4H 2021 reparatie les 1 periode 4

4H SK LPM 
reparatie periode 2 en 3
H3 indeling van stoffen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4H SK LPM 
reparatie periode 2 en 3
H3 indeling van stoffen

Slide 1 - Tekstslide

aanpak komende 3 weken
  • korte uitleg theorie in de klas met behulp van LessonUp
  • zelfstandig (breakout rooms) opgaven maken
  • eind van de week inleveren via Magister:
Je maakt foto's van je werk en levert die in.

Eind van 3 weken: B-toets voor iedereen

Slide 2 - Tekstslide

waaraan moet een STOF
voldoen voor het geleiden
van elektrische stroom

Slide 3 - Woordweb

geleiden elektrische stroom
Definitie:
Een stof geleidt elektrische stroom als tegelijkertijd aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:
  • De stof moet bestaan uit geladen deeltjes
  • De geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen

Slide 4 - Tekstslide

indeling stoffen in scheikunde
drie categorieën
metalen, zouten en moleculaire stoffen
gebaseerd op of een stof stroom geleidt!
Handig: indeling met dezelfde eigenschappen!

Slide 5 - Tekstslide

aantekening
Neem deze aantekeing over in je schrift, zoek er eventueel voorbeelden bij!

Slide 6 - Tekstslide

Hoe kun je stoffen herkennen?



Bij formules van stoffen:

  • Metalen: metaal atomen
  • Zouten: metaal + niet-metaal atomen
  • Moleculaire stoffen: niet-metaal atomen
Binas99
de gele atomen zijn metalen
de rode atomen zijn niet-metalen

Slide 7 - Tekstslide

Welke stof is een voorbeeld
van een element?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Wat voor
soort stof
is dit?
PbCO3
A
Zout
B
Metaal
C
Moleculaire stof

Slide 9 - Quizvraag

dit is een voorbeeld van...
A
metaal
B
zout
C
moleculaire stof

Slide 10 - Quizvraag

metalen
zouten
moleculaire stoffen
sleep de formules naar de juiste categorie stoffen
tip
metalen = metaalatomen
zouten = metaal + niet-metaal
molec. stof = niet-metalen
NaCl
CO₂
Hg
BaBr₂
CHCl₃
Ca

Slide 11 - Sleepvraag

naamgeving stoffen
  • metalen: heten zoals het metaal zelf (ijzer, koper, etc)

  • zouten: naam plus-ion gevolgd door min-ion (ide)
(geen mono, di, tri, want de lading geeft aan wat de verhouding is)
(NaCl = natriumchloride)
  • moleculaire stoffen: noem alle deeltjes en hun aantal!
Dus wel mono, di, tri, etc, om aan te geven HOEVEEL deeltjes er van elke atoomsoorten inzitten (CO2 = koolstofdioxide)

Slide 12 - Tekstslide

wat voor soort stof is:
koolstoftetrachloride
A
metaal
B
zout
C
moleculaire stof

Slide 13 - Quizvraag

welke systematische stofnaam is juist (horend bij de gegeven formules)?
(er is maar één goed antwoord)
A
loodtetrachloride (PbCl₄)
B
lood(II)oxide (PbO)
C
trimangaantetraoxide (Mn₃O₄)
D
stikstofhydride (NH₃)

Slide 14 - Quizvraag

HW voor volgende les
lees 3.1
maak opg 9, 20, 22, 26, 27
maak in je schrift, en lever in via Magister aan eind van de week.
Tip: leer de ionen van het ionenstencil (blz 9 groene boekje)

Slide 15 - Tekstslide