Je kunt een omschrijving in vaktaal geven van volgende vakinhoudelijke concepten:
Thermodynamische processen bij ideale gassen; isobaar, isochoor en adiabaat.
Toepassing door opgaven te maken bij bovenstaande thermodynamische processen.
Gebruik van pijler taalsteun.
Slide 3 - Tekstslide
Voortgangsregistratie
opgaven 10 en 11 niet zoveel ingevuld of dit gelukt is
Slide 4 - Tekstslide
Vorige les
Isotherm en ideaal proces van een gas
Proces geschetst in diagram
Bereken arbeid van A naar B
W = oppervlak onder grafiek
W = n.R.T.ln(VB/VA)
W = 10.8,324.373.ln(0,62/0,31)
W = 2,15.10^4 J
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de arbeid van het gas van B naar C?
A
-0,16.10^5 J
B
+0,16.10^5 J
C
0 J
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de arbeid van het gas van C naar B?
A
-0,16.10^5 J
B
+0,16.10^5 J
C
0 J
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de arbeid van het gas van C naar A?
A
-0,16.10^5 J
B
+0,16.10^5 J
C
0 J
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
2,5 mol van een eenatomig ideaal gas bij 𝑇= 350K wordt verwarmd doordat warmte wordt toegevoerd; hierbij wordt de inwendige energie verdubbeld. Hoeveel warmte is toegevoerd als het volume constant is?
A
11 kJ
B
18 kJ
C
22 kJ
D
36 kJ
Slide 10 - Quizvraag
Uitwerking meerkeuzevraag
Voor een ideaal eenatomig gas: ∆𝑈=3/2 𝑛𝑅∆𝑇 Omdat 𝑈=0 als 𝑇=0 -> 𝑈(𝑇)=𝑈(0)+ 3/2 𝑛𝑅(𝑇−0) Dus 𝑈(𝑇)=3/2 𝑛𝑅𝑇; de temperatuur verdubbelt dus. 𝑄=𝐶_𝑣 ∆𝑇=3/2 𝑛𝑅∆𝑇=10,9𝑘𝐽
Slide 11 - Tekstslide
De verdampingswarmte van water is 𝑄= 𝑚𝐿 met 𝐿=2,256⋅10^6 J/kg. 1,00 kg water verdampt bij een temperatuur van 20∘C en een druk van 10^5 Pa. Wat is de verandering van inwendige energie bij het verdampen?
Tip: Welk volume heeft 1 kg water? Welk volume heeft de waterdamp? W=p*dV
Een ideaal gas ondergaat een adiabatische expansie, een proces waarbij geen warmte in of uit het gas stroomt. Als resultaat,
A
zowel de temperatuur als het volume van het gas nemen toe.
B
de temperatuur van het gas daalt en de druk stijgt.
C
zowel de temperatuur als de druk van het gas nemen af.
D
de temperatuur van het gas blijft constant en de druk neemt af.
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Een luchtbel met een temperatuur van 295 K aan het aardoppervlak (luchtdruk 100 kPa) stijgt adiabatisch op tot een niveau van 80 kPa. Bepaal de eindtemperatuur. Kies 𝑛𝑅=1
A
16
B
236
C
277
D
369
Slide 21 - Quizvraag
Uitwerking meerkeuzevraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
In een isobare compressie van een ideaal gas,
A
Wordt arbeid verricht op het gas.
B
Blijft de interne energie van het gas constant.
C
Wordt er warmte toegevoegd aan het gas
D
Wordt er arbeid verricht door het gas.
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Arbeid berekenen bij een isobaar proces (∆𝑝=0) W = Fd = pAd met Ad = ∆V -> W=p ∆𝑉
Is de arbeid positief of negatief als het gas wordt gecomprimeerd?
A
positief
B
negatief
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Hieronder zie je een PV-diagram voor een adiabatisch en iosotherm proces van een ideaal gas.
Hierbij geldt: 𝑉_𝐴 is gelijk in beide situaties 𝑉_𝐵=𝑉_𝐶
In welk proces wordt de meeste arbeid verricht?
A
Isotherm proces
B
Adiabatisch proces
Slide 32 - Quizvraag
Is de door het gas verrichte arbeid in het proces ADB groter dan, kleiner dan of gelijk aan de verrichte arbeid in het isothermische proces AB?