Paragraaf 3.7

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Opdrachten
Maken opdracht 2, 4 en 5

Slide 10 - Tekstslide

Opgave 1
1 a De verschillende steden binnen het stedelijk netwerk hebben een eigen functie en zijn verbonden door een dicht netwerk van wegen en andere infrastructuur en er bestaan onderlinge relaties.
 b Het Braziliaanse stedelijk netwerk bestaat uit meer en veel grotere steden vergeleken met de Randstad. (Ook goed: het stedelijk netwerk in Brazilië is vele malen groter dan het stedelijk netwerk van de Randstad.)

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 2
2 a Verstedelijkingsgraad is het percentage van de bevolking dat in steden woont. (Dat is een statistisch gegeven op een bepaald moment.) Verstedelijkingstempo is de mate waarin de stedelijke bevolking toeneemt. (Dat is een statistisch gegeven over een bepaalde periode.)
 b 1, 3, 4, 2
 c fase 3: 1920-1970

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 3
3 a – centraal plein
  – rechtlijnig stratenpatroon (dambordstad)
  – bebouwing in vierkante of rechthoekige blokken
 b Je ziet in de buurt van het centrale plein een complex met een groot zwembad. Verder zie je dat om het centrale plein grote gebouwen staan, geen kleine huisjes.

Slide 13 - Tekstslide

Opgave 4
4 a − Steden hebben ieder een eigen functie.
  − Steden zijn onderling met elkaar verbonden.
 b In het (rijkere) zuidelijke deel liggen vooral steden met functies zoals de grote en middelgrote steden: hightechindustrie, financiële dienstverlening en de productie van textiel of papier.
  In de (armere) noordelijke staten liggen vooral steden met functies van middelgrote en kleine steden: productie van textiel of papier en productie die gerelateerd is aan verwerking van agrarische producten of mijnbouwproducten uit de regio.

Slide 14 - Tekstslide

Opgave 5
5 a – De grafiek laat de verhouding zien tussen de stedelijke bevolking en de plattelandsbevolking (verstedelijkingsgraad).
  – De grafiek laat ook zien hoe het percentage dat in steden woont, in de tijd toeneemt (verstedelijkingstempo).
 b B

Slide 15 - Tekstslide

Opgave 6
6 a − slechte voorzieningen
  − werkloosheid
  − criminaliteit
  In deze paragraaf worden de problemen met transport en vervoer als stedelijk probleem toegevoegd.
 b Voorbeelden van goede antwoorden:
  – De nieuwe huizen zijn ook klein en ook van goedkoop materiaal zijn gebouwd.
  – De ligging van die nieuwe wijken is vaak minder gunstig door de afstand tot de nodige voorzieningen.
  – Favelabewoners hebben een sterke onderlinge sociale band, die ze zullen missen in de nieuwe wijken.
  – Favelabewoners leven vaak al hun hele leven in hun wijk en hebben een band met hun omgeving.
  – De verhuizing en de nieuwe woning brengen kosten met zich mee, die zij niet kunnen betalen.

Slide 16 - Tekstslide

Opgave 6 (deel 2)
tot de nodige voorzieningen.
  – Favelabewoners hebben een sterke onderlinge sociale band, die ze zullen missen in de nieuwe wijken.
  – Favelabewoners leven vaak al hun hele leven in hun wijk en hebben een band met hun omgeving.
  – De verhuizing en de nieuwe woning brengen kosten met zich mee, die zij niet kunnen betalen.

Slide 17 - Tekstslide

Laat zien dat je de leerdoelen van de paragraaf/paragrafen beheerst.

Slide 18 - Open vraag