optische illusies (1)

Optische illusie 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Optische illusie 

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel


Ik kan vertellen wat een optische illusie is. 

Slide 2 - Tekstslide

Waarom
Optische illusie kom je overal tegen. Het is belangrijk dat jij er bewust van wordt dat je af en toe voor de gek gehouden wordt. Dat kijken niet iets soms niet genoeg is. Je moet soms observeren om erachter te komen wat je nu eigenlijk ziet. 

Slide 3 - Tekstslide

Waar kom je het tegen? 

Eigenlijk overal..... 

Alleen je bent het je er niet altijd van bewust. 

Slide 4 - Tekstslide

woordbegrip
Een optische illusie is een afbeelding die nogal bijzonder is. 

Je ziet eerst niks geks, maar als je dan iets moet doen van wat op de afbeelding staat, wordt het lastiger en grappiger. 

Laten we een test doen.

Slide 5 - Tekstslide

Woordbegrip
Observeren

Goed kijken naar wat er echt gebeurd. 


Slide 6 - Tekstslide

woordbegrip
Er bewust van zijn....

Een duidelijke voorstelling van hebben. 

Slide 7 - Tekstslide

Luie hersenen
Bij een optische illusie is het niet onze ogen die ons voor de gek houden, maar onze hersenen. Met onze ogen zien we. De hersenen verwerken wat we zien. Onze hersenen zijn eigenlijk...... lui. Ze willen eigenlijk zo min mogelijk werk doen. Ze vullen informatie voor ons aan die ze uit het geheel van een situatie halen. 

Slide 8 - Tekstslide

Hoe werkt dit?
Je kunt het vergelijken met de zin van iemand afmaken, zonder dat die persoon hem al volledig heeft uitgesproken. Wanneer iemand een verhaal vertelt, kan je af en toe zijn zin afmaken. Zonder dat je echt zeker weet of de persoon dat ook echt bedoelt. Dit doen je hersenen ook. Ze werken zo efficiënt mogelijk, en vullen dus informatie voor ons aan die ze uit de context van een situatie halen, waar ze niet geheel zeker van zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe zie je iets waar het er niet is?
In zeldzame gevallen zien onze hersenen vormen die er niet zijn. Dat komt in dit geval niet door de luiheid van onze hersenen, maar door iets wat laterale inhibitie heet. Laterale inhibitie is redelijk ingewikkeld. Laten we eens kijken hoe het in ruime zin werkt.


Het bekendste voorbeeld van laterale inhibitie is het Herman-raster.  Kijk eens goed naar het plaatje. Je zult zien dat je op de kruispunten in het plaatje grijze puntjes zult waarnemen. Focus je je op zo’n puntje, dan verdwijnt hij!

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Maurits Cornelis Escher
Escher is een Nederlandse kunstenaar die veel met optische illusies werkte. Escher houd je met zijn tekeningen eigenlijk hartstikke voor de gek. Je denkt iets te zien, maar als je verder kijkt, klopt
er iets niet! 

Slide 13 - Tekstslide

Wat zie je?
Bekijk de volgende afbeelding en bespreek met je schoudermaatje wat je ziet. Noteer dit op het werkblad.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wat klopt er niet?
Bekijk de volgende afbeelding en bespreek met je schoudermaatje wat er niet klopt. Noteer dit op het werkblad.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wat klopt er niet?
Bekijk de volgende afbeelding en bespreek met je schoudermaatje wat er niet klopt. Noteer dit op het werkblad.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De les van vandaag

Vandaag heb je geleerd dat een optische illusie je eigenlijk een beetje voor de gek houdt. Soms is kijken niet voldoende, maar moet je het plaatsje eerst goed observeren. Dan pas kun je de waarheid zien. 

Slide 20 - Tekstslide

Maak opdracht 4

Slide 21 - Tekstslide