Focus / (super)markt en vaktaal

• Verkooppraktijk
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Handel 

De kassa

Handel

De (super)markt

leerjaar 1 periode 1  

linkje naar een oude aflevering van het Klokhuis, over de supermarkt en haar verkoopstrategie. 

In de vorige les

• Heb je geleerd wat fifo en t.h.t. betekent en kan je dat uitleggen.
• Heb je geleerd de maanden van het jaar te benoemen en weet je hoeveel dagen er in elke maand zitten.
• Heb je geleerd dat je een datum op verschillende manieren kunt opschrijven.

Doel van deze les:

Aan het eind van deze les :

• kan je het verschil tussen een supermarkt en een markt uitleggen.
• weet je wat ambulante handel is.
• heb je in een supermarkt of op de markt ontdekt wat het verschil is tussen food en non-food producten.
• Kan je een aantal non-food en food producten benoemen.

Februari heeft om de vier jaar
29 dagen in plaats van 28 dagen.
Hoe heet het jaar waarin februari 29 dagen heeft?

1. geschrokken jaar
2. Een dagje meer jaar
3. schrikkeldag
4. schrikkeljaar

Schrijf je verjaardag op drie verschillende manieren.
tip: maanden kunnen in tekst of cijfers geschreven worden en jaartallen kan je afkorten.

Welke werkzaamheden zijn er in een supermarkt

Winkelgeheimen

De weekmarkt

Kom jij wel eens op de markt?

In Heerhugowaard is een weekmarkt op het Raadhuisplein.
Op de weekmarkt vindt Ambulante handel plaats.

Wat is ambulante handel?
Schrijf je antwoord op
en upload een foto.

Food & Non-Food

In een supermarkt en op de markt worden producten verkocht. 
Je hebt twee soorten:

• Food
• Non-Food

Weet jij het verschil?

Food of Non-Food

1. food
2. non-food

Food of Non-Food

1. Food
2. Non-Food

Wat is het verschil tussen Food & Non-Food producten?

Vaktaal

     Opdracht: 

• memory spel maken
  Hoe:
• je krijgt ieder 26 vaktaal kaartjes met het woord en de afbeelding
• knip alles woorden en plaatjes uit
• lamineer de plaatjes samen met de assistent
  Wat:
• je hebt je eigen memoryspel voor je vaktaalwoorden gemaakt
  Klaar:
• spelen maar.

Kahoot