7.4 Zure en basische oplossingen

Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan ik:
  1. van vijf bekende oplossingen aangeven of ze zuur of basisch zijn
  2. eigenschappen en toepassingen benoemen van zuren en basen
  3. het verband beschrijven tussen de concentratie van een oplosmiddel en de pH
Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure en basische oplossingen 

Slide 2 - Tekstslide

Welke zuren en basen ken je?

Slide 3 - Woordweb

Zuren en basen
Het begrip 'zuur' komt van de smaak die je kent van citroenen, azijn of een zure appel

De tegenhanger van 'zuur' is 'base'

Zuren smaken zuur, basische oplossingen smaken zeepachtig

Hoofdstuk 2. Water
§2.4 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 4 - Tekstslide

Zuren en basen
De volgende zuren en basen moet je kennen!




Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Zuur
Citroensap
Azijn
Sinaasappelsap
Schoonmaakazijn
Zoutzuur
Maagsap
Koolzuurhoudend prikwater
Base
Ammonia
Gootsteenontstopper (NaOH)
Soda-oplossing

Slide 5 - Tekstslide

Gevaren
De meeste zuren en basen zijn vaak erg gevaarlijk. 
Ook neutrale stoffen kunnen schadelijk zijn

Waarmee kun je aangeven of stoffen gevaarlijk zijn?
Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 6 - Tekstslide

De meeste zuren en basen zijn vaak erg gevaarlijk.
Waarmee kun je aangeven of stoffen gevaarlijk zijn?

Slide 7 - Open vraag

Waarvoor waarschuwt dit gevarensymbool?

Slide 8 - Open vraag

Waarvoor waarschuwt dit gevarensymbool?

Slide 9 - Open vraag

Waarvoor waarschuwt dit gevarensymbool?

Slide 10 - Open vraag

Waarvoor waarschuwt dit gevarensymbool denk je?

Slide 11 - Open vraag

Indicatoren
Om te onderzoeken of een oplossing zuur, basisch of neutraal is gebruiken wij indicatoren

een indicator laat door een kleurverandering zien met welke stof je te maken hebt


Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen
Voorbeelden van indicatoren
Rodekoolsap
Lakmoes(papier)
Fenolftaleïne (FFT)
Universeel indicatorpapier

Slide 12 - Tekstslide

Practicum zuren en basen

Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 13 - Tekstslide

Indicatoren
Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 14 - Tekstslide

Universeel-indicatorpapier
Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 15 - Tekstslide

De pH-schaal
Hoe lager de pH, hoe meer zure deeltjes er in de oplossing zitten
Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 16 - Tekstslide

Een oplossing kleurt blauw lakmoespapier rood.
Welke uitspraak is juist
A
De oplossing zuur
B
De oplossing is basisch
C
De oplossing heeft een pH > 7,0
D
De oplossing is neutraal

Slide 17 - Quizvraag

Met lakmoespapier kun je de pH van een oplossing nauwkeurig bepalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Met wat voor soort stof kun je onderzoeken of een oplossing zuur, basisch of neutraal is?

Slide 19 - Open vraag

Lesdoelencheck!
 ik kan voorbeelden benoemen van zure en basische oplossingen in het dagelijks leven
 ik kan een aantal indicatoren benoemen waarmee kan worden nagegaan of een oplossing zuur, basisch of neutraal is
 ik kan de mate van zuur of basisch zijn aanduiden met de pH-schaal
 ik kan uitleggen waarmee je de pH kunt bepalen
Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 20 - Tekstslide

Hoeveel leerdoelen beheers jij?
04

Slide 21 - Poll

Aan de slag! 

Lezen §5.1
Basis: Opgave 49, 50 en 51
Extra oefenen: Opgave 48 en 52
Extra uitdaging: Opgave 53 en 54

Succes! 
Hoofdstuk 6. Zuren en basen
§6.1 Zure, neutrale en basische oplossingen

Slide 22 - Tekstslide