Hoofdstuk 5 paragraaf 3 schakelingen

Hoofdstuk 5 paragraaf 3 Schakelingen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5 paragraaf 3 Schakelingen

Slide 1 - Tekstslide

https://opwegmetwaterstof.nl/wiki/hoe-maakt-een-brandstofcel-stroom/

lesdoelen
  • Je kent de meest gebruikte symbolen in een stroomkring
  • Je kunt een eenvoudige schakeling schematisch tekenen
  • Je kunt uitleggen wat een serieschakeling is en wat de kenmerken zijn.
  • Je kunt uitleggen wat een parallelschakeling is en wat de kenmerken zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesplanning
  • Kort herhalen paragraaf 1 en 2 van hoofdstuk 5 elektriciteit
  • Korte uitleg over hoe je schakelschema's tekent, welke symbolen je gebruikt, wat een serieschakeling is en wat een parallelschakeling is 
  • Opdracht, zelf creëren van een schakelschema
  • huiswerk maken opdracht 24 t/m 32 (opdracht 30 niet)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is elektriciteit?
A
de energie die elektronen afgeven als ze door een stroomdraad stromen
B
Een opgerold stroomdraad.
C
Kleine onzichtbare deeltjes die door een stroomdraad stromen
D
de aantrekkingskracht van de polen van een magneet

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk apparaat gebruik je om de stroom te meten?
A
Stroommeter
B
Spanningsmeter
C
Ampèremeter
D
Voltmeter

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stroom kan wel lopen door een...
A
geleider
B
isolator
C
schakelaar
D
open stroomkring

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken:
8 A = .... mA
A
8000 mA
B
0,008 mA
C
800 mA
D
0,08 mA

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken:
80 mA = .... A
A
800 A
B
0,008 A
C
80 A
D
0,08 A

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eenheid van spanning is
A
Ampère
B
Watt
C
Volt
D
Ohm

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ampère is de eenheid voor
A
spanning
B
vermogen
C
stroomsterkte
D
weerstand

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je schakelt twee batterijen van 1,5 V in serie. Hoe groot is de totale spanning?
A
1,5 V
B
1,5 V + 1,5 V = 3,0 V
C
1,5 V x 1,5 V = 2,25 V
D
1,5 V - 1,5 V = 0 V

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De spanningsmeter uit de afbeelding is aangesloten op een spanningsbron.

Hoeveel spanning levert deze spanningsbron?
A
25,5 V
B
12,75 V
C
2,55 V

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke stroomsterkte geeft deze ampèremeter aan?
A
3,6 A
B
0,36A
C
0,036A

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mA en A geeft de
ampèremeter aan? Noteer als:
......... mA
......... A
(onder elkaar)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel stroomsterkte geeft deze ampèremeter aan?
A
2,5 mA
B
25 mA
C
250 mA
D
0,25 A

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

symbolen voor schakelschema's

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schakelschema
Schakeling

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schakeling
Schakelschema

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schakeling 1
Schakeling 2

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Serie-schakeling ----- Parallel-schakeling
x

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verschil tussen een serie schakeling en een parallelschakeling
Parallel schakeling

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Serie schakelingen
  • 1 apparaat kapot=  niks doet het meer
  • Stroomsterkte is overal even groot in de stroomkring.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parallel schakeling
  • Bij een parallel schakeling zit ieder apparaat in een aparte stroomkring. 
  • Stroomsterkte wordt verdeeld over de aftakkingen. Aan het begin en einde meet je de totale stroomsterkte. De stroomsterkte is dus niet overal even groot, zoals in een serieschakeling.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Online Opdracht
Ga naar de website https://phet.colorado.edu/

Opdracht 1:
Maak een serieschakeling met 2 lampjes en 1 schakelaar. 

Opdracht 2:
Maak een parallelschakeling met 2 lampjes en elk een eigen schakelaar.

Stuur van beide schakelingen een foto naar mij op Teams. 
Lukt het niet? Stuur mij dan een berichtje. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Schakelschema.

Welk symbool geeft de spanningsbron aan?
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een schakelschema worden symbolen gebruikt voor alle onderdelen. Welk onderdeel heeft dit symbool ?
A
een batterij
B
een draad
C
een lamp
D
een schakelaar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

7. Schakelschema.

Welk symbool geeft de stroommeter aan?
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een schakelschema is dit het symbool voor een....
A
batterij
B
lamp
C
amperemeter
D
schakelaar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is de Stroomsterkte constant?
Bij Serie of Parallel?
A
Een serieschakeling
B
Een parallelschakeling

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een serie- of parallel-
schakeling?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is dit een serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
  • Je kent de meest gebruikte symbolen in een stroomkring
  • Je kunt een eenvoudige schakeling schematisch tekenen
  • Je kunt uitleggen wat een serieschakeling is en wat de kenmerken zijn.
  • Je kunt uitleggen wat een parallelschakeling is en wat de kenmerken zijn.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb deze lesdoelen behaald
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Heb je nog tips en tops voor mij?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

huiswerk
Maken hoofdstuk 5 opdrachten 24 t/m 32 (opdracht 30 niet)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies