rekentaal vermenigvuldigen 4.1 4.2 4.3 startklaar

Voordat we verder gaan.....
* Angelina
* Alina
* Veronika
* Ornella
* Olha
* Max
* Nastya
* Semen
* Alina C 
Blauwe boek H4
4.1 bekijken
en afmaken.
Sommige opdrachten
staat een cirkel...kijk hier nog eens na!!
Ben je al wel klaar...
sommenoefenen.nl
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voordat we verder gaan.....
* Angelina
* Alina
* Veronika
* Ornella
* Olha
* Max
* Nastya
* Semen
* Alina C 
Blauwe boek H4
4.1 bekijken
en afmaken.
Sommige opdrachten
staat een cirkel...kijk hier nog eens na!!
Ben je al wel klaar...
sommenoefenen.nl

Slide 1 - Tekstslide

REKENEN

Slide 2 - Tekstslide

Wat is dat.....

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Jullie leren woorden en zinnen die passen bij vermenigvuldigen.

  • Jullie kunnen sommen maken met vermenigvuldigen.

Slide 4 - Tekstslide

Vermenigvuldigen

Slide 5 - Tekstslide

Welke woorden zijn passend bij vermenigvuldigen
Je gebruikt bij vermenigvuldigen het
vermenigvuldigingsteken

product -> antwoord

Slide 6 - Tekstslide

Wat heeft deze afbeelding met vermenigvuldigen te maken?

Slide 7 - Tekstslide

Wat heeft deze afbeelding met vermenigvuldigen te maken?
5 x 1 ijsje

Slide 8 - Tekstslide

Geef aan of het bij vermenigvuldigen hoort ja of nee...
Met uitleg ;)

Slide 9 - Tekstslide

Je wilt het touw door het midden snijden. Wat doe je dan?
A
+
B
-
C
x
D
:

Slide 10 - Quizvraag

Welke berekening hoort erbij?

Ik heb 6 zakken chips. Mijn docent heeft er 3 keer zoveel. Hoeveel zakken chips heeft ze?
A
6 : 3 = 2
B
6 x 3 = 18
C
6 - 3 = 3
D
6 + 3 = 9

Slide 11 - Quizvraag

Welke berekening hoort erbij?

In de klas staan 4 dozen. In iedere doos zitten 32 boeken. Hoeveel boeken zijn er in totaal?
A
4 + 32 = 36
B
32 - 4 = 28
C
4 x 32 = 128
D
32 : 4 = 8

Slide 12 - Quizvraag

Welke berekening hoort erbij?
Er zijn 4 dozen. We hebben in totaal 32 boeken. Elke doos bevat hetzelfde aantal boeken. Hoeveel boeken zitten er in een doos?
A
4 + 32 = 36
B
32 - 4 = 28
C
4 x 32 = 128
D
32 : 4 = 8

Slide 13 - Quizvraag

Welke berekening hoort erbij?

Milan verdient €120 euro per maand.
Hoeveel euro verdient Milan in een jaar?
A
120 + 12 = 132
B
120 x 12 = 2440
C
120 : 12 = 10
D
12 : 120 = 0,1

Slide 14 - Quizvraag

Op jouw trouwfeest krijgt elke gast krijgt 6 hapjes.
Er komen 138 gasten op het feest.
Hoeveel hapjes moet je maken?
A
6 + 138 = 144
B
138 - 6 = 132
C
6 x 138 = 828
D
138 : 6 = 23

Slide 15 - Quizvraag

Welke berekening hoort erbij?

Milan verdient €120 euro in een jaar.
Hoeveel euro verdient Milan per maand?
A
120 + 12 = 132
B
120 x 12 = 2440
C
120 : 12 = 10
D
12 : 120 = 0,1

Slide 16 - Quizvraag

Schrijf zoveel mogelijk woorden op die met vermenigvuldigen te maken hebben

Slide 17 - Woordweb

Goed gedaan!!!
Wat gaan jullie doen?
* Maak 4.2 uit het gele boek

* Ben je klaar dan ga je naar sommenoefenen.nl. 
Code 

Slide 18 - Tekstslide

deel 2 
Oefenen met vermenigvuldige

Slide 19 - Tekstslide

Rekentaal

Slide 20 - Tekstslide

weten we nog welke woorden je kunt gebruiken voor het vermenigvuldigen?

Slide 21 - Woordweb

Het dubbele.....
A
twee keer zoveel
B
drie keer zoveel

Slide 22 - Quizvraag

Herhaald optellen....
A
steeds hetzelfde getal eraf halen
B
keer som
C
steeds hetzelfde getal erbij optellen

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een keersom
A
2-1
B
6-2
C
3+4
D
4x5

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het keer teken?
A
x
B
-
C
+
D
:

Slide 25 - Quizvraag

Omkeren....
A
getal verdubbelen
B
delen
C
omdraaien van een som

Slide 26 - Quizvraag

Het product
A
de uitkomst van een som
B
een min som
C
een keer som

Slide 27 - Quizvraag

Het totaal
A
alles bij elkaar
B
het antwoord
C
getallen delen

Slide 28 - Quizvraag

verdubbelen
A
het getal delen
B
plussom
C
het getal twee keer doen

Slide 29 - Quizvraag

Kennen jullie de tafel?
Wat is een tafel bij rekenen eigenlijk?

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Even checken ;)

Slide 32 - Tekstslide

6x6=
4x7=
9x5=
4x8=
8x8=
32
45
28
36
64

Slide 33 - Sleepvraag

         Getallen bingo

* Allemaal een bingo kaart

* Ik noem een keer som       bijvoorbeeld 5x4=20

* Jullie kijken op je kaart of het antwoord erop staat.

Slide 34 - Tekstslide

Goed gedaan!!!
Wat gaan jullie doen?
* Maak 4.3 uit het gele boek

LEES GOED WAT ER STAAT!!

* Ben je klaar dan ga je naar sommenoefenen.nl. 
Code 

Slide 35 - Tekstslide

x (keerteken)
Vermenigvuldigen
 zoveel
maal
product 

: (deelteken)
delen 
gedeeld door
quotiënt
verdelen
gelijke groepjes maken


Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Tekstslide

100x4000 =
A
400000
B
100000
C
40000
D
4000

Slide 41 - Quizvraag

500 x 250

Slide 42 - Open vraag

14x7 =
A
58
B
78
C
98
D
88

Slide 43 - Quizvraag

600 x 300

Slide 44 - Open vraag

23x11=
A
251
B
243
C
253
D
151

Slide 45 - Quizvraag

Reken uit: 8 x 15=
A
120
B
125
C
80
D
110

Slide 46 - Quizvraag


A
111
B
1221
C
1101
D
1211

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide

Reken deze vragen uit in je schrift.

18 x 15 =
17 x 14 =
14 x 17 =
12 x 340 =
22 x 420 =
11 x 210 = 


Slide 49 - Tekstslide

Ga lekker verder met je boek.

Slide 50 - Tekstslide