herhaling h5

herhaling h5
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

herhaling h5

Slide 1 - Tekstslide

Verbrandingsproducten:

bij een verbranding reageert de brandstof met zuurstof, er ontstaan oxides.

Slide 2 - Tekstslide

verbranding van koolstof: 


verbranding van waterstof:   

Slide 3 - Tekstslide

Verbrandingsproducten
Bij een verbranding van aardgas zijn de belangrijkste verbrandingsproducten; koolstofdioxide en water.
Die verbrandingsproducten zijn reactieproducten.
Je verbrandt een stof en er ontstaan nieuwe stoffen; reactieproducten.

Slide 4 - Tekstslide

Aantoningsreacties
Dit zijn reacties waarmee je bepaalde stoffen kunt aantonen !!

Slide 5 - Tekstslide

Reagentia
Met een reagens kan je een specifiek soort stof aantonen. Het reagens reageert alleen met die stof. 
Een reagens is zelf aan te maken en voor veel verschillende stoffen.

Slide 6 - Tekstslide

Water aantonen
Met kopersulfaat kan je water aantonen. Kopersulfaat is wit maar kleurt blauw zodra het in aanraking komt met water.

Slide 7 - Tekstslide

Koolstofdioxide
Met helder kalkwater kan je koolstofdioxide aantonen. Door te blazen in het rietje verandert de vloeistof in een troebele witte kleur. 

Slide 8 - Tekstslide

Systematische namen
rationele naam 

Slide 9 - Tekstslide

Uitgang van stofnamen en telwoorden 

Slide 10 - Tekstslide

de naam voor CO
de formule bevat 1 C-atoom dus mono-koolstof
de formule bevat 1 O-atoom  dus mono-oxide
de naam wordt nu mono-koolstof-mono-oxide
mono aan het begin mag je weglaten dus koolstof-mono-oxide

Slide 11 - Tekstslide

de naam voor 
de formule bevat 2 P-atomen dus di-fosfor
de formule bevat 5-chloor atomen dus penta-chloride
de naam wordt dus 
di-fosfor-penta-chloride
P2Cl5

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de naam van ?
CO2
A
koolstofoxide
B
koolstofdioxide
C
dikoolstofoxide
D
koolstofmonoxide

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de naam van
P2Cl4

Slide 14 - Open vraag

Metaaloxide
Metaaloxide krijgen een naam ZONDER telwoord. 
FeO
heet ijzeroxide

heet aluminiumoxide

heet magnesiumchloride

 

Al2O3
MgCl2

Slide 15 - Tekstslide

Triviale namen
Water is bijzonder. Die heeft namelijk een triviale naam. 
Dit is niet de systematische naam. Hoe zou je dat met telwoorden opschrijven?

Slide 16 - Tekstslide

wat is de systematische naam voor water ?
H2O
A
waterstof-oxide
B
mono-waterstof-oxide
C
di-waterstof-mono-oxide
D
mono-waterstof-di-oxide

Slide 17 - Quizvraag

van naam naar formule

mono-stikstof-tri-oxide is 

natriumchloride is NaCl
NO3

Slide 18 - Tekstslide

bijzondere elementen 
Elementen, die altijd in 2-tallen voorkomen:
Chloor 
 Waterstof 
Fluor 
 Zuurstof 
Stikstof 
 Broom 
Jood 
Neem over in je werkboek op blz. 122.
Cl2
H2
F2
O2
N2
Br2
I2

Slide 19 - Tekstslide

ezelsbruggetje
Claartje Fietst Niet In Haar OnderBRoek
Friese Clara Brak In Op Haar Negende
Hak Nooit Op Feestdagen Clara’s Broer In 2-en
Neem een van de drie ezelbruggetjes over in je werkboek op blz. 122

Slide 20 - Tekstslide

Reactievergelijkingen opstellen
Voorbeeld: Bij de reactie tussen fosfor en broom ontstaat fosforpentabromide.
Stap 1: Noteer de naam van de beginstoffen met het symbool erachter.

Stap 2: Noteer de naam en de formule vna het reactieproducten.
Stap 3: Zet de naam van de beginstoffen voor de pijl en het reactieproduct achter de pijl.
Stap 4 : vul de formule in
 Stap 5 : maak de vergelijking kloppend 


Slide 21 - Tekstslide

Verbrandingen:
Een verbranding is altijd een reactie met zuurstof (O2)

Slide 22 - Tekstslide

Rekenen aan reacties

Slide 23 - Tekstslide

De wet van behoud van massa:
Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten

Slide 24 - Tekstslide

Montroydiet
Zuurstof werd voor het eerst aangetoond door montroydiet te ontleden.
2 HgO -> 2 Hg + O2
Als je 27 g HgO ontleedt, ontstaat 25 g Hg en 2 g O2.
Hoeveel totale massa voor en na de pijl?

Slide 25 - Tekstslide

Massaverhouding
2 HgO -> 2 Hg + O2
27 g    ->   25 g +  2 g
27 : 25 : 2

Bereken hoeveel zuurstof & montroydiet je krijgt als je 100 gram Hg hebt.


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Staalwol
4 Fe + 3 O2 --> 2 Fe2O3
7       :     3       :          10      
- Bereken aan de hand van de massaverhouding hoeveel ijzeroxide er ontstaat als je 35 gram ijzer hebt.
- Bereken daarnaast hoeveel zuurstof daarbij nodig is.

Slide 28 - Tekstslide

koolstof
C +             -->           
3           8                  11
Hoeveel zuurstof heb je nodig om 10 gram koolstof te verbranden?
O2
CO2

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Tekstslide