Mijn proefles

1 / 22
volgende
Slide 1: Video
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat versta jij onder gedrag?

Slide 2 - Open vraag

GEDRAG: 
is alle activiteiten van een persoon die anderen kunnen waarnemen.
Voorbeelden van gedrag zijn: lopen, slapen, praten, lachen, huilen.
Wanneer je naar het gedrag van mensen kijkt, zie je vaak grote overeenkomsten. Mensen gedragen zich in gelijksoortige situaties vaak hetzelfde. Dit valt vooral op als je in een vreemd land komt, bijvoorbeeld China. In je waarneming lijken alle Chinezen erg veel op elkaar, niet alleen in uiterlijk, maar ook in gedrag. Denk aan hoe ze eten, hoe ze lopen, hoe ze zitten, elkaar begroeten en weer afscheid nemen. Omdat hun gewoonten anders zijn en ze qua uiterlijk ook nog eens op elkaar lijken, valt het je op.

Slide 3 - Tekstslide

Wat versta jij onder de term cultuur?

Slide 4 - Open vraag

Cultuur: 
Cultuur is het geheel van waarden, normen, opvattingen en gewoonten binnen een bepaalde groep of samenleving.

Slide 5 - Tekstslide

De cultuur wordt in de opvoeding via normen, waarden en gewoonten van generatie op generatie overgedragen. Het gezin en de sociale klasse spelen daarbij een grote rol. Als beroepskracht MZ of PW leer jij cliënten en/of kinderen ook vaak nieuwe vaardigheden aan. Je maakt dan bewust gebruik van leerprocessen. Je doet bepaald gedrag voor en vraagt de cliënt of kind jou na te doen. Je geeft bewust een compliment als een cliënt of kind gewenst gedrag vertoont.

Slide 6 - Tekstslide

De keuze van de mens om zich net zo te gedragen als de anderen in de groep, rekenen we tot opzettelijk gedrag. Je wilt bewust op anderen lijken. Soms echter moet je verplicht op elkaar lijken. Denk aan beroepen waarin iedereen in hetzelfde uniform loopt, zoals winkelpersoneel, politieagenten, militairen en verplegend personeel.

Samenvattend kun je zeggen dat mensen om verschillende redenen op elkaar lijken (of willen lijken). 
Dat komt omdat ze: 

gemeenschappelijke, erfelijke eigenschappen bezitten;

tot eenzelfde volk behoren;

in dezelfde omgeving leven;

een bepaalde functie hebben.

 

Slide 7 - Tekstslide

Jung 

Slide 8 - Tekstslide

Jung: 
Een nog altijd gebruikte indeling van mensen is die van de Zwitserse psychiater Jung (1875-1961). Hij keek naar de gerichtheid van de mens op de buitenwereld. Jung maakte verschil tussen:

het gesloten ofwel introverte type;

het open ofwel extraverte type.

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent de term: introvert?

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent extravert?

Slide 11 - Open vraag

persoonlijkheid; 
Met persoonlijkheid bedoelen we het totaal aan eigenschappen dat iemand kenmerkt, waardoor deze persoon verschilt van andere mensen. Dit totaal aan eigenschappen bepaalt dan weer de manier waarop iemand in verschillende situaties zal reageren, de manier waarop hij denkt en welke zaken hem motiveren. Het valt daarbij op dat iemand globaal genomen op dezelfde manier reageert in verschillende situaties.

.

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeelden: persoonlijkheidseigenschappen (uitersten)

Ik houd me op de achtergrond – ik treed op de voorgrond.

Ik ben netjes – ik ben slordig.

Ik ben een denker – ik ben een doener

Slide 13 - Tekstslide

karakter:

Slide 14 - Woordweb

Maak een foto/ zoek een foto waarin de term temperament naar voren komt:

Slide 15 - Open vraag

Ontwikkeling van de persoonlijheid


Psychologen zijn het erover eens dat de persoonlijkheid van mensen bepaald wordt door de aanleg, de omstandigheden en zelfbepaling.

Slide 16 - Tekstslide

Aanleg: 
Aangeboren. Eigenschappen of mogelijkheden die iemand bij de bevruchting heeft meegekregen (in de genen)

Slide 17 - Tekstslide

Omstandigheden
Bij omstandigheden moet je denken aan de opvoeding, het gezin en de sociale klasse. De eigenschappen die je via aanleg meekrijgt, zijn niet onveranderlijk. Ook al krijg je in aanleg mee dat je gevoelig bent voor verslavingen, dat wil niet zeggen dat je verslaafd raakt. Welk voorbeeld geven je ouders/verzorgers? Wat leren zij je? Dat kan een groot verschil maken.

Slide 18 - Tekstslide

zelfbepaling
Door zelfbepaling kun je degene zijn die je wilt zijn. Bij zelfbepaling gaat het om de mogelijkheid om zelf richting te geven aan je eigen ontwikkeling. Je kunt zelf beslissingen nemen over hoe je je gedraagt, je voordoet aan anderen. Je hebt zelf invloed op wie je bent, je kunt jezelf vormen in de richting van wie je wilt zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Big Five: 
 Deze test meet de persoonlijkheid op vijf punten: 

extraversie tegenover introversie;

vriendelijkheid en meegaandheid tegenover wantrouwen;

ordelijkheid en zorgvuldigheid tegenover laksheid en gebrek aan motivatie;

emotionele stabiliteit tegenover neuroticisme/labiliteit;

mate van openheid voor ervaringen/intellect/creativiteit.

Slide 20 - Tekstslide

Ennegram
Het enneagram is een persoonlijkheidsmodel dat kijkt naar de motivatie van waaruit mensen handelen en denken. Dit leidt tot negen basismodellen voor ons gedrag. Elk mens herkent in de basismodellen zijn eigen gedrag, maar bij de meesten is er ook één model dat dominant is. Het dominante model verklaart waarom wij ons op een bepaalde manier gedragen of een bepaalde kijk op de wereld hebben.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video