herh. paradigma's - MAW vwo

wetenschappelijke paradigma's

herhalen en toepassen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
maatschappijwetenschappenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

wetenschappelijke paradigma's

herhalen en toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

In het artikel van Trouw gaat het vooral over de volgende elementen:
A
verschillen in al dan niet aangeboren kenmerken
B
verschillen in maatschappelijke positie
C
verschillen in waardering & behandeling
D
ongelijke verdeling van schaarse & hooggewaardeerde zaken

Slide 4 - Quizvraag

Functionalisme paradigma 
Armoede  heeft een functie: de armeren moeten laag gewaardeerd werk doen, omdat ze hebben geen keus hebben.  
Ongelijkheid is dus functioneel voor het geheel.

Slide 5 - Tekstslide

Conflictparadigma
Ongelijkheid is het gevolg van een verschil toegang tot hulpbronnen/machtsbronnen. Alleen door een conflict aan te gaan, kan deze ongelijkheid worden opgelost.

Slide 6 - Tekstslide

Sociaal-constructivistisch paradigma

Ongelijkheid (in de fysieke wereld) is het gevolg van het beeld dat mensen hebben van bepaalde groepen (in de sociale wereld)
en hoe zij vervolgens handelen.

Slide 7 - Tekstslide

Rationele-actor-paradigma 
Mensen zijn rationeel handelende wezens die een kosten-batenanalyse maken en gaan voor eigen belang. Ongelijkheid is dan ook een gevolg van keuzes die gemaakt zijn.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat is een paradigma?

Slide 12 - Open vraag

Marx' visie op de samenleving sluit aan op:
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 13 - Quizvraag

Er dreigt een tekort aan loodgieters omdat meer mensen hogere opleidingen doen.
Maar dit werk moet wel gedaan worden.
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 14 - Quizvraag

Een zakenman met een eigen bedrijf nam een groot risico om te investeren in een nieuw product. Dit bleek een totale mislukking en hij ging failliet. Hij moet weer van vooraf aan beginnen. Dit risico hoort nu eenmaal bij ondernemerschap.
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 15 - Quizvraag

Conflict
consensus

rationele-
actor-paradigma

conflict-paradigma
sociaal-constructivisme-paradigma

functionalisme-paradigma

Slide 16 - Sleepvraag

Iemand die in nette kleding en goed verzorgd naar een sollicitatiegesprek komt heeft meer kans om aangenomen te worden dan iemand die in afgetrapte kleren komt, terwijl dit niets zegt over iemands kwaliteiten
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 17 - Quizvraag

Achmed Aboutaleb vervult als burgemeester met een migratie-achtergrond een positief rolmodel voor ambitieuze jongeren met een migratieachtergrond.
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 18 - Quizvraag

Socioloog Merton stelt dat individuen door socialisatie aan de samenleving worden gebonden. Zo wordt de samenleving als geheel in stand gehouden.
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 19 - Quizvraag

Actor
Structuren

rationele-actor-paradigma
sociaal-constructivisme-paradigma

conflict-paradigma

functionalisme-paradigma

Slide 20 - Sleepvraag

Adam Smith' denken sluit aan op:
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 21 - Quizvraag

In sommige culturen is het gebruikelijk dat mensen handen schudden bij kennismaking. In andere culturen begroet men elkaar met een hoofdknik.
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 22 - Quizvraag

De econoom Piketty stelt dat de vermogender steeds rijker worden en dat mensen die met hard werken proberen dezelfde rijkdom te vergaren dat nooit voor elkaar zullen krijgen.
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 23 - Quizvraag

Socioloog Weber stelt dat de mate waarin mensen bereid zijn om te luisteren naar iemand afhankelijk is van de mate waarin ze diens gezag aanvaarden.
A
Rationele actor-paradigma
B
Sociaal-constructivisme
C
Conflict-paradigma
D
Functionalisme

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide