BO les 9

Welkom!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsorientatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?
- Check in
- Terugblik gastles
- Terugblik vorige les
- Nog even over de leerstoornissen
- Gedragsprobleem of stoornis?
- Check out

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check-in
Denk aan de eindopdracht voor dit vak

Verdeel je blad in twee helften

Schrijf links wat je goed vindt gaan aan de samenwerking én wat jij goed doet in de samenwerking

Schrijf rechts wat er moet verbeteren aan de samenwerking én wat jij beter kunt doen in de samenwerking

Is het wel of niet in balans?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Specifieke leerstoornissen
Een kind met een specifieke leerstoornis heeft problemen met een bepaalde schoolvaardigheid.  Op andere gebieden zijn er geen problemen, alleen het niveau van deze specifieke schoolvaardigheid ligt lager dan je mag verwachten op basis van de intelligentie, het onderwijsniveau en de leeftijd van het kind. Er zijn drie specifieke leerstoornissen. 

  • Dyslexie        Hardnekkig probleem met het lezen en/of schrijven van woorden       
  • Dyscalculie   Moeite met cijfers/rekenen, oproepen van de regels
  • Dysorthografie   Probleem met spelling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heeft Dyslexie ook voordelen?
Bij leerproblemen denken we meteen aan problemen die het met zich meebrengt maar er kunnen ook voordelen aan zitten. Bekijk onderstaand filmpje op de volgende slide.

Beantwoord de volgende vragen:

- Welke voordelen van dyslexie worden er genoemd?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen
Stap 1                                                
Maak drietallen

Stap 2
Pak 1 laptop

Stap 3 
onderzoek wat deze begrippen betekenen
- Ongewenst gedrag
- Gedragsprobleem
- Gedragsstoornis


ongewenst gedrag
gedragsprobleem
gedragsstoornis

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op het bord zie je de drie begrippen

Wat denk je dat deze begrippen betekenen?

Zeg het hardop, ik schrijf het op
Roept u maar!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: uitzoeken wat het betekend
Stap 1
Maak 3-tallen

Stap 2
Zoek de begrippen op en gebruik je laptop

Stap 3
Schrijf op het andere bord wat je hebt gevonden, geef het verschil aan tussen de 3 begrippen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis begrippen
Ongewenst gedrag
Handelingen (van een groep of) van een individu, gericht tegen een persoon die deze handelingen als bedreigend, vernederend of intimiderend ervaart. Dit hoeft niet structureel plaats te vinden. En kan eenmalig zijn.

Gedragsprobleem
Gedragsproblemen zijn de ongewenste gedragingen die voor de omgeving of het kind zelf storend zijn. Hieronder valt bijvoorbeeld agressief, driftig of ongehoorzaam gedrag. Ook vernielzucht of pestgedrag horen hierbij. Door die problemen verloopt nu de ontwikkeling minder goed. Het probleem is vaak aan de situatie gebonden.

Gedragsstoornis
Als het probleemgedrag langer dan zes maanden duurt, kan er sprake zijn van een gedragsstoornis.
Bij een gedragsstoornis komen de symptomen in bepaalde combinaties voor, die ook in de DSM-V zijn beschreven.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleemgedrag versus gedragsstoornis
Probleemgedrag:
Ieder mens wordt wel eens flink boos. Ook een keer agressief reageren, wil nog niet zeggen dat iemand probleemgedrag vertoont. We spreken van gedragsproblemen als iemand een langdurig patroon laat zien van negatief, opstandig of driftig gedrag of gedrag dat tegen de normen ingaat, zoals vechten, stelen en liegen. Gedragsproblemen zijn niet aangeboren, maar worden veroorzaakt door de omstandigheden.
  • Een gedragsprobleem is niet iets wat je hebt meegekregen toen je geboren werd, maar heb je gekregen.


Gedragsstoornis:
Een gedragsstoornis is aangeboren en niet te genezen: iemand vertoont gedrag dat voortkomt uit een aandoening, zoals autisme, ADHD of een persoonlijkheidsstoornis.
  • Bij een gedragsstoornis is wetenschappelijk (via onderzoek) aan te tonen dat een kind anders functioneert dan de meeste andere kinderen.
  • Vaak kan je handvaten geven om er mee om te gaan. Deze vindt je onder andere in het DSM 5


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden gedragsstoornis
Volgens DSMV zijn er 2 gedragsstoornissen:

ODD: De oppositioneel-opstandige stoornis (oppositional defiant disorder, ODD)
CD: De normoverschrijdende gedragsstoornis (conduct disorder, CD). 

Een ODD kan al voor het 5e levensjaar worden vastgesteld. Een kind met ODD is vaak heel dwars en opstandig, terwijl kinderen met CD vooral antisociaal gedrag vertonen, zoals vechten, liegen of stelen.  

Vaak in combinatie met (comorbiditeit):
- ADHD
- ADD
- Autisme


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even checken...

Er volgen 3 vragen...

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Asielzoekers. Mensen die hun eigen land ontvluchten, omdat............?

Slide 15 - Woordweb

ANNA
LSD
OEN
Welke 3 risicofactoren zijn er die de ontwikkeling van een kind negatief kunnen beïnvloeden?
A
Interne en externe problematiek
B
Kind, ouder/ gezin en omgevingsfactoren
C
Kind, school, omgevingsfactoren
D
Problemen die vanuit binnen en buiten komen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet jij nog van de leerstoornissen
dyslexie, dyscalculie en dysorthografie?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was ADHD ook alweer

  • Attention-Defict Hyperactivity Disorder (aandachtstekort-/ hyperactiviteitsstoornis).

  • Een kind met ADHD is onder andere hyperactief, impulsief en heeft grote concentratieproblemen.

  • ADHD speelt zich vooral af in het hoofd van het kind.

  • Erfelijk, vroeggeboorte, laag geboortegewicht.

  • Leuk film hierover is "Brammetje Baas". 






Slide 18 - Tekstslide

Als je denkt aan ontwikkeling, zie je misschien vooral de lichamelijke veranderingen voor je die een mens ondergaat. Een peuter die zijn babyvet verliest, het lichaam dat in de pubertijd volwassen vormen krijgt of de grijze haren en rimpels die volwassenen op den duur krijgen. Maar ook bijvoorbeeld hoe mensen steeds beter worden in logisch nadenken valt onder ontwikkeling. Veel van dit soort veranderingen zijn biologisch voorgeprogrammeerd, ze gebeuren vanzelf. Dit wordt rijping genoemd. Maar ontwikkeling is ook een leerproces. Denk maar eens terug aan hoe jij voor het eerst een koprol maakte, dat lukte je niet in één keer. Daarvoor moest je oefenen, net als voor het oplossen van ruzies en het schrijven van je naam.
Kenmerken ADHD
  • Geen gebrek aan opvoeding en geen opzet, maar chaos in het hoofd
  • Vast te stellen door psychiatrisch onderzoek
  • Aandachtsproblemen
  • Overbewegelijkheid
  • Impulsiviteit
  • Medicatie: Ritalin, Methylfenidaat, Medikinet en Concerta


Slide 19 - Tekstslide

Als je denkt aan ontwikkeling, zie je misschien vooral de lichamelijke veranderingen voor je die een mens ondergaat. Een peuter die zijn babyvet verliest, het lichaam dat in de pubertijd volwassen vormen krijgt of de grijze haren en rimpels die volwassenen op den duur krijgen. Maar ook bijvoorbeeld hoe mensen steeds beter worden in logisch nadenken valt onder ontwikkeling. Veel van dit soort veranderingen zijn biologisch voorgeprogrammeerd, ze gebeuren vanzelf. Dit wordt rijping genoemd. Maar ontwikkeling is ook een leerproces. Denk maar eens terug aan hoe jij voor het eerst een koprol maakte, dat lukte je niet in één keer. Daarvoor moest je oefenen, net als voor het oplossen van ruzies en het schrijven van je naam.
ADD
  • Attention Deficit Disorder
  • Vallen niet erg op, zijn erg dromerig, ongeïnteresseerd of ongemotiveerd.
  • Moeite om gedachte te ordenen, daardoor moeilijk concentreren.
  • ADD is ADHD zonder de hyperactiviteit
  • Kunnen zich ontzettend focussen op één ding, maar dan niet meer op de rest.
  • Zit in de genen en is dus erfelijk.





Slide 20 - Tekstslide

Als je denkt aan ontwikkeling, zie je misschien vooral de lichamelijke veranderingen voor je die een mens ondergaat. Een peuter die zijn babyvet verliest, het lichaam dat in de pubertijd volwassen vormen krijgt of de grijze haren en rimpels die volwassenen op den duur krijgen. Maar ook bijvoorbeeld hoe mensen steeds beter worden in logisch nadenken valt onder ontwikkeling. Veel van dit soort veranderingen zijn biologisch voorgeprogrammeerd, ze gebeuren vanzelf. Dit wordt rijping genoemd. Maar ontwikkeling is ook een leerproces. Denk maar eens terug aan hoe jij voor het eerst een koprol maakte, dat lukte je niet in één keer. Daarvoor moest je oefenen, net als voor het oplossen van ruzies en het schrijven van je naam.
Kenmerken ADD

Slide 21 - Tekstslide

Als je denkt aan ontwikkeling, zie je misschien vooral de lichamelijke veranderingen voor je die een mens ondergaat. Een peuter die zijn babyvet verliest, het lichaam dat in de pubertijd volwassen vormen krijgt of de grijze haren en rimpels die volwassenen op den duur krijgen. Maar ook bijvoorbeeld hoe mensen steeds beter worden in logisch nadenken valt onder ontwikkeling. Veel van dit soort veranderingen zijn biologisch voorgeprogrammeerd, ze gebeuren vanzelf. Dit wordt rijping genoemd. Maar ontwikkeling is ook een leerproces. Denk maar eens terug aan hoe jij voor het eerst een koprol maakte, dat lukte je niet in één keer. Daarvoor moest je oefenen, net als voor het oplossen van ruzies en het schrijven van je naam.
Kwaliteiten ADD/ ADHD
Zoek je drietal van daarnet weer op.
Zoek op de laptop op wat de kwaliteiten zijn van mensen met ADHD/ADD.
Naast dat je last kunt ervaren van beperkingen door ADHD/ADD kun je juist zaken vaak heel goed. 

Zoek er 5 op voor ADD
Zoek er 5 op voor ADHD 

Slide 22 - Tekstslide

Als je denkt aan ontwikkeling, zie je misschien vooral de lichamelijke veranderingen voor je die een mens ondergaat. Een peuter die zijn babyvet verliest, het lichaam dat in de pubertijd volwassen vormen krijgt of de grijze haren en rimpels die volwassenen op den duur krijgen. Maar ook bijvoorbeeld hoe mensen steeds beter worden in logisch nadenken valt onder ontwikkeling. Veel van dit soort veranderingen zijn biologisch voorgeprogrammeerd, ze gebeuren vanzelf. Dit wordt rijping genoemd. Maar ontwikkeling is ook een leerproces. Denk maar eens terug aan hoe jij voor het eerst een koprol maakte, dat lukte je niet in één keer. Daarvoor moest je oefenen, net als voor het oplossen van ruzies en het schrijven van je naam.
ODD en CD
Denk eens terug aan wat we eerder hebben besproken vandaag, wat zijn dit ook alweer?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ODD
De oppositioneel-opstandige stoornis (oppositional defiant disorder

Een kind met ODD is vaak heel dwars en opstandig, terwijl 

CD
De normoverschrijdende gedragsstoornis (conduct disorder, CD).

kinderen met CD vooral antisociaal gedrag vertonen, zoals vechten, liegen of stelen.  

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken ODD
  • spreekt vaak volwassenen tegen
  • is vaak lichtgeraakt of geïrriteerd door anderen
  • is vaak kwaad
  • is vaak haatdragend
  • irriteert andere mensen vaak met opzet
  • heeft vaak driftbuien
  • weigert regels van volwassenen te volgen
  • legt de schuld van fouten bij anderen




Slide 25 - Tekstslide

Als je denkt aan ontwikkeling, zie je misschien vooral de lichamelijke veranderingen voor je die een mens ondergaat. Een peuter die zijn babyvet verliest, het lichaam dat in de pubertijd volwassen vormen krijgt of de grijze haren en rimpels die volwassenen op den duur krijgen. Maar ook bijvoorbeeld hoe mensen steeds beter worden in logisch nadenken valt onder ontwikkeling. Veel van dit soort veranderingen zijn biologisch voorgeprogrammeerd, ze gebeuren vanzelf. Dit wordt rijping genoemd. Maar ontwikkeling is ook een leerproces. Denk maar eens terug aan hoe jij voor het eerst een koprol maakte, dat lukte je niet in één keer. Daarvoor moest je oefenen, net als voor het oplossen van ruzies en het schrijven van je naam.

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Autisme
Sommige mensen met autisme zoeken weinig contact met anderen, terwijl anderen juist het contact met anderen opzoeken. Dit gebeurt dan op zo’n manier dat de ander het merkwaardig of vreemd vindt.

 Autisme is een contactstoornis
  • Uit zich vooral in beperkt sociaal gedrag
  • Veel moeite om zich in te leven of gevoelens te plaatsen
  • Legt weinig contact, maakt weinig oogcontact
  • Richt zich op bekende mensen of situaties

Slide 27 - Tekstslide

Als je denkt aan ontwikkeling, zie je misschien vooral de lichamelijke veranderingen voor je die een mens ondergaat. Een peuter die zijn babyvet verliest, het lichaam dat in de pubertijd volwassen vormen krijgt of de grijze haren en rimpels die volwassenen op den duur krijgen. Maar ook bijvoorbeeld hoe mensen steeds beter worden in logisch nadenken valt onder ontwikkeling. Veel van dit soort veranderingen zijn biologisch voorgeprogrammeerd, ze gebeuren vanzelf. Dit wordt rijping genoemd. Maar ontwikkeling is ook een leerproces. Denk maar eens terug aan hoe jij voor het eerst een koprol maakte, dat lukte je niet in één keer. Daarvoor moest je oefenen, net als voor het oplossen van ruzies en het schrijven van je naam.
Verschillende vormen autisme
Stoornis in het autistisch spectrum (ASS)
  • Klassiek autisme
  • PDD-NOS
  • Asperger
  • Multiple complex Development Disorder (McDD)
  • Syndroom van RETT.
  • Syndroom van Heller

Opdracht (maak groepjes van 3):
Pak je boek Mensen (online) erbij:
  • Lees 13.2 Autismespectrumstoornis
  • Zoek op het internet naar de verschillende vormen van autisme, per groepje 1 vorm
  • Geef per vorm aan de betekenis en kenmerken.

timer
15:00

Slide 28 - Tekstslide

Als je denkt aan ontwikkeling, zie je misschien vooral de lichamelijke veranderingen voor je die een mens ondergaat. Een peuter die zijn babyvet verliest, het lichaam dat in de pubertijd volwassen vormen krijgt of de grijze haren en rimpels die volwassenen op den duur krijgen. Maar ook bijvoorbeeld hoe mensen steeds beter worden in logisch nadenken valt onder ontwikkeling. Veel van dit soort veranderingen zijn biologisch voorgeprogrammeerd, ze gebeuren vanzelf. Dit wordt rijping genoemd. Maar ontwikkeling is ook een leerproces. Denk maar eens terug aan hoe jij voor het eerst een koprol maakte, dat lukte je niet in één keer. Daarvoor moest je oefenen, net als voor het oplossen van ruzies en het schrijven van je naam.
De planning
Dag
Datum
Wat
Dinsdag
2-apr
Donderdag
4-apr
Dinsdag
9-apr
Inleveren reflectie tot nu toe
Donderdag
11-apr
I-qualify toets en inleveren Filmpje en definitieve reflectie

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie vindt dat hij of zij een compliment verdient?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies