 

De reële verandering in procenten van je inkomen bereken je als volgt..

Slide 4 - Tekstslide

4.6 reëel en nominaal inkomen
rekenmethodes inflatie:

reëel inkomen = nominaal inkomen - inflatie
Nominaal inkomen = reëel inkomen + inflatie
Inflatie = nominaal inkomen - reëel inkomen

Slide 5 - Tekstslide

Reëel inkomen stijging of daling
Reëel inkomen = hoeveel kan je kopen met het inkomen dat je hebt vergeleken met de prijzen.

Reëel inkomen = nominaal inkomen - inflatie
Reëel inkomen = nominaal inkomen + deflatie

Schrijf op!
Let op!  In procenten

Slide 6 - Tekstslide

Rekentrainer
Je kunt de verandering van de koopkracht (het reële inkomen) met de volgende berekeningen schatten:
 
• wijziging nominale inkomen (in %) – inflatie (in %)
of
• wijziging nominale inkomen (in %) + deflatie (in %)

Bedenk:
• dat je koopkracht stijgt als je nominale inkomen stijgt of als er deflatie (prijsdaling) is;
• dat je koopkracht daalt als je nominale inkomen daalt of als er inflatie (prijsstijging) is.

Slide 7 - Tekstslide

Nominaal en reeël inkomen

Slide 8 - Tekstslide

Ongewogen en gewogen
1. Samengesteld ongewogen prijsindex



 2. Samengesteld gewogen prijsindex

Slide 9 - Tekstslide

Samengesteld ongewogen indexcijfer =
SOM van alle indexcijfers
aantal indexcijfers

Samengesteld gewogen indexcijfer =
indexcijfer A × weging + indexcijfer B × weging etc.
SOM van alle wegingsfactoren

Slide 10 - Tekstslide

Ongewogen
ALLES telt even zwaar!
  • Lucas haalt voor economie een 8,4   6,2   8,1 en 5.6. Bereken het ongewogen gemiddelde. 
  • (8,4 + 6,2 + 8.1 + 5,6) : 4 = 7,1
  • Denk aan de haakjes!

Slide 11 - Tekstslide

CPI; ongewogen --> gewogen
samengesteld ongewogen                 samengesteld gewogen

Slide 12 - Tekstslide

Het CBS
Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) houdt in Nederland de ontwikkeling bij van alle prijzen van goederen en diensten. Het CBS gebruikt daarbij indexcijfers.

Slide 13 - Tekstslide