AV: Les 7: pers en bez voornaamwoord

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
15:00
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je roman en start met lezen.
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les..
  • ... weet je waar je extra op moet letten bij het leren voor de toets.
  • ... heb je je kennis m.b.t. het persoonlijk en bezittelijk vnw opgefrist.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag op het programma:
  • Concrete tips voor de toets
  • Uitleg laatste onderdeel spelling
  • Oefenen

Slide 3 - Tekstslide

Concrete tips!
1. Spelling: t.t., v.t. en alle overige werkwoordsvormen*

2. Woordenschat: woordraat*strategieën kennen!

3. Formuleren: alle dubbelopfouten (onjuiste herhaling, tautologie, pleonasme, contaminatie, dubbele ontkenning enz.) kennen. Op de toets moet je de fout kunnen herkennen én je moet de zin kunnen verbeteren.

4. Overig: regels m.b.t. meervoudsvormen en het persoonlijk voornaamwoord/bezittelijk voornaamwoord kennen.

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Duidt een persoon,
dier of ding aan. 

VB. Zij verloren de
wedstrijd. 
Pas op, hij bijt! 
Ik heb het op 
tafel gelegd.
Die jas is van mij.
Zij roept ons.

Slide 5 - Tekstslide

persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord                Bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord (bez. vnw.)
Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is, een bezit. Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 
(ons feest, jouw beste vriend)

Het is jullie tuin.
Is jullie een bezittelijk voornaamwoord of persoonlijk voornaamwoord?
Kun je het vervangen met "zijn"> dan bez. vnw.



 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Vrouwelijke de-woorden
Veel de-woorden zijn wel óf mannelijk óf vrouwelijk. 

De woordgeslachten van deze woorden worden in woordenboeken en -lijsten aangegeven met m. (mannelijk) of v. (vrouwelijk). 

Veel vrouwelijke woorden zijn te herkennen aan een bepaalde uitgang. Zo zijn woorden op -heid, -ing en -ie vrouwelijk. 

Slide 9 - Tekstslide

Plaatsnamen
Amsterdam en zijn of haar grachten?

Plaatsnamen zoals Amsterdam zijn onzijdig. Naar onzijdige woorden (het-woorden) verwijs je niet met haar, maar met zijn. 

Daarom is Amsterdam en zijn grachten goed. Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. 

Daarom is juist: Bunnik en zijn inwoners.. België en zijn bijzondere bieren.. en Nederland en zijn Deltawerken,.

Slide 10 - Tekstslide

Zelf aan de slag
Maak uit het blauwe boekje:
 - par. 4, opdr. 1, 2, 4 & 5
 - par. 5, opdr. 1 t/m 8

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na 
2. Huiswerk ander vak afmaken
3. Lezen in je literaire roman


Slide 11 - Tekstslide