h7 water en reinigen

H 7: WATER en reinigen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

H 7: WATER en reinigen

Slide 1 - Tekstslide

 Water is overal!
  • water houdt goed warmte vast --> zee is thermostaat van aarde
  • water als warmtetransport middel:  b.v. bij koken of in de radiator thuis
  • water in de natuur is nooit zuiver. Zo gauw zuiver water uit de lucht op de aarde komt lossen er stoffen in op.
  • gedestilleerd water/demi water is wel zuiver
  • grondwater zit onder het aardoppervlakte dus is al gefilterd en daardoor schoner dan oppervlakte water als meren, rivieren en sloten

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

winning drinkwater uit grondwater

Slide 4 - Tekstslide

winning drinkwater uit oppervlakte water
  • dit is meer vervuild dan grondwater--> opvangen in spaarbekken en vuil bezinkt
  • afgieten(=overlopen hier), filtreren en beluchten (zie vorige slide)
  • toevoegen hulpstoffen--> vaste stof--> laten bezinken en afgieten
  • ziekte kiemen doden met chloor, ozon of uvlicht
  • koolstof filter voor adsorptie geur- en smaakstoffen 

Slide 5 - Tekstslide

voedselconservering = bacterien en schimmels niet laten groeien
  • water nodig om te groeien--> gedroogd voedsel bederf minder snel
  • zuurstof ook --> vacuum verpakken en inblikken (=conserveren)
  • pasteuriseren =kort verhitten tot 85 C --> niet alle bacterien en schimmels dood maar langer houdbaar en smaak verandert niet
  • steriliseren= verhitten tot 120 C--> alle micro-organismen dood maar smaak ook minder goed
  • additieven zijn toevoegingen binas tabel45 

Slide 6 - Tekstslide

6 dec programma
  • 1e lesuur herhaling hard water 
  • uitleg ontstaan hard water, ketelsteen en ontharden water op verschillende manieren (maak aantekeningen)
  • bespreken hw en zelf verder werken
  • 2e lesuur herhaling zeep t/m melk en kleurstof
  • verder werken aan hw en 29 t/m 34, 37 t/m 43, 46, 49 t/m 53  inclusief nakijken en natuurlijk goed leren 7.1 t/m 3

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

hard water bevat veel opgeloste calcium- en magnesiumionen
  • hardwater verhitten--> ontstaat kalkaanslag=ketelsteen 
  • ketelsteen maakt aparaten minder zuinig en eerder kapot
  • ontharden kan door koken:

  • ontharder gebruiken:


  • ontharden met groene(=natuurlijke)zeep
    hardwater + natuulijke zeep -->kalkzeep
het onstaan van hardwater: als calciumcarbonaat uit de bodem oplost  in regenwater

Slide 9 - Tekstslide

ontharden met ionenwisselaar
  • ionenwisselaar wisselt ionen van de ene soort om voor de andere soort. 
  • in dit voorbeeld bevat de wisselaar natriumionen en worden er 2 natriumionen vervangen door 1 calciumion
  • dus na afloop bevat water minder calciumionen en meer natriumionen

Slide 10 - Tekstslide

 zeep
  • water is een goed oplosmiddel voor zeep en daardoor ook een spoelmiddel
  • zeep is een vetverwijderaar
  • natuurlijke zeep gemaakt van plantaardige en dierlijke olie en vetten
  • synthetische zeep=detergent, gemaakt van aardolieproducten
  • zeepmoleculen hebben een hydrofiele=waterlievende kop en een hydrofobe = watervrezende staart--> het kan vet en water samenhouden=emulgator

Slide 11 - Tekstslide

ontharden met groene(=natuurlijke)zeep  
  • hardwater + natuurlijke zeep -->kalkzeep
  • het COO-deel van het stearaation is de hydrofiele kop van de zeep en het C17H35 stuk dat er aan vast zit de hydrofobe staart
  • elk calciumion kan dus twee van die zeepionen binden

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

programma 10 dec
  • 1e lesuur controle hw, klassikaal bespreken en  uitleg par 7.4 
  • 2e lesuur verder werken aan 59 t/m 62,64, 69 t/m 75, 78 t/m 81 en 87. Wat niet af is = hw (incl goed leren 7.1 t/m 4 ivm practicum zuren a.s. donderdag)
  • 2e lesuur quiz

Slide 14 - Tekstslide

verzorgingsproducten van huid, haar en gebit
  • bevatten allemaal water om het vloeibaar/smeerbaar te maken
  • creme en conditioner moet verzorgend zijn--> bevat olie/vet maar óók een emulgator
  • bacterieen in tandplak zetten suikers om in zuur. Om tandplak te verwijderen zit er in tandpasta een schuurmiddel, maar óók een synthetische zeep, en fluoride om het herstel van glazuur te versnellen
  • de pH waarde van verzorgingsproducten die je op je huid gebruikt moet pH huid neutraal = +- 5,5 zijn

Slide 15 - Tekstslide

schoonmaakmiddelen; wat je echt moet onthouden!
  1. zure middelen ontkalken (wc eend is erg zuur, dus gevaarlijk)
  2. basische producten ontvetten (ammonia en gootsteenontstopper zijn erg basisch en gevaarlijk)
  3. bij het mengen van zure en basische producten ontstaan chemische reacties. Hierbij kan veel warmte en gevaarlijke gassen ontstaan (b.v. chloorgas) soms ontstaan zelfs explosies!
Dus nooit chloor in wc laten staan!

Slide 16 - Tekstslide

Bij een zeepmolecuul is de kop
A
xenofoob
B
hydrofoob
C
hydrofiel
D
xenofiel

Slide 17 - Quizvraag

detergent is een ander woord voor
A
natuurlijke zeep
B
kalkzeep
C
groene zeep
D
synthetische zeep

Slide 18 - Quizvraag

kalkzeep ontstaat als opgeloste kalk reageert met een
A
natuurlijke zeep
B
emulsie
C
emulgator
D
detergent

Slide 19 - Quizvraag

men bepaalt de concentratie van een zuur of base met een
A
oxidatie
B
titratie
C
infiltratie
D
deductie

Slide 20 - Quizvraag

Welke kleur heeft rode koolsap in schoonmaakazijn?
A
Rood
B
Paars
C
Blauw
D
Geel

Slide 21 - Quizvraag

Zeep verwijdert vuil en vetvlekken.
Bij het wassen hechten
zeepdeeltjes aan vuildeeltjes.
Welke tekening is juist?
A
tekening 1
B
tekening 2
C
tekening 3
D
tekening 4

Slide 22 - Quizvraag

Welke kleur geeft een rood lakmoespapiertje in basisch milieu?
A
Rood
B
Blauw
C
Paars
D
Groen

Slide 23 - Quizvraag

Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
wc ontkalker

Slide 24 - Quizvraag

gootsteenontstopper is agressiever dan groene zeep. De pH van gootsteenontstopper is
A
kleiner dan van groene zeep
B
groter dan van groene zeep
C
ongeveer 1,5
D
ongeveer 9,5

Slide 25 - Quizvraag

met een basisch schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
cement van tegels halen
C
autolak poetsen
D
waterkoker ontkalken

Slide 26 - Quizvraag

Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen

Slide 27 - Quizvraag

welke uitspraak over water is waar
A
grondwater is altijd na filtering en beluchting geschikt als drinkwater
B
water warmt snel op en geeft langzaam warmte af
C
regenwater is altijd zuiver water dus pH =7
D
grondwater is schoner dan oppervlakte water

Slide 28 - Quizvraag

waartoe dient het beluchten bij de zuivering van water
A
om de bacteriën te doden
B
om de slib minder actief te maken
C
om opgeloste stoffen te laten reageren met zuurstof
D
om ziektekiemen te verwijderen

Slide 29 - Quizvraag