Week 14 10-12 2mh 5.3 en 5.4

Planning
Plannen 2toets H5 (na vakantie)
Herhalen in LessonUp
Paragraaf 5.3 : lineaire formules maken
Opdrachten
Paragraaf 5.4 : hellingsgetal en grafiek
Opdrachten
Huiswerk
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning
Plannen 2toets H5 (na vakantie)
Herhalen in LessonUp
Paragraaf 5.3 : lineaire formules maken
Opdrachten
Paragraaf 5.4 : hellingsgetal en grafiek
Opdrachten
Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een startgetal in een tabel?
A
Het hoogste getal in de tabel
B
Het snijpunt met de y-as
C
Het getal onder de 0 in de tabel
D
Het minimum getal in de tabel

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal?
A
De toename / afname per stap
B
De y-as + x-as
C
Het snijpunt met de x-as
D
Het snijpunt met de y-as

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een lineaire tabel?
A
Een tabel met waarden
B
Een tabel met alleen positieve getallen
C
Een tabel met gelijke toename / afname
D
Een tabel met dezelfde factor

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van een lineaire grafiek?
A
Globale lijn
B
Rechte lijn
C
Altijd stijgend
D
Constante helling

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal?
A
1
B
2
C
4
D
6

Slide 6 - Quizvraag

Als het hellingsgetal
een positief getal is, is de grafiek ...
A
stijgend
B
dalend
C
constant (horizontaal)
D
niet lineair

Slide 7 - Quizvraag

Als de grafiek een horizontale lijn is ...
A
dan is het hellingsgetal 0
B
dan is de lijn dalend
C
dan is het startgetal 0
D
dan is de lijn niet lineair

Slide 8 - Quizvraag

Bij een negatief hellingsgetal ...
A
stijgt de grafiek
B
daalt de grafiek
C
is de grafiek niet recht
D
is het startgetal 0

Slide 9 - Quizvraag

  1. Is hier sprake van een lineaire tabel? Leg uit.
  2. Wat is het startgetal?
  3. Wat is het hellingsgetal?
  4. BONUS: Maak de formule

Slide 10 - Tekstslide

Hellingsgetal en startgetal
In een formule:
het hellingsgetal 'vast' aan de variabele (de letter), het 'losse' getal is het startgetal.
Een negatief hellingsgetal betekent een dalende lijn, een positief hellingsgetal is een stijgende lijn.
In een formule:
  • het hellingsgetal 'zit vast' aan de variabele (de letter).
  • het startgetal is het 'losse' getal dat erbij / eraf gaat.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het hellingsgetal en het startgetal in de formule k = -7w + 12 ?
A
hellingsgetal = 7 startgetal = 12
B
hellingsgetal = 12 startgetal = -7
C
hellingsgetal = -7 startgetal = 12
D
hellingsgetal = 12 startgetal = 7

Slide 12 - Quizvraag

Bepaal het startgetal en hellingsgetal
van onderstaande formule:
h=35t
A
startgetal 3 hellingsgetal 5
B
startgetal is er niet hellingsgetal -5
C
startgetal -3 hellingsgetal -5
D
startgetal -5 hellingsgetal -3

Slide 13 - Quizvraag

Bepaal het startgetal en hellingsgetal
van onderstaande formule:
p=23r
A
startgetal 0, hellingsgetal 23
B
startgetal is er niet, hellingsgetal 23
C
startgetal 23, hellingsgetal 0
D
startgetal 23, hellingsgetal is er niet

Slide 14 - Quizvraag

Startgetal?
Hellingsgetal?

Formule?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de formule?
A
y=4x
B
y=8x+4
C
y=8+4x
D
y=8x

Slide 16 - Quizvraag

Maken:
  • Klassikaal opdracht 18 (page 192)
  • Opdracht 17 en 19 (page 191-192)
  • Klaar? U5 (page 193)
  • Zelf nakijken




Slide 17 - Tekstslide

Maak een tabel bij deze grafiek.




Welke formule hoort 
er bij de grafiek?
x-as
y-as

Slide 18 - Tekstslide

Formule 




y = startgetal
x-as
y-as

Slide 19 - Tekstslide

Evenwijdige grafieken

Van alle grafieken:
  • Wat is het hellingsgetal?
  • Wat is het startgetal?



Slide 20 - Tekstslide

Evenwijdige grafieken

Hellingsgetal is hetzelfde
Startgetal is verschillend



Slide 21 - Tekstslide

Grafiek tekenen aan de hand van startgetal en hellingsgetal

Slide 22 - Tekstslide

Van een formule is het hellingsgetal -4 
en het startgetal is 6.

Teken een assenstelsel en neem op de horizontale as de getallen -3 tot en met 3. Neem op de verticale as de getallen -6 tot en met 18.

Teken het juiste punt van het startgetal en teken de rest van de grafiek.

Slide 23 - Tekstslide

Maken:
  • Opdracht 24, 26, 27 (page 195-196)
  • Klaar? U6 en U7 (page 197)
  • Zelf nakijken




Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk:
  • Opdracht 17, 18 en 19 (page 191-192)
  • Opdracht 24, 26, 27 (page 195-196)
  • Zelf nakijken




Slide 25 - Tekstslide