hst 6 paragraaf 3 en 4 "warmte transport en isoleren"

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 3

Hst 6.3 en 6.4 "warmtetransport en isoleren"

Leerdoelen

• Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door geleiding plaatsvindt.
• Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door stroming plaatsvindt.
• Je kunt beschrijven hoe warmtetransport door straling plaatsvindt.
• Je kunt beschrijven op welke drie manieren warmteverlies bij een huis ontstaat.
• Je kunt uitleggen waardoor in een goed geïsoleerd huis minder verwarmd hoeft te worden.
• Je kunt de werking van warmte-isolerende maatregelen uitleggen.

Vandaag

Herhaling van vorige lessen

Kort filmpje over warmtetransport
Uitleg over warmtetransport en isoleren

filmpje over isoleren

quizvragen

aan de slag

Huiswerk hst 6 paragraaf 3 en 4 af

Wat is het absolute nulpunt?

1. 0 graden Celsius
2. -273 graden celsius
3. 273 Kelvin
4. -273 Kelvin

Welke grootheid hoort bij Kelvin?

1. Lengte
2. Massa
3. Gewicht
4. Temperatuur

Hoeveel Kelvin is 100 graden Celsius

1. 373
2. 173
3. 73
4. -273

Wat is het koudste ?

1. 10 graden celsius
2. 80 graden Fahrenheit
3. 273 Kelvin

oefenen met omrekenen van graden Celsius naar Kelvin:
15 graden Celsius =

1. -258 K
2. 15 K
3. 288 K
4. 268 K

oefenen met omrekenen van Kelvin naar graden Celsius:
47 K =

1. 32 graden Celsius
2. 320 graden Celsius
3. - 126 graden Celcius
4. -226 graden Celsius

Een lamp van 50 W brandt van 18.00 tot 21.30 uur. Bereken het energieverbruik.

P = 0,05 kW t = 3,5 h E = P x t

1. 0,175 kW
2. 0,175 h
3. 0,175 kWh
4. 0,175 hKw

Het symbool voor vermogen is ......

1. t
2. U
3. P
4. I

Wat betekent de afkorting E?

1. Energieverbruik
2. Vermogen
3. Elektriciteit
4. Tijd

Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?

1. Stroomsterkte en tijd
2. Vermogen en spanning
3. Spanning en tijd
4. Spanning en stroomsterkte

Aan het werk!

Wat? §6.3 warmtetransport - opdrachten 1 t/m 11

 Waar? online boek via magister. 

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.

Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 

Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 

Klaar? maken test jezelf online van §6.3

Tijd over? Maak de plus opdrachten. 

Welkom

jassen aan de kapstok of in je kluisje.

geen mobiele telefoons.

Isolatie kan warmte binnen houden.

Of warmte buiten houden. 

Isolatie

Buiten is het vaak kouder dan binnen. De warme lucht wil dus van binnen naar buiten. 

Als je je huis goed isoleert heb je dus minder warmteverlies.

Warmteverlies op een foto

Met behulp van een infrarood-camera kun je het warmteverlies van een huis laten zien.

Hoe dichter de kleur bij het rood komt op de rechter balk  hoe meer verlies.

Isolatie

Isolatiemateriaal bestaat uit kleine luchtzakjes. Lucht is een slechte warmtegeleider, en dus een goede isolator!

pak je laptop/tablet en doe mee met de lessonup.

De kachel geeft vooral warmte af door...

1. Warmtestraling
2. Warmtestroming

Hoe kun je goed warmte isoleren?

1. Dubbele glazen in het raam
2. Metalen muren in je huis hebben
3. Buiten koken
4. Lucht tussen de muur

Hoe kun je goed warmte isoleren?

1. Dubbele glazen in het raam
2. Metalen muren in je huis hebben
3. Buiten koken
4. Lucht tussen de muur

Waar zien we een voorbeeld van GELEIDING bij een pan met kokend water?

1. Vanaf het vuur naar de omgeving
2. In het water
3. In de steel van de pan

Warmteverlies door straling ga je tegen

1. Door het vasthouden van de warme lucht
2. Door te isoleren.
3. Door de warmte terug te kaatsen.
4. Door luchtstroming te verminderen.

Warmtestraling

1. Moet altijd door een tussenstof
2. Gaat niet door een tussenstof

aan de slag

Lezen en maken hst 6 paragraaf 3 en 4

Huiswerk hst 6 paragraaf 3 en 4

Aan het werk!

Wat? 6.4 isoleren - opdrachten 1 t/m 10

 Waar? online boek via magister. 

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.

Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 

Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 

Klaar? maken test jezelf online van §6.4

Tijd over? voorbereiden oefentoets.