Les 34: Op naar stage

• Mentorles
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Introductie

Leerlingen denken na over wat zij belangrijk vinden op hun stage en kunnen uitleggen welk gedrag van hen wordt verwacht op stage.

Instructies

Les 34.pdf

Werkbladen

Les 34.pdf

Op naar stage

Les 34

Aan het eind van deze les...
• noem ik 2 dingen die ik belangrijk vind op mijn stage
• leg ik uit welk gedrag van mij word verwacht op stage

Vertrouwen in jezelf:
Ik stel mezelf voor als ik ergens nieuw binnen kom

Bespreek met de leerlingen wat ze aan het einde van deze les hebben geleerd.

Naspelen

We gaan oefenen

Hoe werkt het?

Instructie

Let op! Nu komt er uitleg

Doe activiteit

We gaan aan het werk

Schrijf opdracht

Opdracht uit de Baaz-map

Afronding

Gezamenlijke afsluiten

Kijken

Goede kijkhouding

Luisteren

Goede luisterhouding

Overleggen

Met elkaar overleggen

Groepsgesprek

Met elkaar in gesprek

Bespreek en herhaal de picto's die terugkomen in de les.

Mochten de leerlingen deze al goed kennen, kun je dit overslaan.

Les 34 - Op stage

Gesprek 

Werkblad invullen

Groepsopdracht

Verhaalkaart

Top 10

Bespreek met de leerlingen de planning van de les, wijs ze hierbij ook op de picto's bij de verschillende onderdelen

Mochten leerlingen de picto's niet meer weten, ga terug naar de vorige dia

Welk soort

heb jij al gedaan?

stage / werk?

Woordweb:

Inventarisatie welke soort stage of werk leerlingen al hebben gedaan. En inleiding voor een groepsgesprek.

Met devices:

Leerlingen noteren het soort werk of stage dat ze al gedaan hebben. 

Zonder devices:

Leerlingen noteren op een post it welk soort stage of werk ze al hebben gedaan.

Bespreek de antwoorden na.

• Wat vond je leuk?
• Wat vond je niet leuk?
• Wat vond je makkelijk?
• Wat vond je moeilijk?
• Wat zijn jouw verwachtingen van stage?
• Waar zou jij graag stage willen lopen? Waarom?

Wat is belangrijk voor stage?

• Kies 4 woorden op je werkblad
• Schrijf de betekenis op van de woorden

Werkblad:

• De leerlingen kiezen 4 woorden die volgens hen belangrijk zijn voor stage.
• Ze schrijven ook in hun eigen woorden de betekenis van de woorden op. 
• Zet de timer
• Bespreek klassikaal een aantal woorden die de leerlingen gekozen hebben.

Groepsopdracht

• Je wordt verdeeld in een groepje

• Kies met elkaar 4 woorden die jullie belangrijk vinden voor stage

• Schrijf elk woord op 1 vel en schrijf de betekenis erop

• Presenteer de woorden aan de klas

Groepsopdracht:

Verdeel de klas in groepjes van 4 leerlingen.

• Bespreek met de leerlingen de opdracht.
• Geef elk groepje 4 vellen.
• Loop langs de groepjes om ze op weg te helpen.
• Zet de timer voor de opdracht.
• Deel kijk- en luisterkaarten uit.
• Laat de groepjes hun posters presenteren voor de klas.
• Laat de klas tops en tips geven voor de korte presentatie.

Verhaalkaart

Chantal heeft het moeilijk, ze kan geen stageplaats vinden. Ze snapt er niets van. Ze is al bij 3 verschillende modewinkels geweest voor een gesprek. Iedere keer wordt ze afgewezen. Ze gaat naar haar stage begeleider op school en vraagt op hulp. Chantal zou graag willen weten waarom ze steeds wordt afgewezen. Het gesprek was goed gegaan. Haar begeleider vraagt aan Chantal "vertel eens, het gesprek was goed gegaan, zeg je? Je had het gesprek voorbereid en ik weet dat je dat heel zorgvuldig hebt gedaan. Heb jij een idee waarom je toch wordt afgewezen?" Chantal haalt haar schouders op. 

"Wat had je die dag voor kleding aan?" Chantal weet dat nog heel goed. Ze had een nieuw truitje gekocht samen met haar vriendin. Een geel truitje met bovenin een stukje doorzichtige stof. Er stond een groot hart op gedrukt met de tekst 'Love You'. En daar omheen een rand met glitters. En ze had een spijkerbroek met scheuren overdwars aan. Tot slot had ze hoge rose gymen aan.

Zou dit de juiste kleding voor een sollicatiegesprek zijn?

Welke tips geef je Chantal en waarom?

Verhaalkaart:

• Lees het verhaal met de klas.
• Stel de 2 vragen;
• Zou dit de juiste kleding zijn voor een sollicitatiegesprek?
• Welke tips geef je Chantal en waarom?

Onze top 10

Top 10:

• Bespreek met de leerlingen welke dingen belangrijk zijn voor stage.
• Schrijf deze punten op het bord.
• Maak hiervan met de klas een Top 10.
• De leerlingen noteren de top 10 op hun werkblad.