Perron 2, les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Taalverzorging Perron 2

Terugblik

Waar gingen de vorige lessen over?

Terugblik

klinkers

medeklinkers

lettergrepen

afbreken

open lettergreep

gesloten lettergreep

leestekens:

- komma

- punt

- vraagteken

- uitroepteken

Wanneer gebruik
je een hoofdletter?

De hoofdletter

• voornaam
• achternaam
• straatnaam
• woonplaats 
• postcode
• land
• namen / titels

Wat is een werkwoord?

Werkwoorden

Een werkwoord is een woordsoort.

In een zin staat ten minste één werkwoord.

Er zijn ook zinnen met meer dan één werkwoord.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet, wat iets of iemand overkomt of  wat er is gebeurd.

00:46

Leg uit :
Wat is je vraagproef?
Leg ook uit hoe je de vraagproef toepast.

00:54

Leg uit :
Wat is je tijdsproef?
Leg ook uit hoe je de tijdsproef toepast.

01:02

Leg uit :
Wat is je getalsproef?
Leg ook uit hoe je de getalsproef toepast.

01:22

Op welke 3 manieren (proeven) kun je de persoonsvorm vinden?

Tijdproef

Er zijn verschillende manieren om de pv te vinden. Wij gebruiken de tijdproef.

1. In welke tijd staat de zin? (t.t. of v.t.)

2. Verander de zin van tijd.

3. Welk werkwoord is veranderd? Dat is de persoonsvorm.

In welke tijd staat de zin hieronder?

De man koopt drie lieve puppy's.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Welk woord verandert er als je de zin van tijd wisselt?

De man koopt drie lieve puppy's.

1. de man
2. koopt
3. drie
4. puppy's

Wat is de persoonsvorm?

De man koopt drie lieve puppy's.

In welke tijd staat de zin hieronder?

Hoe laat is het?

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Als je de zin van tijd wisselt, welk werkwoord verandert er dan?

Hoe laat is het?

1. hoe
2. laat
3. is
4. het

Opdrachten uit het boek

 maken: blz. 18 - 19 

               opdr. 1 - 3

Bij opdracht 3 gebruik je bij alle zinnen de tijdproef.