Dyslexie voorlichting

Voorlichting dyslexie
Collega's HPC Centrum
Januari 2019 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorlichting dyslexie
Collega's HPC Centrum
Januari 2019 

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord 'dyslexie'?

Slide 2 - Woordweb

Programma voorlichting
  • Bespreking uitkomsten woordweb;
  • Voorkennis activeren en testen;
  • Dyslexie: wat is het ook alweer?
  • Gevolgen van dyslexie;
  • Dyslexie binnen de HPC-praktijk;
  • Afsluiting.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Dyslexie kan erfelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Bij meisjes komt dyslexie vaker voor dan bij jongens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Dyslexie houdt een probleem met het aanleren van lezen en/of .... in.
A
schrijven
B
spellen
C
spreken

Slide 7 - Quizvraag

In welk onderdeel kan dyslexie zich niet uiten?
A
Moeite met automatiseren
B
Moeite met begrijpend lezen
C
Moeite met spellen
D
Moeite met praten

Slide 8 - Quizvraag

Dyslexie: wat is het ook alweer?
Definitie (SDN, 2016): 
Dyslexie is een specifieke leerstoornis die zich kenmerkt door een hardnekkig probleem in het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau, dat niet het gevolg is van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking.

Slide 9 - Tekstslide

Dyslexie: wat is het ook alweer?
Moeite met:
 Automatiseren 
 Technisch lezen;
 Begrijpend lezen;
 Spellen (fouten maken in spelling);
 Strategisch schrijven;
 Aandacht en concentratie (door extra tijd en energie).


Slide 10 - Tekstslide

Dyslexie: wat is het ook alweer?
Niet iedere leerling met taalproblemen heeft dyslexie.

Andere oorzaken (zoals bij onze doelgroep):
  • IQ onder 70 (LVB);
  • ASS of ADHD;
  • Omgevingsfactoren.

Slide 11 - Tekstslide

Dyslexie: wat is het ook alweer?
Oorzaken:
  • Neurologische basis: afwijkingen in de hersenstructuur. 
  • Fonologische vaardigheden: tekorten in deze vaardigheden. 
  • Erfelijkheid: dyslexie kan erfelijk overgedragen worden. 

Slide 12 - Tekstslide

Dyslexie: wat is het ook alweer?
Comorbiditeit:
Dyslexie kan samengaan met andere stoornissen, zoals:
  • andere leerstoornissen, zoals dyscalculie;
  • motorische stoornissen, zoals dyspraxie;
  • specifieke spraak-/taalstoornissen;
  • zintuiglijke stoornissen, zoals visuele of auditieve handicaps;
  • gedragsstoornissen, zoals ADHD

Slide 13 - Tekstslide

Gevolgen van dyslexie
Mogelijke sociaal-emotionele gevolgen:
  • ernstige twijfel aan de eigen competentie;
  • aangetast zelfbeeld;
  • onvoldoende vanuit zichzelf gemotiveerd zijn;
  • ontwikkelen van faalangst. 

Gevolgen voor het leren:
  • Problemen doen zich in alle schoolvakken voor waar functioneel lezen en schrijven onderdelen zijn. 
  • Door problemen met automatisering wordt (hoofd)rekenen vaak ook lastiger voor leerlingen.
  • Veel opdrachten gaan gepaard met een hoge tijdsdruk, dit ervaren veel leerlingen als lastig. 

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen van dyslexie
Gevolgen voor de (school)loopbaan:
  • Leerlingen met dyslexie zitten niet altijd op een opleiding
die aansluit op hun cognitieve capaciteiten. Het argument is dan dat ze op een lagere vorm van onderwijs minder belemmeringen zullen ondervinden van hun stoornis.
 >> Werkt vaak demotiverend. 
>>  Gevolgen voor latere keuzes in loopbaan. 

Slide 15 - Tekstslide

Dyslexie binnen de HPC-praktijk
  • Wees je bewust van dyslexie en taalachterstanden in de klas. 
  • Dyslexie is moeilijk te testen bij onze leerlingen door hun IQ en achterstanden. 

Slide 16 - Tekstslide

Dyslexie binnen de HPC-praktijk
  • Veel overlap tussen symptonen dyslexie en taalvaardigheid van onze leerlingen. 
  • Tips voor omgaan met onze lln & lln met dyslexie:
* Laat leerlingen veel samenwerken.
* Geef leerlingen ruim de tijd voor toetsen. 
* Geef veel (positieve) feedback.
* Lees regelmatig teksten voor. 
* Beperk leerlingen in voorleesbeurten als ze het te moeilijk/eng vinden.
* Zorg voor een veilige en prettige sfeer in de klas. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat neem je mee naar huis n.a.v. deze voorlichting?

Slide 18 - Open vraag

Afsluiting

Laatste vragen?


Bedankt voor jullie input! 

Slide 19 - Tekstslide