Uitleg leerdoel 2 en 3











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Vragen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan werken met verschillende diagrammen.
Succescriteria

Ik ken de begrippen: waarneming, frequentie, diagram, frequentietabel.
Ik kan een frequentietabel maken.
Ik weet wat een staafdiagram is en kan hiermee werken.
Ik weet wat een lijndiagram is en kan hiermee werken.



Slide 4 - Tekstslide


Hoeveel flesjes sinas zijn er nog op voorraad?
A
20
B
25
C
30

Slide 5 - Quizvraag

Soorten diagrammen
Een diagram geeft een verband tussen gegevens overzichtelijk weer.

Verschillende diagrammen
  • Beelddiagram
  • Cirkeldiagram
  • Staafdiagram
  • Lijndiagram 
  • Steelbladdiagram

Slide 6 - Tekstslide

Sandra haalde voor wiskunde de cijfers: 
7, 5, 8, 6, 6, 7, 5, 7, 7 en 6.
Hoeveel waarnemingen zijn er?

Slide 7 - Tekstslide

Werken met een frequentietabel
Waarneming: groepen/voorwerpen die je met elkaar wilt vergelijken.

Frequentie: het aantal keer dat een waarneming voorkomt. 



Bijv. er zijn 5 appels en 3 peren. Dan is de frequentie van de appels 5. 
Bijv. fruitsoorten, geloof, cijfers, diersoorten, etc.

Slide 8 - Tekstslide

Sandra haalde voor wiskunde de cijfers: 
7, 5, 8, 6, 6, 7, 5, 7, 7 en 6.
Maak hierbij een frequentie tabel.

Slide 9 - Tekstslide

Werken met een frequentietabel
Waarneming: groepen/voorwerpen die je met elkaar wilt vergelijken.

Frequentie: het aantal keer dat een waarneming voorkomt. 


Voorbeeld:
Sandra haalde voor wiskunde de cijfers: 7, 5, 8, 6, 6, 7, 5, 7, 7 en 6.
Deze cijfers zet ze in een frequentietabel.
cijfer 
5
6
7
8
Frequentie
2
3
4
1
Bijv. er zijn 5 appels en 3 peren. Dan is de frequentie van de appels 5. 
Bijv. fruitsoorten, geloof, cijfers, diersoorten, etc.

Slide 10 - Tekstslide

Sandra haalde voor wiskunde de cijfers: 
7, 5, 8, 6, 6, 7, 5, 7, 7 en 6.
Welke diagram zou jij hierbij maken?

Slide 11 - Tekstslide

Staafdiagram en lijndiagram 
Staafdiagram: een weergave van gegevens met behulp van staafjes. 
(zie linker diagram)

Lijndiagram: een diagram waarin met een lijn wordt aangegeven hoe de zaken verlopen. 
(zie rechter diagram)


Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Heb je de aantekeningen genoteerd?

Maak 


Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

3, 6 ,7, (U1, U2), (8), 9, 10, 11, (12), 13, 15, 16, 17, 18, 19

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Heb je de aantekeningen genoteerd?

Maak 


Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!


3, 6 ,7, (U1, U2), (8), 9, 10, 11, (12), 13, 15, 16, 17, 18, 19

Slide 14 - Tekstslide

Tot de volgende les!
Ga thuis verder met 
de lessen in LessonUp!

Slide 15 - Tekstslide