BSR 16/5 1aha Thema D - geschreven interviews

Log alvast in op LessonUp!
Open je boek op blz. 190-191.


§5 Geschreven interviews
Voordat we beginnen:
1AHA
HELDEN
THEMA D
timer
2:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Log alvast in op LessonUp!
Open je boek op blz. 190-191.


§5 Geschreven interviews
Voordat we beginnen:
1AHA
HELDEN
THEMA D
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
IN DEZE LES:
Thema D - Helden
1. Lesdoelen.
2. Herhalingsvragen.
3. Hoe zien geschreven interviews eruit?
4. Hoe zit een geschreven interview in elkaar? -> voorbeelden.
5. Keuzeopdracht.
5. Afsluiting.

Slide 2 - Tekstslide

  • Je weet hoe je uit een informatieve tekst (interview), belangrijke informatie kunt halen en beoordelen. 
  • Je weet hoe een geschreven interview is opgebouwd.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al over interviewen?

Slide 4 - Woordweb

Er volgen nu wat herhalingsvragen

Slide 5 - Tekstslide

Op een .. vraag kan iemand
alleen met 'ja' of 'nee' antwoorden
A
open
B
gesloten

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een open en gesloten vraag?
A
Een open vraag heeft altijd een kort antwoord.
B
Een open vraag laat ruimte voor eigen invulling, een gesloten vraag heeft een vast, kort antwoord.
C
Een open vraag kun je alleen met ja of nee beantwoorden.
D
Een gesloten vraag laat ruimte voor eigen invulling.

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende vragen is een gesloten vraag?
A
Hoe vond je de film?
B
Waarom vind je fruit zo lekker?
C
Is het vandaag maandag?
D
Hoe voel je je vandaag?

Slide 8 - Quizvraag

Open of gesloten?
Wat voor soort boeken vind jij leuk?
A
gesloten
B
open

Slide 9 - Quizvraag

Open en gesloten vragen
In een interview stelt een interviewer vragen om aan informatie te komen.
Er zijn twee soorten vragen:

1. Gesloten vragen: er is maar één antwoord mogelijk. Vaak is dat ja of nee.
2. Open vraag: je krijgt een uitgebreid(er) antwoord. Deze vragen beginnen vaak met: hoe, waarom of wat.

Slide 10 - Tekstslide

Interviewen: hoe doe je dat?
Hoe kun je ervoor zorgen dat een interview soepel verloopt?
1. Stel open vragen.
2. Doorvragen: dit doe je als je nog niet genoeg informatie hebt gekregen. Je doet dit door een vervolgvraag te stellen. Daarmee reageer je op wat de geïnterviewde net heeft gezegd. 
3: Controlevraag: deze vraag stel je als je niet zeker weet of je het antwoord hebt begrepen.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Om goede vervolgvragen te stellen, moet je goed naar de ander luisteren

Bijvoorbeeld:
Vraag: Wie is jouw held?
Antwoord: Nelson Mandela.
Vervolgvraag: Waarom is hij je held?
Antwoord: Omdat hij veel heeft bereikt.
Vervolgvraag: Wat heeft hij dan bereikt?
Antwoord: Hij heeft ervoor gezorgd dat de apartheid in Zuid-Afrika is afgeschaft.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De interviewer stelt vooral ... vragen.
A
open
B
gesloten
C
beide niet, hij maakt vooral opmerkingen

Slide 14 - Quizvraag

Waarom verliep dit interview
niet helemaal goed?

Slide 15 - Woordweb

Een geschreven interview begint met een inleiding. Daarin wordt uitgelegd wie de geïnterviewde is, wat het onderwerp van het interview is en wat de aanleiding was. De aanleiding wil zeggen: de reden waarom de geïnterviewde juist nu over juist dit onderwerp wordt geïnterviewd.
De indeling van 
een interview

Slide 16 - Tekstslide

Uitlegfilmpje!

Slide 17 - Tekstslide

Inleiding
 - Wie heb je geïnterviewd? = onderwerp
 - Waarom heb je diegene geïnterviewd? = aanleiding
Middenstuk
 - Schrijf de vragen uit met met daaronder de antwoorden van de geïnterviewde. 
 - Als je ergens hebt doorgevraagd, vat je het antwoord op de hoofdvraag en de doorvraagvragen samen tot één antwoord
Slot
 - Vertel wat je van het interview vond, bijvoorbeeld dat je het heel leuk vond om deze persoon te interviewen, of wat je ervan hebt geleerd.
Hoe is een geschreven interview opgebouwd?

Slide 18 - Tekstslide

Hebben deze geschreven interviews een duidelijke inleiding, middenstuk en slot?
Overleg met degene naast je.

Slide 19 - Tekstslide

Wat?
Thema D §5 Geschreven interviews.
havo: Opdracht 1, 2, 3 en 6 (blz. 190-194).
vwo: Opdracht 4, 5, 6 en 7 (blz. 191-194).
Hoe?
Zelfstandig of in tweetallen. Antwoord in je schrift!
Hulp
De theorie in deze LessonUp en in je boek.
Tijd
Twintig minuten.
Waarom?
Zodat je weet hoe een geschreven interview eruitziet (en hoe jij dat dus kan doen).
Klaar?
Denk alvast na over wie je wil interviewen voor de eindopdracht. Bedenk daarna alvast vragen!
Huiswerk voor de volgende les
timer
20:00

Slide 20 - Tekstslide

  • Je weet hoe je uit een informatieve tekst (interview), belangrijke informatie kunt halen en beoordelen. 
  • Je weet hoe een geschreven interview is opgebouwd.
Lesdoelen

Slide 21 - Tekstslide

Wat zet je allemaal in de inleiding van je interview?

Slide 22 - Open vraag

Je kunt ervoor kiezen om tussenkopjes te gebruiken of de vraag letterlijk in je te zetten.
Wat vind jij de beste keuze? Leg uit.

Slide 23 - Open vraag

Vind je het belangrijk dat er een foto of afbeelding
bij een geschreven interview staat?
Ja
Nee

Slide 24 - Poll