LV en MV

De bakker heeft de broden alsnog kunnen verkopen.
A
de bakker
B
de broden
C
alsnog
D
kunnen verkopen
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
TaalBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De bakker heeft de broden alsnog kunnen verkopen.
A
de bakker
B
de broden
C
alsnog
D
kunnen verkopen

Slide 1 - Quizvraag

Tijdens de ouderavond krijgen alle ouders koffie of thee.
A
ouderavond
B
krijgen
C
alle ouders
D
koffie of thee

Slide 2 - Quizvraag

Sinds wanneer heeft elke voetballer een nieuw T-shirt?
A
heeft
B
elke voetballer
C
een nieuw T-shirt
D
wanneer

Slide 3 - Quizvraag

In de zomer heeft mijn tante een opblaaszwembadje gekocht.
A
zomer
B
heeft gekocht
C
opblaaszwembadje
D
mijn tante

Slide 4 - Quizvraag

Mijn moeder heeft voor de visite een cake gebakken.
A
mijn moeder
B
voor de visite
C
een cake
D
heeft gebakken

Slide 5 - Quizvraag

De heksen toveren de prins om in een kikker.
A
de heksen
B
toveren
C
een kikker
D
de prins

Slide 6 - Quizvraag

Ik wil een nieuwe outfit voor het feestje van morgen.
A
wil
B
een nieuwe outfit
C
het feestje
D
morgen

Slide 7 - Quizvraag

Heeft Tom die kartonnen doos hier neergezet?
A
heeft neergezet
B
Tom
C
die kartonnen doos
D
hier

Slide 8 - Quizvraag

Mijn broertje ruimt nooit zijn spullen op.
A
mijn broertje
B
zijn spullen
C
ruimt op
D
nooit

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb voor school mijn agenda nodig.
A
heb nodig
B
voor school
C
mijn agenda
D
ik

Slide 10 - Quizvraag

Hij geeft een glas drinken aan hem.
A
hij
B
geeft
C
een glas drinken
D
aan hem

Slide 11 - Quizvraag

Mijn vader heeft geld voor hem.
A
mijn vader
B
heeft
C
geld
D
voor hem

Slide 12 - Quizvraag

De ober geeft het eten aan ons.
A
geeft
B
het eten
C
aan ons
D
de ober

Slide 13 - Quizvraag

Mijn vader geeft mij zakgeld.
A
mijn vader
B
geeft
C
mij
D
zakgeld

Slide 14 - Quizvraag

Ik geef mijn moeder een kopje thee.
A
geef
B
mijn moeder
C
ik
D
een kopje thee

Slide 15 - Quizvraag

Voor ons wordt een liedje gezongen.
A
voor ons
B
wordt gezongen
C
een liedje
D
gezongen

Slide 16 - Quizvraag

Ze geeft de hond eten.
A
ze
B
de hond
C
eten
D
geeft

Slide 17 - Quizvraag

Daan geeft haar een kus.
A
een kus
B
geeft
C
haar
D
Daan

Slide 18 - Quizvraag

Max stuurt een brief aan Tess.
A
stuurt
B
Max
C
aan Tess
D
een brief

Slide 19 - Quizvraag

De bakker geeft vers brood aan de klanten.
A
de bakker
B
vers brood
C
aan de klanten
D
geeft

Slide 20 - Quizvraag