Voorbereiding Practicumtoets mavo 3
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe scheid je een mengsel van zand en zout?
A
Bezinken, filtreren en indampen
B
Extraheren en filtreren
C
Extraheren, filtreren en indampen
D
Indampen en filtreren
Slide 2 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bij het indampen van een oplossing van zout in water..
A
verdampt het zout en het water gelijkmatig.
B
verdampt enkel het water en blijft het zout achter.
C
verdampt enkel het zout.
D
wordt het zout gescheiden.
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat gebruik je om de pH te bepalen van een stof als je alleen wilt weten of het zuur of basisch is?
A
universeel indicatorpapier
B
fenolftaleïne
C
lakmoespapier
D
rodekoolsap
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke indicator is het meest geschikt om de pH van een vloeistof te meten?
A
Lakmoes rood
B
Rodekoolsap
C
Fenolftaleïne
D
Universeel indicatorpapier
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hiernaast is afgebeeld...
A
rode koolsap
B
blauw lakmoespapier
C
rood lakmoespapier
D
universeel indicatorpapier
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet dit glaswerk?
A
Bekerglas
B
Erlenmeyer
C
Reageerbuis
D
Kolf
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
ontledingsreactie
verbrandingsreactie
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke 3 typen ontledingsreacties zijn er?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
In de afbeelding in de bron zijn de kleuren van universeelindicator-papier weergegeven afhankelijk van de pH.
Welke kleur krijgt het indicator-papier wanneer er een druppel chroomzuur-oplossing op wordt gedaan?
Welke kleur krijgt het indicator-papier wanneer er een druppel chroomzuur-oplossing op wordt gedaan?
A
blauw
B
geel
C
groen
D
rood
Slide 11 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Voorbeelden van zure stoffen zijn:
A
Cola
B
Zeep
C
Ammonia
D
Citroenzuur
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Video
Bij de geboorte heeft een mens de meeste smaakpapillen. Daarom proeven baby's veel sterker dan opa's en oma's.
Get aantal smaakpapillen neemt sterk tot het 10e levensjaar. Vervolgens gaat deze afname langzaam verder, dus hoe ouder je wordt --> hoe minder je kunt proeven.
De voorkeur bij jonge kinderen gaat uit naar zoet en hebben een afkeer voor bitter en zuur. Dit komt door het overlevingsmechanisme. Bitter en zure smaken waarschuwen namelijk voor giftige stoffen. Daarom krijgt het kind het signaal om dit product niet te eten. De voorkeur van zoet komt door de moedermelk, welke een zoete smaak heeft.
1 Zure stoffen hebben een lage pH
2 Basische stoffen hebben een hoge pH
2 Basische stoffen hebben een hoge pH
A
Alleen 1 is juist
B
Beide zijn juist
C
Alleen 2 is juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zoek online vier basische stoffen op.
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke 3 zure stoffen ken je zelf al?
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke kleur wordt lakmoespapier bij een zure oplossing?
Rood
lakmoes
papier
Blauw
lakmoes
papier
Slide 17 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke kleur wordt lakmoespapier bij een neutrale oplossing?
Rood
lakmoes
papier
Blauw
lakmoes
papier
Slide 18 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke kleur wordt lakmoespapier bij een basische oplossing?
Rood
lakmoes
papier
Blauw
lakmoes
papier
Slide 19 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de pH van de vloeistof hiernaast waaraan fenolftaleine is toegevoegd?
A
Zuur
B
Basisch
C
Neutraal
Slide 21 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
