In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Oefenvragen + Herhaling H1 & 2
Slide 1 - Tekstslide
Plantaardige vs Dierlijke cellen
Slide 2 - Tekstslide
Organel
dierlijke cel
plantaardige cel
celwand
niet
wel
grote centrale vacuole
niet
wel
plastiden
niet
wel
Slide 3 - Tekstslide
Een turgescente cel ligt reeds 30 minuten in een zoutoplossing; de cel verandert niet meer van uiterlijk. Hoe is de osmotische waarde van de oplossing ten opzichte van de osmotische waarde van een turgescente cel?
A
De oplossing is hypotonisch t.o.v. de cel
B
De oplossing is hypertonisch t.o.v. de cel
C
De oplossing is isotonisch t.o.v. de cel
D
De oplossing is hypotonisch of isotonisch t.o.v. de cel
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de functie van onderdeel 4?
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de functie van onderdeel 4?
A
Eiwitsynthese
B
Transport van stoffen
C
regeling stofwisseling
D
Energie vrijmaken
Slide 6 - Quizvraag
Actief vs Passief transport
Actief -> tegen concentratieverval in (kost energie)
Passief-> met concentratieverval mee (kost geen energie)
Slide 7 - Tekstslide
Zuurstof gaat via actief transport door het celmembraan
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Een wetenschapper wil de invloed van aspirine op de bloeddruk bepalen. Hij beschikt over twee gelijke groepen proefpersonen. De proefpersonen van de ene groep krijgen een asparinetabletje (opgelost in een glas water) waarna ze de oplossing moeten opdrinken. Wat moet de controlegroep toegediend krijgen?
A
Niks
B
Een glas water
C
Een glas water met opgelost een vergelijkbaar tabletje (zonder asparine)
D
Een vergelijkbaar tabletje zonder asparine
Slide 9 - Quizvraag
Vier uitspraken over de menstruatie bij de mens zijn:
1) menstruatie is het afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies, 2) menstruatie is het afstoten van een niet-bevruchte eicel, 3) menstruatie ontstaat doordat het ovarium de productie van een bepaald hormoon sterk verlaagt, 4) menstruatie ontstaat doordat het ovarium de productie van een bepaald hormoon sterk verhoogt.
A
2 en 4
B
2 en 3
C
1 en 4
D
1 en 3
Slide 10 - Quizvraag
Zwangerschapstesten berusten op het aantonen van een hormoon, dat alleen aan het begin van zwangerschap gemaakt wordt. Welk hormoon is dat?
A
progesteron
B
HCG
C
Oxytocine
D
Oestrogeen
Slide 11 - Quizvraag
Een aantal beweringen over testes is:
1 In de testes vindt zowel meiose als mitose plaats. 2 De testes zijn de belangrijkste opslagplaatsen van rijpe spermacellen. 3 In de testes worden hormonen gevormd.