spelling accentteken en apostrof 4M

Les spelling apostrof en accent
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les spelling apostrof en accent

Slide 1 - Tekstslide

Apostrof (')
  • Als weglatingsteken: 's avonds, Lars' scooter, 's-Hertogenbosch
  • Als je wilt zeggen van wie of wat iets is, schrijf je een - s achter een woord,als dat woord op een lange klinker eindigt die je met één letter schrijft, gebruik je een apostrofOm uitspraakproblemen te voorkomen als je een -s schrijft achter woorden op -a, -i, -o, -u en -y: Hanna's fiets, kiwi's, baby's; er is dus geen apostrof nodig in: cadeaus, cowboys, Annes fiets.
  • In afleidingen en meervoud van afkortingen+cijfers: cc'en, dvd'tje, pc's, A4'tje 

Apostrof
1. Als weglatingsteken: 's avonds, Lars' scooter, 's-Hertogenbosch
2. Als je wilt zeggen van wie of wat iets is, schrijf je een - s achter een woord, als dat woord op een lange klinker eindigt die je met één letter schrijft, gebruik je een apostrof : Hanna's fiets, HEMA's aanbieding; er is dus geen apostrof nodig in: cadeaus, cowboys, Annes fiets.
Als een woord op een sis-klank eindigt, gebruik je alleen een apostrof: Max'rugzak, Liz'fiets
3.In afleidingen en meervoud van afkortingen+cijfers: cc'en, dvd'tje, pc's, A4'tje 
4.In het meervoud van zelfstandige naamwoorden met een klinker: auto's, baby's

Slide 2 - Tekstslide

Kies de juiste vorm:
A
buggytje
B
buggy'tje

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
bureautje
B
bureau'tje

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
dressboys
B
dressboy's

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
chimpansees
B
chimpansee's

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
cafees
B
cafés

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
Hans fiets
B
Han's fiets

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
lentes
B
lente's

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
programmas
B
programma's

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
s' morgens
B
's morgens

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
A
tv-s
B
tv's

Slide 12 - Quizvraag

Accent
Nodig voor juiste uitspraak:

Accent aigu: cliché
Accent grave: barrière
Accent circonflex: enquête

Slide 13 - Tekstslide

Typ het juiste woord.
G…nant

Slide 14 - Open vraag

Typ het juiste woord.
Nachtcr...me

Slide 15 - Open vraag

Typ het juiste woord.
Cr...pe

Slide 16 - Open vraag

Typ het juiste woord.
Caf...

Slide 17 - Open vraag

Typ het juiste woord.
Coup…

Slide 18 - Open vraag

Vond je de lesstof moeilijk (0) of heel makkelijk (100)?
0100

Slide 19 - Poll




Ga aan de slag met opdracht 11 en 13 op blz. 127 en 128

Slide 20 - Tekstslide