HPV-virus

HPV-virus
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

HPV-virus

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het HPV-virus?
Afkorting
HPV is een afkorting van humaan papillomavirus
Infectie
Bijna iedereen krijgt in zijn leven een HPV-infectie. Dit ruimt het lichaam vaak zelf weer op, waardoor je niet ziek wordt. Er zijn veel verschillende soorten. Soorten 16 en 18 zijn het gevaarlijkste, omdat ze het vaakst tot kanker leiden. 

Slide 2 - Tekstslide

Korte herhaling afweersysteem
Cellen met lichaamsvreemde stoffen worden door ons lichaam onschadelijk gemaakt. Er zijn daarvoor twee manieren:
1. Algemene afweer (a-specifieke afweer)
2. Specifieke afweer 
Een korte samenvatting over afweer staat hieronder: 

Slide 3 - Tekstslide

Algemene/specifieke afweer
  • A-specifieke afweer tegen al het lichaamsvreemde  
  • Specifieke afweer tegen 1 antigeen 

Slide 4 - Tekstslide

Wat voor soort afweer gebruikt het lichaam tegen virussen?
A
Algemene afweer
B
Specifieke afweer
C
Beide
D
Geen van beide

Slide 5 - Quizvraag

Virussen
Virussen zijn lichaamsvreemd en worden ook wel antigenen genoemd. Wanneer een virus je lichaam binnenkomt, moet het worden aangevallen. Dit gebeurd door het immuunsysteem (met witte bloedcellen= leukocyten)
Afweersysteem bestaat uit specifiek en aspecifiek (zie dia hiervoor)

Slide 6 - Tekstslide

Virussen hechten aan receptoreiwitten op het celmembraan van hun gastheercellen. Het erfelijk materiaal komt vrij, waarna het enzym integrase dit inbouwt in het DNA van de gastheercel. RNA-virussen injecteren naast hun erfelijk materiaal ook het enzym reverse transcriptase. Dat zet het virus-RNA om naar DNA. Na vorming van mRNA en translatie ontstaan in de cel nieuwe virusdeeltjes.

Slide 7 - Tekstslide

 Een aantal lichaamscellen is besmet met hetzelfde type virus (A en B). Een APC brengt de virusantigenen bij een geschikte Th-cel in de lymfeknopen. Een Th-cel activeert de juiste Tc-cellen. Die controleren de antigenen aan de MHC-I-moleculen van lichaamscellen. Na koppeling tussen de receptor van de Tc-cel met een door het virus geïnfecteerde lichaamscel (C), geeft de Tc-cel perforines af (D) die de met het virus geïnfecteerde lichaamscellen doden, waardoor deze uit elkaar vallen (F).

Slide 8 - Tekstslide

Hoe krijg je het HPV-virus?
HPV krijg je door seks met iemand die besmet is. Veilig of onveilig. Niet alleen door geslachtsgemeenschap. Je kan het virus ook krijgen door het aanraken van een penis of vagina en door orale seks. HPV wordt dan overgedragen via de handen, vingers, huid en mond.
HPV komt veel voor. De persoon met wie je seks hebt kan het virus dus bij zich dragen zonder dit zelf te weten. En dan kan jij het ook krijgen. Ook als je je hele leven met 1 persoon seks hebt, kan je het van die partner krijgen. 

Slide 9 - Tekstslide

Besmetting
Wanneer je besmet raakt met HPV, ruimt je lichaam het vaak weer op. Vaak is het tussen de 1 en 2 jaar helemaal weg. Soms kan uw lichaam het virus niet goed opruimen. U blijft dan veel langer besmet en u heeft een grotere kans op baarmoederhalskanker.
--> video over besmetting met HPV
Wist je dat ...
70% van de gevallen van baarmoederhalskanker veroorzaakt wordt door HPV?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wanneer iemand geïnfecteerd is met HPV gaat ons lichaamseigen immuunsysteem een grote rol spelen in het herkennen en vernietigen van het virus. Echter kan het HPV virus door verschillende manieren ons immuunsysteem omzeilen. Het afweersysteem is zeer ingewikkeld, hierin worden alle lichaamsvreemde stoffen worden aangevallen. Dus ook HPV, een virusdeeltje bestaat uit erfelijk materiaal (in dit geval dubbelstrengs DNA) en gebruikt onze cellen om zich te vermeerderen. De eiwitten van dit virus hechten zich aan een gastheercel. Via endocytose kan het virus de gastheercel binnenkomen. Met behulp van enzymintergrase kan het DNA van het HPV-virus integreren met het DNA van de gastheercel. Na transcriptie en translatie ontstaan er nieuwe virusdeeltjes. Wanneer de virus zich binnen weet te dringen kickt onze aspecifieke afweer in. 

Hoe komt het HPV-virus je lichaam binnen?

Slide 12 - Tekstslide

Niet-specifieke afweer 
De stoffen en cellen van de niet-specifieke afweer zijn niet gespecialiseerd en richtten zich dan ook niet op maar een ziekteverwekker. Hieronder vallen huid, speeksel en maagzuur (barriéres) en fagocyterende cellen. Je afweersysteem maakt hierin onderscheid tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd. Je eigen lichaamscellen hebben moleculen (vaak eiwitten) die vast zijn bevestigd met MHC-I-moleculen aan de buitenkant van hun celmembraan. Die moleculen noemen we antigenen die het afweersysteem kunnen activeren. Door de antigenen op het celmembraan van geïnfecteerde cellen kan een virus worden herkend. De fagocyten (type witte bloedcellen bijv. macrofaag) kunnen door omsluiting, opeten of afbreken alle lichaamsvreemde cellen aanvallen. De fagocyt vernietigt de cel meteen en plaatst de afwijkende antigeen op zijn eigen membraan. Een andere witte bloedcel; natural killercel controleert de celmembranen van de cellen op afwijkende eiwitten en ruimt het op. 

Slide 13 - Tekstslide

De natural killer cel scheidt bij de geïnfecteerde cel perforine af. Hierdoor ontstaan gaten in het celmembraan (lysis) en de cel gaat dood. Ook bloedeiwitten die zich in het bloedplasma bevind ruimen de geïnfecteerde cellen op. Deze cel behoort tot een groep eiwitten in het afweersysteem die samen verdedigen tegen ziekteverwekkers; het complement systeem. Door deze samenwerking van complement eiwitten leiden tot chemische reacties. Complementeiwitten stimuleren de productie van cytokinen (een signaalstof) hiermee wordt de plaats van de infectie gemarkeerd en een fagocyt kan het makkelijker bereiken. Daarnaast vormen de complement eiwitten een laagje op de ziekteverwekker, opsonisatie zodat het kan worden opgenomen door een fagocyt. 

Slide 14 - Tekstslide

Specifieke afweer 
Wanneer er teveel lichaamsvreemde cellen aanwezig zijn en je niet-specifieke afweer het niet meer aan kan. Komt de specifieke afweer op gang en dit is de tweede verdedigingslinie. Deze afweer is dan specifiek gericht op een antigeen en in dit geval op de bestrijding van HPV. Deze afweer zorgt voor immuniteit. Bepaalde witte bloedcellen starten dit proces. Na fagocytose komen de antigenen van het virus op het celmembraan van een bepaalde soort witte bloedcel; dit noemen we een antigeen presenterende cel (APC). Deze tonen de antigenen aan de witte bloedcellen van de specifieke afweer. Deze APC verplaatst zich via de lymfevaten en neemt de antigenen van het virus mee naar een lymfeknoop; een verdikking op bepaalde plaatsen van het lymfevatenstelsel, dit zijn de lymfeknopen. Hier bevinden veel witte bloedcellen zich. Ongeveer een vierde van alle witte bloedcellen zijn NK-cellen, B-lymfocyten en T-lymfocyten. De B-cellen en T-cellen bevinden zich voornamelijk in de lymfeknopen en elke cel heeft unieke receptoren voor antigenen. 

Slide 15 - Tekstslide

De APC zoekt hier een T-helpercel, die hebben een receptor eiwit. Een T-helpercel die precies past op het afwijkende antigeen wordt vermenigvuldigt. De T-helpercellen activeren de cytotoxische T-cellen en de B-cellen. De cytotoxische T-cel kan de geïnfecteerde cellen met een specifieke antigeen kapot maken. De T-geheugencellen onthouden welke T-cellen op de antigenen van deze ziekteverwekker passen en deze geheugencellen wordt opgeslagen zodat ze snel kunnen ingrijpen wanneer deze ziekteverwekker zich weer in het lichaam bevind. Bovendien zijn de B-lymfocyten ook druk bezig. 

Deze delen zich en veranderen zich tot plasmacellen die specifieke antistoffen maken die passen op de antigenen van de virus. De B-cellen geven deze antistoffen aan het bloed. De antistoffen koppelen zich aan de antigenen van het virus. Ze vangen het virus en hierdoor kan de fagocyt het virus vernietigen. Van de B-cellen worden ook geheugencellen opgeslagen en zorgt zo ook voor immuniteit. 

Slide 16 - Tekstslide

Omzeilen immuunsysteem
Wanneer het immuunsysteem succesvol het alle HPV uit het bloed en en de geïnfecteerde cellen heeft vernietigd zal de infectie verdwijnen. Als het virus het immuunsysteem heeft kunnen omzeilen kan dit leiden tot een aanhoudende infectie en leiden tot kanker. Zoals in de inleiding geschreven hebben type 16 en 18 van HPV een verhoogde risico op het ontwikkelen van kanker. Laagrisico-typen zoals type 6 en 11 deze kunnen genitale wratten veroorzaken maar dit is verder niet schadelijk. HPV heeft verschillende manieren om zich te verbergen in cellen van het lichaam. Hier kunnen ze zich vermenigvuldigen en wordt het moeilijker voor het afweersysteem om het virus op te sporen. Sommige soorten HPV kunnen hun eigen DNA integreren in het DNA van de gastheercellen, dit maakt het moeilijker voor het immuunsysteem om het virus te detecteren als lichaamsvreemd. Het HPV virus veroorzaakt ongeveer 5% van alle kankers. Rond de 1.100 vrouwen en 400 mannen krijgen door HPV kanker. Maar voorkomen is beter dan genezen, daarom is de HPV vaccinatie ook in 2008 opgenomen in het rijksvaccinatieprogramma voor meisjes en in 2022 krijgen jongens ook een oproep wanneer ze 10 jaar zijn.


Slide 17 - Tekstslide

Inenting tegen HPV

Inenting tegen HPV vermindert de kans op het ontstaan van baarmoederhalskanker.
Wanneer je gevaccineerd bent, herkennen je geheugencellen het virus en kunnen het gelijk gaan aanvallen met de juiste antistoffen. Daardoor wordt je (bijna) niet meer ziek van het virus. 

Slide 18 - Tekstslide

Vaccin
  • Het vaccin tegen HPV werkt niet tegen alle soorten HPV. Het werkt slechts tegen de in het vaccin aanwezige varianten van antigenen, wat de meest voorkomende zijn. 
  • Daarnaast heeft het vaccin tijd nodig om de antistofproductie op gang te zetten. De HPV vaccinatie wordt daarnaast 2 keer gegeven, om ervoor te zorgen dat je langere tijd beschermt wordt. 
  • De gevormde geheugencellen zorgen ervoor dat de kans de je ziek wordt, heel klein is, doordat je lichaam snel antistoffen kan maken. 

Slide 19 - Tekstslide

Hoe zit het vaccin in elkaar?
  • Het virus bestaat uit deeltjes HPV van typen 16 en 18 (en soms ook van andere typen, bijvoorbeeld typen die genitale wratten veroorzaken)
  • Deze typen worden gebruikt omdat ze het meeste risico geven op kanker
  • Je lichaam maakt door de vaccinatie antistoffen aan
  • Wanneer je besmet raakt met HPV, herkent je lichaam de antistoffen en kunnen ze snel reageren en wordt je ook niet/minder ziek. 

Slide 20 - Tekstslide

------> een korte uitlegvideo over vaccinaties

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Het virus gaat vaak vanzelf weer uit je lichaam, maar niet bij iedereen. Het risico op kanker wordt daarmee vergroot. Daarvoor zijn verschillende redenen. De meest voorkomende zijn: 
  • Een verminderde afweer. Door het gebruik van medicijnen die de afweer verminderen kan het lichaam het virus niet goed opruimen. 
  • Roken. Baarmoederhalskanker komt vaker voor bij mensen die roken. Roken beschadigt de cellen en als u rookt werkt uw   afweersysteem minder goed. Het lichaam kan het virus minder goed opruimen.
  • Infectie van chlamydia of herpes. Een infectie met chlamydia of herpes verhoogt de kans op baarmoederhalskanker.
  • Infectie met meerdere HPV(humaan papillomavirus)-types. Infecties met meerdere HPV-types verhogen de kans op baarmoederhalskanker.
  • Veel wisselende seksuele contacten. Bij veel wisselende seksuele contacten is de kans groter om een infectie met HPV te krijgen.

Slide 24 - Tekstslide

Ieder jaar krijgen naar schatting 1.100 vrouwen en 400 mannen kanker door HPV. Het HPV-vaccin beschermt je tegen 6 soorten kanker. Naast baarmoederhalskanker, ook kanker aan mond- en keelholte, de vagina, schaamlippen, de anus en de penis. Daarom is het ook voor jongens belangrijk een vaccin te nemen.

Slide 25 - Tekstslide

Wanneer is er een vaccin gekomen?
In 2009 is het vaccin in Nederland op de markt gekomen voor meisjes. 
Hoe liep het?
De eerste 'ronde' was niet erg succesvol. Veel ouders weigerden hun dochter te vaccineren. De opkomst was 50%. Er zijn daarvoor verschillende redenen.
Redenen
De meest voorkomende redenen zijn:
1. Bevooroordeelde informatie vanuit de overheid
2. Sociale media wat zorgt voor angst en misleiding
3. Gebrek aan vertrouwen in de overheid over ernstige bijwerkingen
4. Onwetendheid over HPV-vaccin en HPV-virus

Voor wie?
In 2009 is gestart met vaccineren van meisjes tussen de 13 en 16 jaar. 

Slide 26 - Tekstslide

Hieronder een artikel uit 2018. Alleen meisjes konden toen het vaccin halen, maar daar werd niet veel gebruik van gemaakt.

Slide 27 - Tekstslide

In een artikel uit 2016 is al geconcludeerd dat Social media veel impact heeft op vaccinaties. Er wordt veel angst gezaaid over mogelijke bijwerkingen die ervoor zorgen dat minder mensen hun kinderen laten vaccineren.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

In 2023 hebben steeds meer mensen een afspraak gemaakt tegen HPV-vaccinatie. Daarnaast kunnen jongens nu ook gevaccineerd worden. Een grote groep tieners en jongvolwassenen is dus nooit gevaccineerd tegen het virus. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft geadviseerd om deze groep ook in te enten.Het RIVM biedt het vaccin dit jaar gratis aan voor alle leeftijden, wat er ook voor heeft gezorgd dat meer mensen een afspraak hebben gemaakt. Desondanks heeft een groot gedeelte van de jongvolwassenen nog geen vaccinatie tegen de het virus. 

Slide 30 - Tekstslide

Vaccin
Iedereen krijgt vanaf 10 jaar een uitnodiging voor vaccinatie. Deze uitnodiging krijgen zowel jongens als meisjes. Wanneer je jonger dan 15 jaar bent, heb je 2 vaccinaties nodig. Iedereen ouder dan 15 jaar, heeft 3 vaccinaties nodig. Dit is kort geleden aangepast, waardoor alle leeftijden nu nog maar 2 vaccinaties nodig hebben. Er is dit jaar ook opgeroepen aan jongvolwasssen die nog geen prik hebben gehad dit alsnog te nemen. Lange tijd dachten mensen dat het geen zin meer had om het vaccin te nemen als je al seks gehad had. Er is nu gebleken dat dit niet uitmaakt en het juist belangrijk is om verspreiding te verminderen. 
Wist je dat...
jongens vanaf 2019 ook een HPV-vaccin krijgen? Dit is er gekomen omdat er naast baarmoederhalskanker nog 5 andere soorten kanker kunnen ontstaan die jongens ook kunnen krijgen.

Slide 31 - Tekstslide

Waarom zijn T-helpercellen belangrijk voor afweer?
A
Activeren algemene afweer
B
Activeren cellen die betrokken zijn bij bestrijding bepaald type ziekteverwekker
C
Ruimen zelf een bepaalde ziekteverwekker op

Slide 32 - Quizvraag

Wat vormt de eerste linie van je afweersysteem?
A
Interne niet-specifieke afweer
B
Specifieke afweer
C
Externe niet-specifieke afweer
D
Interne en externe niet-specifieke afweer

Slide 33 - Quizvraag

Welk soort immunisatie wordt gebruikt bij vaccinatie?
A
Actief kunstmatig
B
Actief natuurlijk
C
Passief kunstmatig
D
Passief natuurlijk

Slide 34 - Quizvraag

Meisjes in Nederland krijgen een prik tegen het HPV-virus. Wat voor soort immuniteit levert dat op?
A
Actieve immuniteit
B
Passieve immuniteit

Slide 35 - Quizvraag

Wat doet een natural-killer cel(NK-cel)?
A
Cel die het immuunsysteem activeert
B
Cel die ontstaat bij virus in lichaam
C
Controleert celmembraan op afwijkende eiwitten
D
Witte bloedcel die afwijkende cellen opruimt

Slide 36 - Quizvraag

Wat gebeurt er in de meeste gevallen als je HPV oploopt?
A
Je hebt meer kans op allerlei ziektes
B
Je krijgt kanker
C
Je lichaam ruimt het op

Slide 37 - Quizvraag

               Er komt nu een examenvraag: 

Slide 38 - Tekstslide

HPV-vaccinatie Baarmoederhalskanker is een vorm van kanker die relatief vaak voorkomt bij vrouwen. De ziekte kan zijn veroorzaakt door een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Vroeg of
laat lopen bijna alle vrouwen het virus op. HPV wordt vooral overgedragen door seksueel
contact. Vaak verloopt een infectie onschuldig, maar sommige typen HPV kunnen baarmoederhals-kanker veroorzaken. Vaccinatie van tienermeisjes tegen HPV is een effectieve manier om het ontstaan van baarmoederhalskanker op latere leeftijd tegen te gaan. De vaccins tegen HPV die beschikbaar zijn, beschermen tegen infectie door verschillende typen HPV. De typen HPV16 en HPV18 veroorzaken samen ongeveer 70 procent van de gevallen van baarmoederhalskanker in Europa. In 2009 werden voor het eerst meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinaties tegen HPV.
Laatste deel v/d vraag:
Het vaccin waarmee de meisjes worden geïnjecteerd, beschermt onder andere tegen HPV18. Waaruit bestaat het tegen HPV18 werkzame deel van dit vaccin? 
A
een deel van het RNA van HPV18
B
een effectief immunoglobuline tegen HPV18
C
een manteleiwit van HPV18

Slide 39 - Quizvraag

Welke cellen van het afweersysteem zullen op het vaccin reageren met de vorming van
antistoffen?
(Zie volgende dia voor uitleg)
A
B-lymfocyten
B
Cytotoxische T-cellen
C
T-helpercellen

Slide 40 - Quizvraag

Uitleg vorige vraag 

B-lymfocyten -> produceren antistoffen
Cytotoxische T-cellen -> 'prikken' besmette lichaamscellen lek en dienen afbrekende enzymen toe om geïnfecteerde cel te vernietigen
T-helpercellen -> kunnen B-lymfocyten en T-lymfocyten activeren tijdens specifieke afweer
De vraag was welke cellen reageren met het maken van antistoffen en dat zijn dus de B-lymfocyten 

Slide 41 - Tekstslide

Er is besloten dat in eerste instantie alleen meisjes gevaccineerd worden.
- Geef een biologisch argument waarom jongens niet in het vaccinatieprogramma
opgenomen zijn.
- Geef een biologisch argument waarom het beter zou zijn om jongens wél in
het vaccinatieprogramma op te nemen.

Slide 42 - Open vraag

Zijn er nog vragen over HPV?

Slide 43 - Woordweb