Geluid als trilling Intro 2AH par 1

Geluid,
waar denk je dan aan?
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
Nask / TechniekMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Geluid,
waar denk je dan aan?

Slide 1 - Woordweb

Lesdoelen
Ik kan uitleggen wat geluidsgolven zijn.
Ik kan uitleggen hoe een luidspreker en een microfoon werkt.
Ik kan uitleggen wat akoestische kortsluiting is.

Slide 2 - Tekstslide

Geluidsgolven
https://phet.colorado.edu/sims/html/waves-intro/latest/waves-intro_en.html

Slide 3 - Tekstslide

Geluidsgolven

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

microfoon en luidsprekers

Slide 6 - Tekstslide

Op deze manier wordt je stem versterkt door de microfoon en de luidspreker.

Slide 7 - Tekstslide

Akoestische kortsluiting
Een conus beweegt heen en weer. De lucht eromheen gaat dan naar achteren. Daarom moet je een conus altijd inbouwen in een kast.

Slide 8 - Tekstslide

bij geluidsgolven gaan de moleculen mee met de golf
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een geluidbron laat de lucht trillen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Geluid dat uit een luidspreker komt wordt veroorzaakt door
A
De magneet in de luidspreker
B
De conus in een luidspreker
C
De kast van de luidspreker
D
Alle antwoorden hebben ermee te maken

Slide 11 - Quizvraag

wat maakt de trillingen bij een luidspreker?
A
conus 
B
luidspreker 
C
draden binnen in 
D
trillingers

Slide 12 - Quizvraag

De beweging die de conus van een luidspreker maakt veroorzaakt een geluidsgolf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Een luidspreker is een geluidsbron.
Wat trilt er bij een luidspreker als hij geluid maakt?
A
de conus
B
de stembanden
C
de snaren
D
het trommelvlies

Slide 14 - Quizvraag

wat is geluid?
A
een luchtje
B
een trilling
C
een snaar
D
een drum

Slide 15 - Quizvraag

geluid is
A
tegen een pan slaan
B
een trilling
C
ontastbaar iets
D
een transformatie

Slide 16 - Quizvraag

Welke onderwerpen zijn voor jou duidelijk?

Slide 17 - Open vraag

Welke onderwerpen zijn nog niet duidelijk?

Slide 18 - Open vraag

Hard geluid heeft hogere trillingen dan zacht geluid.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Overal om je heen is geluid.
Kun je alle geluiden horen?

A
Ja, je kunt altijd alles horen.
B
Nee, je hoort alleen geluid dat een hoge frequentie heeft.
C
Nee, je hoort alleen geluid dat heel dichtbij is.
D
Nee, je hoort alleen geluid dat harder is dan de gehoor-drempel

Slide 20 - Quizvraag

Muziekinstrumenten maken geluid.
Je zegt: geluid ontstaat als voorwerpen ...
A
bewegen
B
trillen
C
stil staan
D
goede antwoord staat er niet bij.

Slide 21 - Quizvraag

Een luidspreker maakt geluid.
De conus beweegt hierbij 0,8 mm op en neer.
Als de uitslag wordt verkleind tot 0,5 mm geeft de luidspreker een lagere toon.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag