In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
H6.3 en H6.4
Slide 1 - Tekstslide
macht
Slide 2 - Woordweb
welke soorten machtsbronnen zijn er?
Slide 3 - Open vraag
theorie over machtsverdeling
1. theorie van het pluralisme:
Er is niet 1 groep die alle macht heeft Proces van politieke besluitvorming is open Geen verschil gemaakt tussen mensen/groepen
gaat er vanuit dat de samenleving uit allerlei verschillende groepen bestaat die allemaal verschillende belangen hebben.
Slide 4 - Tekstslide
zoek een voorbeeld bij de theorie van het pluralisme
Slide 5 - Open vraag
theorie over machtsverdeling
2. machtselitetheorie
Vroeger werd 1 van deze 2 theorieën als de absolute waarheid gezien Momenteel wordt het als dimensie beschouwd: beide zijn gedeeltelijk waar
gaat ervan uit dat er een elite is in de samenleving die de macht heeft.
Slide 6 - Tekstslide
zoek een voorbeeld bij de machtelitetheorie
Slide 7 - Open vraag
in Nederland komt alleen de theorie van het pluralisme voor
A
eens
B
oneens
Slide 8 - Quizvraag
socialisme/ soc. dem
Macht moet gelijker verdeeld worden. De overheid moet mensen ondersteunen waar het nodig is en zoveel mogelijk mensen moeten politieke invloed hebben.
Slide 9 - Tekstslide
geef een voorbeeld uit de verzorgingsstaat waar we socialistische ideeën in terugzien.
Slide 10 - Open vraag
confessionalisme/ christen democratie
gespreide verantwoordelijkheid organisaties moeten zelf taken uitvoeren en de overheid moet niet alle taken uitvoeren
Slide 11 - Tekstslide
wat zou de insteek van deze partijen zijn bij de bestrijding van het coronacvirus?
Slide 12 - Open vraag
liberalisme
Mensen zijn zelf verantwoordelijk en de overheid hoeft hier niet altijd iets aan te doen.
Slide 13 - Tekstslide
Waar zien we in de Nederlandse wetgeving de ideeën van de liberalen terug?
Slide 14 - Open vraag
ontstaan van staten
Gebrek aan samenwerking ->
behoefte aan politieke instituties ->
creëren van staten ->
staatsvorming
kenmerken
Er is een groep mensen Er is een grondgebied Er is een geweldmonopolie en belastingmonopolie
Slide 15 - Tekstslide
wanneer voel je je betrokken bij Nederland?
Slide 16 - Open vraag
soevereiniteit
1. externe soevereine macht: gezag van de staat wordt erkend door andere staten 2. Interne soevereiniteit: gaat om de kenmerken van de staat. Mensen erkennen de staat.
in een staat heeft er altijd een persoon of een groep mensen de hoogste macht.
Slide 17 - Tekstslide
wie heeft in Nederland de hoogste macht?
A
de regering
B
het volk
C
de koning
D
de eu
Slide 18 - Quizvraag
staatsvorming
Statensysteem: de regeling van de onderlinge verhoudingen tussen staten.
- non-interventiebeginsel: andere landen mogen zich niet mengen in interne zaken van een staat.
.
allerlei losse gebieden met lokale heersers worden samengesmeed tot een nieuwe centrale staat, met een machtig staatshoofd
Slide 19 - Tekstslide
https:
Slide 20 - Link
waarom kan een land dan sancties opleggen aan een ander land?